Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve studie van boswellia serrata voor cerebrale stralingsnecrose na radiochirurgie voor hersenmetastasen (0)
2025-02-24 16:00   ( Nieuws )
Tags:  RN SRS BS
Dr. Joshua PalmerStralingsnecrose (RN) is een doseringslimiterende toxiciteit van stereotactische radiochirurgie (SRS). Orale corticosteroïden zijn geen aantrekkelijke optie voor lange-termijn management van RN vanwege bijwerkingen. Boswellia serrate (BS) is een over-the-counter supplement dat bekend is vanwege anti-inflammatoire eigenschappen, met aanwijzingen voor vermindering van cerebraal oedeem. Een retrospectieve studie van The Ohio State University (Columbus) heeft BS geëvalueerd onder patiënten met RN na SRS voor hersenmetastasen. Dr. Joshua Palmer en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Radiation Oncology. Biology. Physics.1

De studie includeerde 100 patiënten met any grade RN na SRS (mediaan 24 Gy in drie fracties) voor hersenmetastasen; graad 1, 2 en 3 RN werd gezien in 44% respectievelijk 47% en 9%. De patiënten kregen tenminste 2 maanden BS (target dose 4050 tot 4500 mg eenmaal daags). Het primaire eindpunt was objective response rate, met complete respons (CR) gedefinieerd als verdwijnen van alle met T2-MRI gedetecteerde oedeem, en partiële respons (PR) als vermindering van het oedeem-volume met tenminste 30%. De figuur laat zien dat de beste respons CR was in 12% en PR in 48%, met stabiel oedeem in 28% en progressie van oedeem in 12%. De overall ORR was 59,6% (95%-bti 48,9-69,6). De ORR was 62%, 63%, en 33% in patiënten met graad 1 respectievelijk 2 en 3 RN. De mediane duur van respons in patiënten met CR of PR was 13,9 maanden (IQR 9-23). Graad 1 gastroïntestinale toxiciteit werd gerapporteerd door 14% van de patiënten, en graad 2 door 2%.

De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat BS een veilige en werkzame optie is voor graad 1-3 RN na SRS voor hersenmetastasen.Een gerandomiseerde studie van BS versus placebo is gewenst.

1.Upadhyay R, Elguindy ANM, Salts L et al. Boswellia serrata for cerebral radiation necrosis after radiosurgery for brain metastases. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2025-00153-1

Summary: A retrospective study at The Ohio State University (Columbus) found that the supplement boswellia serrata is a safe and feasible treatment option for grade 1-3 cerebral radiation necrosis after stereotactic radiosurgery for brain metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van distributie van maligne perifere zenuwschedetumoren en uitkomsten na resectie (0)
2025-02-24 14:30   ( Nieuws )
Tags:  surgery for MPNSTs
Dr. Kyle EberlinMaligne perifere zenuwschedetumoren zijn agressieve wekedelensarcomen. Een retrospectieve studie van Massachusetts General Hospital (Boston) heeft anatomische distributie van MPNST en uitkomsten na resectie geïnventariseerd. Dr. Kyle Eberlin en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1


De studie includeerde 119 patiënten die resectie van MPNST hadden ondergaan. De locatie van de MPNSTs was voornamelijk in de onderste extremiteiten (42,9%), bovenste extremiteiten (21,0%), romp (19,3%), en hoofd-hals (11,8%). Vrouwelijk geslacht (OR 0,25; 95%-bti 0,10-0,61) en afwezigheid van metastase (0,15; 0,05-0,52) waren significant geassocieerd met lagere mortaliteit. Negendertig overlevers beantwoordden vragenlijsten over neuropatische pijn en kwaliteit van leven. Van deze overlevers rapporteerden 82,1% neuropatische pijn na de resectie. De gemiddelde EQ-5D-5L index score was 0,566 ± 0,253; vergeleken met 0,851 ± 0,205 voor de algemene bevolking van de Verenigde Staten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten na resectie van MPNST de prevalentie van neuropathische pijn hoog was en de kwaliteit van leven slechter was dan die van de algemene bevolking.

1.Raasveld FV, Hanna T, Pacheco FJ et al. Neuropathic pain following surgery for malignant peripheral nerve sheath tumors. Ann Surg Oncol 2025-17001-9

Summary: A retrospective study at Massachusetts General Hospital (Boston) found a high prevalence of neuropathic pain following resection of peripheral nerve sheath tumors, with a significant impact on quality of life.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van locatie van BRCA-mutatie en profijt van onderhoud PARP-remming in gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2025-02-24 13:00   ( Nieuws )
Tags:  aEOC frontline maintenance PARP inhibition
Dr. Myong Cheol LimIntroductie van PARP-remming als onderhoudstherapie heeft geresulteerd in verbetering van de prognose van patiënten met BRCA-gemuteerd gevorderd epitheliaal ovariumcarcinoom (aEOC). Een retrospectieve multicenterstudie in Zuid-Korea heeft de impact van de locatie van de BRCA-mutatie op de werkzaamheid van PARP-remming geïnventariseerd. Dr. Myong Cheol Lim (National Cancer Center, Goyang) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 360 patiënten die frontline PARP-onderhoudstherapie begonnen voor stadium III of IV EOC, onder wie 242 (63,7%) met een BRCA1-mutatie, 137 (36,1%) met een BRCA2-mutatie en één met mutatie in BRCA1 en BRCA2. De mediane follow-up was 35,8 maanden. Deze figuur toont de associatie tussen locatie van de BRCA1-mutatie en werkzaamheid en deze figuur toont de associatie tussen locatie van de BRCA2-mutatie en de werkzaamheid. Mutatie in het DNA-bindende domein van BRCA1 (HR 0,34; p=0,01) of BRCA2 (HR 0,25; p=0,01) was geassocieerd met significant PFS-profijt, maar mutatie in het C-terminale domein van BRCA1 was niet geassocieerd met significant PFS-profijt (HR 0,76; p=0,44). PFS-profijt van PARP-remmer onderhoud werd gezien onder patiënten met mutaties in de ovarian cancer cluster region (OCCR) van BRCA1/2 (HR 0,49; p<0,001) en onder patiënten met non-OCCR mutaties (HR 0,51: p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat locatie van de BRCA-mutaties van invloed kan zijn op de werkzaamheid van frontline PARP-remmer onderhouds behandeling voor aEOC.

1.Kim JH, Kim SI, Kim ET et al. The association between location of BRCA mutation and efficacy of PARP inhibition as a frontline maintenance therapy in advanced epithelial ovarian cancer. Cancers 2025;17:756

Summary: A multicenter retrospective study in South Korea found that frontline PARP inhibitor maintenance therapy in advanced epithelial ovarian cancer demonstrated a significant PFS benefit in patients with BRCA1/2 mutations, with pronounced benefits for those with mutation located in the DNA binding domain of BRCA1 and BRCA2; the benefit was less evident for patients with BRCA1 mutations located in the C-terminal domain of BRCA1.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van neoadjuvante therapie voor T3 en T4 coloncarcinoom (0)
2025-02-23 16:00   ( Nieuws )
Tags:  T3 and T4 colon cancer neoadjuvant therapy
Dr. Steve KwonNeoadjuvante chemotherapie (NAC) wordt in toenemende mate overwogen in plaats van standaard upfront chirurgie gevolgd door adjuvante chemotherapie voor lokaal-gevorderd coloncarcinoom. De studies die tot nu toe zijn uitgevoerd hadden niet voldoende statistisch vermogen om NAC versus upfront chirurgie te vergelijken voor het eindpunt overall survival (OS) in afzonderlijke klinische T-stadia. Een retrospectieve analyse van de National Cancer Database heeft deze vergelijking uitgevoerd voor T3 en T4 colon-adenocarcinoom. Dr. Steve Kwon (Boston University School of Medicine, MA) en collega’s publiceren de analyse in JCO Oncology Advances.1

De analyse includeerde 60.557 patiënten, onder wie 2313 patiënten die NAC ondergingen en 58.245 patiënten die upfront chirurgie ondergingen. Tussen 2010 en 2020 nam het gebruik van NAC toe van 1,73% naar 12,13%. In gecombineerde analyse van T3- en T4-patiënten was NAC geassocieerd met slechtere OS (HR 1,16; 95%-bti 1,07-1,26). De figuur laat zien dat NAC niet resulteerde in significant betere OS vergeleken met upfront chirurgie onder T3-patiënten (panel A; HR 1,13; 95%-bti 0,99-1,28) maar wel onder T4-patiënten (panel B; 0,85; 0,77-0,95).

De onderzoekers concluderen dat de analyse OS-profijt laat zien met NAC voor T4 colon adenocarcinoom maar niet voor T3.

1.Pena P, Cui A, AlMasad Q et al. Considerations in neoadjuvant therapy implementation in T3 and T4 colon cancer. JCO Oncology Advances (2025) 24-00071

Summary: Retrospective analysis of data in the National Cancer Database found that neoadjuvant therapy resulted in overall survival benefit over surgery first among patients with T4 colon adenocarcinoma but not among T3 patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Selpercatinib voor RET-fusiepositief niet-kleincellig longcarcinoom: finale resultaten van fase 1-2 LIBRETTO-001 studie (0)
2025-02-23 13:00   ( Nieuws )
Tags:  LIBRETTO-001 RET fusion-positive NSCLC selpercatinib
Dr. Alexander DrilonSelpercatinib is een brain-penetrant selectieve remmer van rearranged during transfection (RET) receptor tyrokinase. De multinationale fase 1-2 studie LIBRETTO-001 evalueerde selpercatinib voor RET-afhankelijke maligniteiten. In 2022 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat selpercatinib klinisch relevante activiteit had in de RET-fusiepositieve tumor-agnostische populatie. Dr. Alexander Drilon (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology finale resultaten van de studie onder patiënten met RET-fusiepositief niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC).1

LIBRETTO-001 includeerde 247 NSCLC-patiënten die eerder platina-gebaseerde chemotherapie hadden gekregen en 69 NSCLC-patiënten die niet eerder behandeld waren. De objective response rate was 62% onder de eerder-behandelde patiënten en 83% onder de niet-eerder behandelde patiënten, met duur van respons 31,6 respectievelijk 20,3 maanden; de mediane progressievrije overleving was 26,2 respectievelijk 22,0 maanden; en de mediane overall survival was 47,6 maanden respectievelijk niet bereikt (mediane follow-up ongeveer 43 maanden). Na drie jaar behandeling waren 57% van de eerder-behandelde en 66% van de niet-eerder behandelde patiënten in leven. Onder de 26 patiënten met baseline meetbare CNS-metastasen was de CNS-ORR 85%, met een CNS duur van respons 9,4 maanden en CNS-PFS van 11,0 maanden. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat met langere follow-up van LIBRETTO-001 selpercatinib duurzame respons en intracraniële activiteit laat zien onder patiënten met RET-fusiepositief NSCLC.

1.Gautsch O, Park K, Solomon BJ et al. Selpercatinib in RET fusion-positive non-small cell lung cancer: final safety and efficacy, including overall survival, from the LIBRETTO-001 phase I/II trial. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: Final analysis of the multinational phase 1-2 LIBRETTO-001 trial found that selpercatinib continued to show durable responses and intracranial activity, with a manageable safety profile in patients with RET fusion-positive NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Optimale tijd van de dag voor toediening van immuunchemotherapie voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-02-22 16:00   ( Nieuws )
Tags:  chemo-immunotherapy for advanced NSCLC ToDA
Prof Francis LéviCircadiane ritmes reguleren activiteit van immuuncellen en kunnen zo wellicht respons op immuuncheckpointremmers (ICIs) beïnvloeden. Een retrospectieve studie in Parijs (cohort 1; n=165) en Hunan (cohort 2; n=548) heeft de optimale time-of-day administration (ToDA) in patiënten die ICIs plus chemotherapie kregen voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Prof. Francis Lévi (Paris-Sanclay Universiteit) en collega’s publiceren de studie in eBioMedicine.1



De studie includeerde patiënten die eerstelijns immuunchemotherapie kregen voor stadium IIIC of IV NSCLC tussen begin 2018 en november 2023. De onderzoekers inventariseerden de mediane ToDA van de eerste vier ICI-infusies voor iedere patiënt. Het primaire eindpunt was overall survival in de gepoolde cohorten. Het optimale ToDA-afsnijpunt was 11.30 uur. De figuur laat zien dat patiënten die immuunchemotherapie toegediend kregen voor 11.30 uur significant betere OS hadden dan patiënten met een latere ToDA (mediaan 33,0 maanden versus 19,5 maanden; p<0,0001). In multivariate analyse was ToDA voor 11.30 uur geassocieerd met betere OS (aHR 0,47; 95%-bti 0,37-0,60). In de afzonderlijke cohorten werden vergelijkbare resultaten gezien.

De onderzoekers concluderen dat deze bicontinentale retrospectieve studie suggereert dat vroege toediening van eerstelijns immuun-chemotherapie voor aNSCLC geassocieerd is met betere OS. Aanbevelingen voor de praktijk dienen te wachten op resultaten van gerandomiseerde studies.

1.Huang Z, Karaboué A, Zeng L et al. Overall survival according to time-of-day of combined immuno-chemotherapy for advanced non-small cell lung cancer: a bicentric bicontinental study. eBioMedicine 2025.105607

Summary: A retrospective study in France and China found that morning administration of standard first-line immuno-chemotherapy was associated with improved clinical outcomes compared to afternoon dosing among patients with advanced NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Behandelingsvrije remissie onder niet-getransplanteerde patiënten met Ph-positieve acute lymfoblastische leukemie (0)
2025-02-22 14:30   ( Nieuws )
Tags:  Ph-positive ALL treatment-free remission
Prof. Nitin JainIntroductie van BCR::ABL1 tyrosinekinaseremmers heeft geresulteerd in significante verbetering van uitkomsten van patiënten met Philadelphia chromosoom-positieve acute lymfoblastische leukemie. Er is geen duidelijkheid over de optimale duur van TKI-therapie voor patiënten die complete moleculaire respons (CMR; niet-detecteerbare BCR::ABL1-transcripten) bereiken en geen allogene stamceltransplantatie ondergaan. Een retrospectieve analyse onder patiënten van MD Anderson Cancer Center heeft uitkomsten geïnventariseerd van patiënten met Ph-positief ALL die in eerste CMR de behandeling discontinueerden, in de meeste gevallen wegens behandelings-gerelateerde bijwerkingen, en geen transplantatie ondergingen. Prof. Nitin Jain en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

De analyse includeerde 14 patiënten die mediaan 60 maanden TKI-therapie hadden ondergaan en mediaan 46,1 maanden in eerste CMR waren (range 2,7-121,3). De mediane duur van follow-up was 42,5 maanden na TKI-discontinuering. Drie patiënten (21%) hadden relapse (twee moleculair, één morfologisch) terwijl de overige elf patiënten (79%) in behandelingsvrije remissie bleven. De mediane tijd tot relapse was 6,4 maanden (range 4-16), en twee van de drie patiënten bereikten opnieuw CMR na hervatting van de TKI-therapie. In geen van de zes patiënten met CMR-duur langer dan 48 maanden voorafgaand aan TKI-discontinuering werd relapse gezien.

De onderzoekers concluderen dat TKI-discontinuering veilig kan zijn onder patiënten met Ph-positief ALL die tenminste 48 maanden in eerste CMR zijn.

1.Kugler E, Kantarjian H, Jabbour E et al. Treatment-free remission in nontransplanted patients with Philadelphia chromosome-positive acute lymphoblastic leukemia. Cancer 2025.35773

Summary: Retrospective analysis of Ph-positive ALL patients of MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that TKI discontinuation may be safe for selected patients in first complete remission who maintain CMR for at least 48 months.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingsuitkomsten na progressie van HR-positief HER2-negatief mBC op endocriene therapie plus CDK4/6 remming (0)
2025-02-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  HR-positive HER2-negative metastatic breast cancer
Dr. Carmen CriscitielloEndocriene therapie (ET) plus CDK4/6-remmer is de standaard eerstelijns behandeling voor patiënten met HR-positief HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (HR+ HER2- mBC). De optimale therapie na progressie op deze behandeling is niet duidelijk. Een multicenter retrospectieve studie in Italië heeft overleving met ET-gebaseerde of chemotherapie (CT)-gebaseerde behandeling na progressie op ET plus CDK4/6-remmer geïnventariseerd. Dr. Carmen Criscitiello (Europees Instituut van Oncologie, Milaan) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 506 vrouwen met HR+ HER2- mBC met progressie op ET plus CDK4/6-remmer. De patiënten kregen ET-gebaseerde of chemotherapie (CT)-gebaseerde behandeling. Factoren die onafhankelijk geassocieerd waren met slechtere progressievrije overleving waren viscerale metastasen (HR 1,45; p=0,008) en de novo metastatische ziekte (1,25; p=0,04). Langere duur van CDK4/6-remmer therapie en hogere leeftijd op het moment van progressie waren geassocieerd met betere uitkomsten. Vergeleken met orale CT, waren intraveneuze CT- en ET-gebaseerde behandelingen geassocieerd met kortere PFS. Duur van CDK4/6-remmer therapie langer dan 12 maanden was geassocieerd met langere overall survival. Onder patiënten met viscerale metastasen was intraveneuze CT geassocieerd met kortere OS dan orale CT.

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie de duur van tumorcontrole bereikt met CDK4/6-remmer gebaseerde therapie en aanwezigheid van viscerale metastasen factoren waren die van belang waren voor de behandelkeuze.

1.Giachetti PPMB, Morganti S, Gandini S et al. Survival following CDK4/6 inhibitor therapy for hormone receptor-positive, ERBB2-negative metastatic breast cancer. JAMA Network Open 2025:8:e2461067

Summary: A multicenter cohort study in Italy investigated survival outcomes after progression of HR-positive, HER2 negative metastatic breast cancer on endocrine therapy plus CDK4/6 inhibitor.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)