Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 3-studie van pembrolizumab en chemotherapie voor hoog-risico ER-positief HER2-negatief vroeg mammacarcinoom (0)
2025-01-23 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-756 ER-positive HER2-negative early breast cancer pembrolizumab and chemotherapy
Dr. Fatima CardosoToevoegen van pembrolizumab aan neoadjuvante chemotherapie gevolgd door adjuvant pembrolizumab verbetert uitkomsten van patiënten met hoog-risico vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom, maar het is niet bekend of dit ook het geval is onder patiënten met ER-positief HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom (ER+ HER2- EBC). De multinationale fase 3-studie KEYNOTE-756 heeft neoadjuvant pembrolizumab versus placebo, beide plus chemotherapie, gevolgd door chirurgie en adjuvant pembrolizumab of placebo, beide plus adjuvante endocriene therapie, voor niet-eerder behandeld hoog-risico ER+ HER2- EBC geëvalueerd. Dr. Fatima Cardoso (Champalimaud Stichting, Lissabon) en collega’s publiceren een eerste interimanalyse van de studie in Nature Medicine.1

De pembrolizumab-chemotherapie-arm includeerde 635 patiënten en de placebo-chemotherapie-arm telde 643 patiënten. De twee primaire eindpunten waren pathologisch complete respons (pCR) en gebeurtenisvrije overleving (EFS). Bij de eerste interimanalyse was het pCR-percentage 24,3% (95%-bti 21,0-27,8) in de pembrolizumab-chemotherapiegroep en 15,6% (12,8-18,6) in de placebo-chemotherapiegroep (p=0,00005). De figuur laat de pCR-percentages in subgroepen zien. De EFS-gegevens waren nog niet matuur. Deze figuur toont de resultaten voor het exploratieve eindpunt residual cancer burden. Tijdens de neoadjuvante fase werden graad 3 of hoger treatment-related adverse events gerapporteerd voor 52,5% van de patiënten in de pembrolizumab-chemotherapiegroep en 46,6% van de patiënten in de placebo-chemotherapiegroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van pembrolizumab aan neoadjuvante chemotherapie resulteerde in significante verbetering van het pCR-percentage onder patiënten met hoog-risico ER+HER2- EBC.

1.Cardoso F, O’Shaughnessy J, Liu Z et al. Pembrolizumab and chemotherapy in high-risk, early-stage, ER+/HER2- breast cancer: a randomized phase 3 trial. Nature Med (2025) 024-03415-7

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-756 trial found that addition of pembrolizumab to neoadjuvant chemotherapy significantly improved the pathological complete response rate in patients with high-risk, early-stage, ER-positive HER 2-negative breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van neoadjuvant nivolumab plus chemotherapie voor vroeg ER-positief mammacarcinoom (0)
2025-01-23 13:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 7FL ER-positive EBC neoadjuvant nivolumab plus chemotherapy
Prof. Sherene LoiOnder patiënten met ER-positief HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom (ER+ HER2- EBC) heeft slechts een laag percentage pathologisch complete respons (pCR) op neoadjuvante chemotherapie. De fase 3-studie ChecMate 7FL, in 221 centra in 31 landen, heeft toevoeging van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Sherene Loi (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 510 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd hoog-risico ER+ HER2- EBC die werden gerandomiseerd naar neoadjuvante anthracycline- en taxaan-gebaseerde chemotherapie met nivolumab (n=257) of placebo (n=253). Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pCR. Het pCR-percentage bedroeg 24,5% in de nivolumabgroep versus 13,8% in de placebogroep (p=0,0021), met meer profijt van nivolumab onder patiënten met PD-L1 positieve tumoren (VENTANA SP142≥ 1%: 44,3% versus 20,2%) en patiënten met hogere stroma tumorinfiltrerende lymfocyten (>1: 44,4% versus 21,1%). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen. Vijf patiënten in de nivolumabgroep overleden, onder wie twee aan oorzaken die met de behandeling samenhingen; geen van de patiënten in de placebogroep overleed.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie voor hoog-risico ER+ HER2- EBC geassocieerd was met significante verbetering van het percentage patiënten met pCR. Het profijt was groter onder patiënten met hogere sTIL-status of hogere-PD-L1 expressie.

1.Loi S, Salgado R, Curigliano G et al. Neoadjuvant nivolumab and chemotherapy in early estrogen receptor-positive breast cancer: a randomized phase 3 trial. Nature Medicine (2025) 024-03414-8

Summary: The multinational phase 3 CheckMate 7FL trial found that adding nivolumab to neoadjuvant chemotherapy significantly increased pCR rates in high-risk, early-stage ER+/HER2- breast cancer, particularly among patients with higher stromal tumor-infiltrating lymphocyte levels or PD-L1 expression.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-2 studie van atezolizumab-bevacizumab met of zonder tiragolumab voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-01-22 16:23   ( Nieuws )
Tags:  MORPHEUS-Liver trial U M HCC tiragolumab
Prof. Richard FinnBlokkade van PD-L1 en VEGF met atezolizumab plus bevacizumab verbetert de overleving van patiënten met niet-resectabel/metastatisch levercelcarcinoom (U/M HCC). Tiragolumab is een anti-TIGIT monoklonaal antilichaam. De gerandomiseerde fase 1b-2 studie MORPHEUS-Liver, in 26 centra in zeven landen, heeft toevoeging van tiragolumab aan atezolizumab plus bevacizumab voor niet-eerder behandeld U/M HCC geëvalueerd. Prof. Richard Finn (University of California, Los Angeles) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 of 1, Child-Pugh klasse A ziekte, en levensverwachting van tenminste 3 maanden. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar tiragolumab-atezolizumab-bevacizumab (TAB; n=40) of alleen atezolizumab-bevacizumab (AB; n=18). De mediane leeftijd van de 46 mannen en 12 vrouwen was 65,0 jaar (IQR 61,0-73,0). De behandeling werd voortgezet tot niet-acceptabele toxiciteit of verlies van klinisch profijt. Het primaire eindpunt was objective response rate.

De mediane duur van follow-up was 20,6 maanden in de TAB-groep en 14,0 maanden in de AB-groep. De ORR was 43% (95%-bti 27-59; n=17) in de TAB-groep en 11% (1-35; n=2) in de AB-groep. Alle patiënten in beide groepen hadden adverse events. In incidentie van voornamelijk graad 1 of 2 pruritis (50% versus 17%), arthralgie (33% versus 11%), en diarree (30% versus 6%) was hoger in de TAB-groep dan in de AB-groep; de meest-gerapporteerde graad 3 of 4 AEs waren hypertensie (15% versus 11%), verhoogd aspartaataminotransferase (8% versus 6%), en proteïnurie (5% versus 11%). Eén patient in de TAB-groep en twee patiënten in de AB-groep overleden aan oorzaken die met behandeling samenhingen. De figuur laat zien dat de progressievrije overleving en overall survival significant beter waren in de TAB-groep dan in de AB-groep.

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van tiragolumab aan atezolizumab en bevacizumab voor U/M HCC resulteerde in verbetering van de klinische activiteit.

1.Finn RS, Ryoo B-Y, Hsu C-H et al. Tiragolumab in combination with atezolizumab and bevacizumab in patients with unresectable, locally advanced or metastatic hepatocellular carcinoma (MORPHEUS-Liver): a randomised, open-label, phase 1b-2, study. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational randomized phase 1b-2 MORPHEUS-Liver study found that addition of tiragolumab to atezolizumab plus bevacizumab for previously untreated unresectable hepatocellular carcinoma was associated with increased clinical activity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Externe validatie van een vijf-factor risicomodel voor het voorspellen van mammacarcinoom-gerelateerd lymfoedeem (0)
2025-01-22 14:29   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer-related lymphedema risk model
Dr. Jennifer KwanSecundair lymfoedeem is een veel-voorkomende bijwerking van behandeling van mammacarcinoom. Dr. Jennifer Kwan en collega’s van de University of Toronto in Ontario, Canada, publiceerden in 2020 een risicomodel dat op basis van vijf eenvoudig beschikbare factoren de ontwikkeling van mammacarcinoom-gerelateerd lymfoedeem (BCRL) voorspelt. Kwan en collega’s publiceren nu in JAMA Network Open een prognostische validatiestudie van het model in een onafhankelijk cohort.1


De vijf factoren zijn leeftijd, body mass index, borstdichtheid, nodale belastig, en gebruik van axillary lymph node dissection (ALND). De validatiestudie, tussen februari 2010 en augustus 2014, includeerde 101 vrouwen (mediane leeftijd 54,8 jaar; IQR 48,8-62,3) met gelokaliseerd of locoregionaal mammacarcinoom dat werd behandeld met lumpectomie (89%) of mastectomie (11%); 74% had geen axillaire biopsie of schildwachtklierbiopsie; 26% onderging ALND; 38% kreeg chemotherapie; alle patiënten kregen radiotherapie; en 63% kreeg hormoontherapie. De figuur laat zien dat het twee-jaars lymfoedeemvrije overleving (LFS)-percentage 97,5% (95%-bti 94,0-100,0) was in de groep met een volgens het vijf-factor model laag risico versus 65% (47,1-89,7) in de groep met een volgens het vijf-factor model hoog-risico (p<0,001). Het model had een sensitiviteit van 0,83; specificiteit van 0,89; en accuratesse van 0,88 voor het voorspellen van BCRL.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten het model valideren voor het voorspellen van de twee-jaars LFS.

1.Lin C, Su J, Wu AJ et al. External validation of a 5-factor risk model for breast cancer-related lymphedema.JAMA Network Open 2025;8:e2455383

Summary: A prognostic study at the University of Toronto (Canada) validated a previously published 5-factor risk model for breast cancer-related lymphedema.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van ramucirumab plus somatostatine-analoog therapie voor gevorderde neuro-endocriene tumoren (0)
2025-01-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  NET ramucirumab plus somatostatin analog therapy
Dr. Kimberly PerezGoed-gedifferentieerde neuro-eondocriene tumoren (NET) zijn sterk-gevasculariseerde tumoren die worden gekenmerkt door expressie van vascular endothelial growth factor (VEGF). Een fase 2-studie in vier centra in Boston (Dana-Farber Cancer Institute, Boston University,Massachusetts General Hospital, en Harvard Medical School) heeft de activiteit van het op VEGF receptor-2 (VEGFR-2) gerichte monoklonaal antilichaam ramucirumab in combinatie met somatostatine-analoog therapie voor gevorderd extra-pancreas NET geëvalueerd. Dr. Kimberly Perez (Dana-Farber) en collega’s publiceren de studie in The Oncologist.1

De studie includeerde 43 patiënten, ongeacht het aantal eerdere lijnen behandeling. De primaire tumorlocaties waren dunne darm (46%), long (23%), thymus (7%), rectum (2%), nier (1%) of onbekend (18%). De patiënten hadden ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen intraveneus ramucirumab 8 mg/kg op dagen één en vijftien van vier-weekse cycli, in combinatie met octreotide long-acting release depot of lanreotide. De behandeling werd voorgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving (A) 14,2 maanden was (95%-bti 9,0-25,6), terwijl de mediane overall survival (B) 24,9 maanden bedroeg (20,7-43,1). De meest-voorkomende all-grade adverse events waren vermoeidheid (84%; graad 3: 35%) en hypertensie (84%; graad 2: 12%).

De onderzoekers concluderen dat ramucirumab in combinatie met somatostatine-analoog therapie werkzaam en veilig was voor patiënten met gevorderd extrapancreas NET.

1.Perez K, Kulke MH, Zheng H et al. A phase II study of ramucirumab and somatostatin analog therapy in patients with advanced neuroendocrine tumors. The Oncologist 2025, oyae364

Summary: A single-arm, phase 2 trial at four centers in Boston, MA, found activity and tolerability of the combination of ramucirumab and somatostatin analog therapy for advanced extrapancreatic neuroendocrine tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale noninferioriteits fase 3-studie van thermale ablatie versus resectie voor kleine colorectale levermetastasen (0)
2025-01-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  COLLISION trial small CLM thermal ablation versus surgical resection
Prof. Martijn MeijeringOnder patiënten met kleine (ten hoogste 3 cm) levermetastasen van colorectaalcarcinoom (CLM) zijn er aanwijzingen voor minder ongunstige bijwerkingen en sneller herstel na thermale ablatie dan na chirurgische resectie. De multinationale noninferioriteits fase 3-studie COLLISION, in veertien centra in België, Italië, en Nederland heeft uitkomsten met thermale ablatie versus resectie vergeleken. Prof. Martijn Meijerink (Amsterdam UMC) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met ten hoogste tien kleine CLM, zonder extrahepatische metastasen, en een ECOG performance status 2 of beter. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar thermale ablatie (n=146) of chirurgische resectie (n=150). Bij de eerste interimanalyse was de mediane duur van follow-up 28,9 maanden (IQR 0,3-77,8). De mediane overall survival werd in geen van beide groepen bereikt, met een OS-HR voor thermale ablatie versus chirurgische resectie van 1,05 (p=0,83). De lokale controle was niet inferieur in de ablatiegroep (HR 0,13; p=0,057). De veiligheid was superieur in de ablatiegroep vergeleken met de chirurgiegroep, met adverse events in 19% versus 46% (p<0,0001) en ernstige AEs in 7% versus 20%. Er waren geen behandelingsgerelateerde gevallen van overlijden in de ablatiegroep vergeleken met drie in de chirurgiegroep. De studie werd na de eerste interimanalyse voortijdig gestopt wegens het bereiken van de vooraf-gedefinieerde criteria voor beëindiging.

De onderzoekers concluderen dat de aanname dat thermale ablatie gereserveerd dient te blijven voor niet-resectabele CLMs aan herziening toe is.

1.Van der Lei S, Puijk RS, Dijkstra M et al. Thermal ablation versus surgical resection of small-size colorectal liver metastases (COLLISION): an international, randomised, controlled, phase 3 non-inferiority trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 noninferiority COLLISION trial found noninferiority of thermal ablation versus surgical resection for small-sized (≤ 3 cm) colorectal liver metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pan-tumor analyse van obesitasparadox in immuuncheckpointblokkade (0)
2025-01-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs obesity paradox
Dr. Mark YarchoanObesitas is een risicofactor voor het ontwikkelen van maligniteiten maar is ook geassocieerd met betere uitkomsten na behandeling met immuuncheckpointremmers, een fenomeen dat bekend staat als de obesitasparadox. Een prospectieve studie van Johns Hopkins University (Baltimore MD) heeft gezocht naar mechanismen die deze paradox kunnen verklaren. Dr. Mark Yarchoan en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 94 patiënten met gevorderde of metastatische solide tumoren die standaard-ICIs kregen, onder wie 30 (32%) met een BMI 30 kg/m2 of hoger bij aanvang van de behandeling en 64 (68%) met een BMI 18,5-30 kg/m2; patiënten met ondergewicht werden geëxcludeerd. De onderzoekers namen seriële perifeer-bloedmonsters voor de bepaling van de concentratie van 37 cytokines en voor het karakteriseren van immuuncelclusters.

De figuur laat zien dat vergeleken met de groep van niet-obese patiënten de groep van obese patiënten betere progressievrije overleving (na twaalf maanden 51,7% versus 26,5%; HR 0,44; p=0,01) en overall survival (na twaalf maanden 88,5% versus 58,0%; HR 0,24; p=0,02) had. Er waren 86 patiënten met beschikbare cytokine-gegevens (27 obese patiënten en 59 niet-obese patiënten). Obese patiënten hadden bij aanvang van de behandeling significant lagere serum IL-15 niveaus en tijdens de behandeling significant lagere serum IL-6, IL-8, en IL-15 niveaus. Laag on-treatment niveau van IL-6 (HR 0,27; p=0,03) en IL-8 (0,19; p=0,01) waren geassocieerd met betere overall survival. Obese patiënten hadden lagere niveaus van T effector cellen met verlaagde expressie van cytotoxiciteitsmarkers en hogere expressie van uitputtingsmarkers, zowel bij baseline als on-treatment.

De onderzoekers concluderen dat obese versus niet-obese patiënten met maligniteiten uiteenlopende immunologische respons op ICIs hebben.

1.Alden SL, Charmsaz S, Li H et al. Pan-tumor analysis to investigate the obesity paradox in immune checkpoint blockade. J ImmunoTher Cancer (2025) 2024-009734

Summary: A prospective study at Johns Hopkins University (Baltimore, MD) found that obese compared with non-obese patients with cancer have divergent immunological responses to ICIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische en klinische relevantie van contrast enhancement op preoperatieve MRI in WHO graad 2 oligodendroglioom (0)
2025-01-21 12:54   ( Nieuws )
Tags:  ODG CE
Er is geen duidelijkheid over de prognostische en klinische relevantie van contrast enhancement (CE) op preoperatieve MRI in WHO graad 2 oligodendroglioom (ODG). Een retrospectieve studie van Capital Medical University (Beijing, China) heeft de associatie van CE met klinische uitkomsten geïnventariseerd. Dr. Dabiao Zhou en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde 258 patiënten die tussen begin 2009 en eind 2016 in het Tiantan Ziekenhuis van de universiteit werden behandeld voor graad 2 ODG met IDH-mutatie en 1p/19q-codeletie. CE op preoperatieve MRI werd gezien in 133 patiënten (51,6%). De CE-groep had vergeleken met de niet-CE groep significant slechtere progressievrije overleving (mediaan 133 maanden versus NR; p=0,001) en overall survival (p=0,021). In multivariate analyse was aanwezigheid van CE een onafhankelijke prognostische factor. Factoren die geassocieerd waren met hogere incidentie van sterke CE waren non-frontal lobe locatie, hogere Ki-67 index, en 1q/19p polysomie.

De onderzoekers concluderen dat CE op preoperatieve MRI een prognostische marker is in WHO graad 2 ODG.

1.Zhao X, Zhang Y, Wang Y et al. Prognostic and clinical significance of contrast enhancement in WHO grade 2 oligodendrogliomas. J Neuro-Oncol (2025) 024-04929-3

Summary: A retrospective study at Capital Medical University (Beijing, China) found that contrast enhancement on preoperative MRI is a valuable prognostic marker in WHO grade 2 oligodendrogliomas.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)