Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Systematisch overzicht en netwerk meta-analyse van behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom (0)
2024-12-16 13:00   ( Nieuws )
Tags:  R R glioblastoma
Dr. Francesco SchettiniGlioblastoom is een agressieve primaire tumor van het centraal zenuwstelsel. Een systematisch overzicht en netwerk meta-analyse van vergelijkende fase 2- en fase -3 studies heeft verschillende behandelingen voor glioblastoom met relapse na adjuvante chemotherapie met elkaar vergeleken. Dr. Francesco Schettini (Universiteit van Barcelona, Spanje) en collega’s publiceren de analyse in The Oncologist.1


De analyse includeerde 24 studies die tezamen 27 verschillende behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom vergeleken. De studies telden tezamen 3733 patiënten. Er werden 23 verschillende regimes vergeleken voor overall survival (OS), 21 voor progressievrije overleving (PFS), en 26 voor objective response rate (ORR). De meeste studies hadden weinig statistisch vermogen, met uiteenlopende inclusiecriteria. Met lomustine monotherapie als comparator was alleen regorafenib superieur voor OS (HR 0,50; 95%-CrI 0,33-0,75). Regorafenib was voor OS superieur aan zestien andere regimes, waaronder NovoTTF-100A, bevacizumab monotherapie, en verscheiden bevacizumab-gebaseerde combinaties. Voor PFS en ORR was niet een van de behandelingen superieur aan de andere behandelingen.

De onderzoekers concluderen dat op basis van de nu beschikbare informatie regorafenib voor het eindpunt OS superieur is aan veel andere regimes, en dat er behoefte is aan grotere studies naar behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom.

1.Schettini F, Pineda E, Rocca A et al. Identifying the best treatment choice for relapsing/refractory glioblastoma: a systematic review with multiple Bayesian network meta-analyses. The Oncologist 2024/oyae338

SummaryNetwork meta-analysis of 24 comparative phase 2 and 3 studies (3733 patients) found that for the end point overall survival regorafenib was the best regimen for relapsed glioblastoma, but most studies were underpowered, with varying inclusion criteria.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nivolumab plus relatlimab voor gevorderd melanoom: drie-jaars follow-up van RELATIVITY-047 (0)
2024-12-15 16:00   ( Nieuws )
Tags:  RELATIVITY-047 advanced melanoma nivolumab plus relatlimab
Prof. Hussain TawbiDe multinationale fase 2-3 studie RELATIVITY-047 randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch of niet-resectabel melanoom naar nivolumab (anti-PD-1) plus relatlimab (anti-LAG-3) of alleen nivolumab. In 2022 is gepubliceerd dat met mediaan 13,2 maanden follow-up de progressievrije overleving langer was in de combinatiegroep dan in de nivolumabgroep. Prof. Hussain Tawbi (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology resultaten van de studie na mediaan 33,8 maanden follow-up.1

RLETIVITY-047 randomiseerde 714 patiënten naar nivolumab plus relatlimab (n=355) of alleen nivolumab (n=350). De figuur laat zien dat de PFS (mediaan 10,22 versus 4,83 maanden; HR 0,79; 95%-bti 0,66-0,95) en de overall survival (mediaan 51,02 versus 34,10 maanden; HR 0,80; 95%-bti 0,66-0,99) significant langer waren met de combinatie dan met nivolumab monotherapie. De objective response rate was 43,7% versus 33,7%. Het profijt van toevoegen van relatlimab aan nivolumab werd gezien in de meerderheid van de vooraf-gespecificeerde subgroepen. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch of niet-resectabel melanoom, toevoegen van relatlimab aan nivolumab geassocieerd was met significant PFS- en OS-profijt, met een veiligheidsprofiel dat consistent was met wat eerder is gepubliceerd.

1.Tawbi H, Hodi FS, Lipson EJ et al. Three-year overall survival with nivolumab plus relatlimab in advanced melanoma from RELATIVITY-047. J Clin Oncol 2024-01124

Summary: Three-year follow-up of the multinational phase 2-3 trial RELATIVITY-047 found that among patients with previously untreated metastatic or unresectable melanoma, addition of relatlimab to nivolumab was associated with PFS and OS benefit, with a safety profile consistent with previous reports.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Omega-3 rijk en omega-6 arm voedingspatroon met visolie voor mannen op actieve surveillance voor prostaatcarcinoom (0)
2024-12-15 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CAPFISH-3 randomized trial
Prof. William AronsonMannen die actieve surveillance (AS) ondergaan voor prostaatcarcinoom hebben mogelijk baat bij aanpassingen van hun voedingsgewoonten die progressie van de ziekte kunnen tegengaan. Een fase 2-studie van University of California Los Angeles heeft de impact van een voeding die rijk is aan omega-3 vetzuren en arm aan omega-6 vetzuren aangevuld met visolie (D + FO) op de proliferatie (bepaald aan de hand van de Ki-67 index). Prof. William Aronson en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1



De studie includeerde 100 mannen op AS voor grade group 1 of 2 prostaatcarcinoom. De mannen werden gerandomiseerd naar D + FO of een controlegroep voor de duur van een jaar. Bij baseline en na één jaar werden same-site prostaatbiopten genomen. Het primaire eindpunt van de studie was verandering in Ki-67 index tussen baseline en één jaar. De Ki-67 index nam in de D + FO groep af van gemiddeld 1,34% bij baseline tot 1,14% na een jaar (- 15%), en nam in de controlegroep toe van gemiddeld 1,23% bij baseline tot 1,52% na een jaar (+24%) resulterend in statistisch significant verschil in Ki-67 verandering tussen de groepen (p=0,043). Er waren geen significante verschillen tussen de groepen in de secundaire eindpunten grade group, tumorlengte, Decipher genomische score, of PSA-niveau. Vier mannen in de D + FO groep discontinueerden de behandeling wegens bijwerkingen van de visolie.

De onderzoekers concluderen dat een voedingspatroon dat rijk is aan omega-3 vetzuren en arm is aan omega-6 vetzuren in combinatie met visolie resulteerde in significante verlaging van de Ki-67 index van mannen op AS voor prostaatcarcinoom.

1.Aronson WJ, Grogan T, Liang P et al. High omega-3, low omega-6 diet with fish oil for men with prostate cancer on active surveillance: the CAPFISH-3 randomized clinical trial. J Clin Oncol 2024.00608

Summary: The randomized phase 2 CAPFISH-3 trial, at the University of California Los Angeles, found that among men on active surveillance for prostate cancer, a high omega-3, low omega-6 diet plus fish oil for one year resulted in a significant reduction in Ki-67 index.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Tien-jaars follow-up van neoadjuvant mFOLFOX6 met of zonder bestraling versus fluorouracil met bestraling voor LARC (0)
2024-12-15 13:00   ( Nieuws )
Tags:  phase 3 FOWARC trial locally advanced rectal cancer
Dr. Yanhong DengDe fase 3-studie FOWARC, in vijftien centra in China, randomiseerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar met lokaal-gevorderd rectumcarcinoom (LARC; stadium II of III) in de neoadjuvante setting 1:1:1 naar fluorouracil plus radiotherapie (n=155 evalueerbare patiënten), mFOLFOX6 plus radiotherapie (n=157), of alleen mFOLFOX6 (n=163), gevolgd door chirurgie en adjuvante chemotherapie. In 2016 is gepubliceerd dat mFOLFOX6 plus radiotherapie resulteerde in hoger percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR) dan fluorouracil plus radiotherapie of alleen mFOLFOX6 (27,5% versus 14,0% versus 6,6%). Dr. Yanhong Deng (Sun Yat-sen University, Guangzhou) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology resultaten van FOWARC na mediaan tien jaar follow-up.1

De tien-jaars percentages voor ziektevrije overleving (DFS) waren 52,5% in de groep met fluorouracil plus radiotherapie vergeleken met 62,6% in de groep met mFOLFOX6 plus radiotherapie en 60,5% in de groep met alleen mFOLFOX6 (p=0,56); de tien-jaars percentages voor lokaal recidief (LR waren 10,8% vergeleken met 8,0% en 9,6% (p=0,57); en de tien-jaars percentages voor overall survival (OS) waren 65,9% vergeleken met 72,3% en 73,4% (p=0,90). Subgroepanalyses lieten zien dat ypTNM-stadium een significante prognostische factor was voor DFS, LR, en OS. Patiënten met pCR hadden tien-jaars percentages voor DFS, LR, en OS van 84,3% respectievelijk 3,0% en 92,4%.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten laten zien dat neoadjuvant mFOLFOX6 een therapeutische optie is voor LARC.

1.Zhang J, Chi P, Shi L et al. Neoadjuvant modified infusional fluorouracil, leucovorin, and oxaliplatin with or without radiation versus fluorouracil plus radiation for locally advanced rectal cancer: updated results of the FOWARC study after a median follow-up of 10 years. J Clin Oncol 2024-01676

Summary: Ten-year follow-up of the multicenter phase 3 FOWARC trial in China found that neoadjuvant mFOLFOX6 chemotherapy can be considered as a therapeutic option for locally advanced rectal cancer.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Neoadjuvant camrelizumab versus placebo in combinatie met chemotherapie voor vroeg of lokaal-gevorderd TNBC (0)
2024-12-14 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CamRelief trial
Prof. Zhi-Ming ShaoDe geprefereerde neoadjuvante strategie voor vroeg-stadium of lokaal-gevorderd triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) is chemotherapie met anthracyclines, cyclofosfamide, taxanen en platina. Blokkade van de PD-1/PD-L1 route zou de werkzaamheid van deze strategie kunnen verbeteren. Camrelizumab (anti-PD-1) heeft werkzaamheid laten zien voor gevorderd TNBC. De fase 3-studie CamRelief, in veertig centra in China, heeft camrelizumab plus chemotherapie vergeleken met placebo plus chemotherapie voor vroeg-stadium of lokaal-gevorderd TNBC. Prof. Zhi-Ming Shao (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

CamRelief includeerde 441 vrouwen (mediane leeftijd 48 jaar) met vroeg-stadium of lokaal-gevorderd TNBC die werden gerandomiseerd naar camrelizumab 200 mg (n=222) of placebo (n=219) met chemotherapie iedere twee weken. De chemotherapie was nab-paclitaxel plus carboplatine in vier-weekse cycli voor de eerste 16 weken, gevolgd door epirubicine en cyclofosfamide iedere twee weken gedurende acht weken. Het primaire eindpunt was pathologische complete respons (geen invasieve tumor in borst en lymfeklieren; ypT0/Tis ypN0).

De mediane duur van follow-up na randomisatie was 14,4 maanden (range 0,0-31,8). Pathologisch complete respons werd bereikt door 56,8% van de patiënten in de camrelizumab-chemotherapiegroep en 44,7% van de patiënten in de placebo-chemotherapiegroep (p=0,004). Graad 3 of hoger adverse events werden gezien in 89,2% van de patiënten in de camrelizumab-chemotherapiegroep en 83,1% van de patiënten in de placebo-chemotherapiegroep; ernstige AEs werden gezien in 34,7% versus 22,8%; fatale AEs werden gezien in twee patiënten (0,9%) in de camrelizumab-chemotherapiegroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg of lokaal-gevorderd TNBC toevoegen van camrelizumab aan neoadjuvante chemotherapie resulteerde in significante verbetering van het percentage patiënten met pathologisch complete respons (visual abstract).

1.Chen L, Li H, Zhang H et al. Camrelizumab vs placebo in combination with chemotherapy as neoadjuvant treatment in patients with early or locally advanced tripla-negative breast cancer. The CamRelief randomized clinical trial. JAMA 2024.23560

Summary: The phase 3 CamRelief trial, at 40 centers in China, found that addition of camrelizumab to neoadjuvant chemotherapy for early or locally advanced triple-negative breast cancer significantly improved pathological complete response rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van achterwege laten van axillaire chirurgie bij borstsparende therapie voor mammacarcinoom (0)
2024-12-14 14:30   ( Nieuws )
Tags:  INSEMA trial
Prof. Toralf ReimerHet is niet duidelijk of axillaire chirurgie veilig achterwege kan worden gelaten bij borstsparende behandeling (BCT) voor mammacarcinoom. De prospectieve INSEMA-studie in Duitsland, Oostenrijk, en Zwitserland heeft patiënten met klinisch kliernegatief T1 of T2 invasief mammacarcinoom (tumorgrootte ten hoogste 5 cm) die BCT ondergingen gerandomiseerd naar al of niet axillaire chirurgie. Prof. Toralf Reimer (Universiteit van Rostock, Duitsland) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

INSEMA includeerde 5502 patiënten (90% klinisch T1; 79% pathologisch T1) die 1:4 werden gerandomiseerd naar behandeling zonder axillaire chirurgie (chirurgie-omissiegroep) of sentinel-lymph-node biopsy (SLNB, chirurgiegroep). Het primaire eindpunt was invasieve-ziektevrije overleving (IDFS) na vijf jaar in de per-protocol populatie (962 patiënten in de chirurgie-omissiegroep en 3896 patiënten in de chirurgiegroep). De mediane follow-up was 73,6 maanden. De figuur laat zien dat de vijf-jaars IDFS 91,9% bedroeg in de chirurgie-omissiegroep versus 91,7% in de chirurgiegroep (HR 0,91; 95%-bti 0,73-1,14) waarmee noninferioriteit van achterwege laten van chirurgie was aangetoond. Invasieve ziekte of death from any cause werden gezien in 1,0% respectievelijk 1,4% in de chirurgie-omissiegroep en 0,3% respectievelijk 2,4% in de chirurgiegroep. Patiënten in de chirurgie-omissiegroep hadden lagere incidentie van lymfoedeem, betere arm-mobiliteit, en minder pijn bij bewegen van arm of schouder dan patiënten in de chirurgiegroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met klinisch kliernegatief T1 of T2 mammacarcinoom achterwege laten van axillaire chirurgie niet-inferieur was aan SLNB.

1.Reimer T, Stachs A, Veselinovic K et al. Axillary surgery in breast cancer – primary results of the INSEMA trial. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The prospective randomized INSEMA trial in Germany, Austria, and Switzerland found that among patients with clinically node-negative, T1 or T2 breast cancer, omission of surgical axillary staging was noninferior to sentinel-lymph-node biopsy after a median follow-up of 6 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Olaparib versus non-platina chemotherapie voor recidiverend platinagevoelig ovariumcarcinoom: OS-resultaten van SOLO3 (0)
2024-12-14 13:00   ( Nieuws )
Tags:  SOLO3 final overall survival results
Prof. Giovanni ScambiaDe multinationale fase 3-studie SOLO3 liet zien dat olaparib resulteerde in significant betere objective response rate (primair eindpunt) en progressievrije overleving dan non-platina chemotherapie onder patiënten met BRCA-gemuteerd platinagevoelig recidiverend ovariumcarcinoom. Een ander secundair eindpunt was overall survival (OS). Prof. Giovanni Scambia (Katholieke Universiteit van het Heilig Hart, Rome) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology de finale OS-resultaten van de studie.1

SOLO3 includeerde 266 patiënten die 2:1 werden gerandomieerd naar olaparib (300 mg tweemaal daags; n=178) of physician’s choice van non-platina chemotherapie monotherapie (gepegyleerd liposomaal doxorubicine, paclitaxel, gemcitabine, of topotecan; n=88). De mediane OS was 34,9 maanden met olaparib versus 32,9 maanden met chemotherapie (HR 1,07; p=0,71). In de subgroep van patiënten die twee eerdere lijnen chemotherapie gekregen hadden was de OS beter met olaparib dan met chemotherapie (mediaan 37,9 versus 28,8 maanden; HR 0,83; 95%-bti 0,51-1,38). In de subgroep met drie of meer eerdere lijnen chemotherapie was de mediane OS 29,9 maanden met olaparib versus 39,4 maanden met chemotherapie (HR 1,33; 95%-bti 9,84-2,18).

De onderzoekers concluderen dat de finale OS in SOLO3 niet significant verschilde tussen de olaparibgroep en de chemotherapiegroep.

1.Scambia G, Villalobos Valencia R, Colombo N et al. Olaparib as treatment versus nonplatinum chemotherapy in patients with platinum-sensitive relapsed ovarian cancer: phase III SOLO3 study final overall survival results. J Clin Oncol 2024.00933

Summary: Final overall survival results of the multinational phase 3 SOLO3 trial found that among patients with BRCA-mutated platinum-sensitive relapsed ovarian cancer, OS was similar with olaparib versus nonplatinum chemotherapy and was better with olaparib among patients with two previous chemotherapy lines but worse with olaparib among patients with three or more previous chemotherapy lines.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Patiënt-gerapporteerde uitkomsten met actieve monitoring versus richtlijn-concordante therapie voor laag-risico DCIS (0)
2024-12-13 16:00   ( Nieuws )
Tags:  COMET trial PROs
Prof. Ann PartridgeDe multicenter gerandomiseerde COMET-studie (zie het bericht hieronder) vergeleek actieve monitoring (AM) met richtlijn-concordante therapie (GCC) onder vrouwen met laag-risico DCIS. Een secundair eindpunt van de studie was patiënt-gerapporteerde uitkomsten (PROs). Prof. Ann Partridge (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de PRO-analyse van COMET in JAMA Oncology.1

De 957 COMET-patiënten rapporteerden hun uitkomsten middels het beantwoorden van gevalideerde vragenlijsten bij inclusie in de studie, na zes maanden, na een jaar, en na twee jaar. Drieëntachtig procent van de patiënten beantwoordden de vragenlijsten op alle vier de tijdstippen, en 99,5% op één of meer tijdstippen. Er waren geen significante verschillen tussen de AM-groep en de GCC-groep voor kwaliteit van leven, angst/ongerustheid, depressie, zorgen over DCIS, of beloop van symptomen, met bescheiden fluctueringen in de tijd. Alleen voor het SF-36 domein fysiek functioneren waren er verschillen tussen de groepen: score 50 bij baseline en 48 na zes maanden, een jaar, en twee jaar in de GCC groep, en 50, 48, 47, en 48 in de AM-groep (p=0,01), hoewel deze verschillen slechts beperkte klinische relevantie hadden.

De onderzoekers concluderen dat er geen significante verschillen waren in PROs tussen de AM-groep en de GCC-groep in de eerste twee jaar na randomisatie.

1.Partridge AH, Hyslop T, Rosenberg SM et al. Patient-reported outcomes for low-risk ductal carcinom in situ. A secondary analysis of the COMET randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.6556

Summary: Secondary analysis of the COMET trial found that among women with low-risk DCIS, the overall lived experience of women randomized to undergo active monitoring was similar to that of women randomized to guideline-concordant care.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)