Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Model voor voorspellen van futiliteit van upfront resectie voor anatomisch-resectabel pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-07-25 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MetroPancreas model to predict futility of upfront resection for PDAC
Dr. Vincenzo MazzaferroEr zijn geen klinisch relevante criteria bekend die kunnen bijdragen aan de voorspelling van futiliteit (overlijden of recidief binnen zes maanden) van upfront resectie voor anatomisch resectabel pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). Een retrospectieve studie in vijf centra in Italië heeft geresulteerd in het preoperatieve MetroPancreas model dat kan bijdragen aan de voorspelling van deze futiliteit. Dr. Vincenzo Mazzaferro (Istituto Nazionale dei Tumori, Milaan) en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1

De studie includeerde 1426 achtereenvolgende PDAC-patiënten die in de vijf centra upfront pancreatectomie ondergingen. De mediane leeftijd was 69 jaar (IQR 62-75). Adjuvante therapie werd toegediend aan 73,7% van de patiënten. Binnen zes maanden na de operatie werd recidief gediagnostiseerd in 199 patiënten, terwijl 97 patiënten overleden aan postoperatieve complicaties of andere oorzaken, en 27 patiënten overleden aan pancreascarcinoom, resulterend in een futiliteitspercentage van 18,9%. Met futiele resectie geassocieerde preoperatieve variabelen waren ASA-klasse, CA 19.9 serumgehalte, en radiologische tumorgrootte. Het futiliteitsrisico was lager dan 20% in groepen met tumorgrootte minder dan 2 cm en CA 19.9 lager dan 1000 U/ml, tumorgrootte minder dan 3 cm met CA 19.9 lager dan 500 U/ml, tumorgrootte minder dan 4 cm met CA 19.9 lager dan 150 U/ml, en tumorgrootte minder dan 5 cm met CA 19.9 lager dan 50 U/ml. De figuur laat zien dat onder patiënten die upfront chirurgie ondergingen deze criteria geassocieerd waren met betere ziektevrije overleving en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten kunnen bijdragen aan het selecteren van patiënten voor upfront pancreatectomie of neoadjuvante therapie.

1.Crippa S, Malleo G, Mazzaferro V et al. Futility of up-front resection for anatomically resectable pancreatic cancer. JAMA Surg 2024.2485

Summary: A multicenter retrospective trial in Italy resulted in the preoperative MetroPancreas model to predict the risk of futile upfront pancreatectomy for anatomically resectable PDAC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van anti-BCMA/GPRC5D bispecifieke CAR T-cellen voor recidiverend of refractair multipel myeloom (0)
2024-07-25 12:00   ( Nieuws )
Tags:  RRMM anti-BCMA GPRC5D bispecific CAR T cell therapy
CAR T-celtherapie gericht op BCMA heeft opmerkelijke werkzaamheid laten zien voor recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM), maar het resultaat van de behandeling kan worden beperkt door variabele of negatieve BCMA-expressie. Een fase 1-studie in het Geaffilieerde Ziekenhuis van de Medische Universiteit van Xuzhou (China) heeft anti-BCMA/GPRC5D bispecifieke CAR T-cellen voor RRMM geëvalueerd. Prof. Zhenyu Li en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde 24 RRMM-patiënten (leeftijd 18 tot en met 75 jaar; ECOG performance status 3 of beter). Na de aferese werden drie patiënten geëxcludeerd (twee wegens snelle progressie van de ziekte; één wegens falen van de productie van de CAR T-cellen). De overige patiënten kregen in de doserings-escalatiefase oplopende doseringen CAR-T cellen toegediend. Twee patiënten hadden doseringslimiterende toxiciteit met de 4,0 x 106 CAR T-cellen per kg dosering. De hoogst-verdragen dosering was 2,0 x 106 CAR T-cellen per kg. De meest-waargenomen graad 3 of hoger adverse events waren hematologische toxiciteiten (90% van de patiënten). CRS (alleen graad 1 of 2) werd gezien in 71% van de patiënten. Onder patiënten die de hoogst-verdragen dosering kregen werd geen ICANS waargenomen. De ORR was 86%, met complete respons of beter in 62%, en MRD-negativiteit in 81%. Onder de patiënten die 2,0 x 106 CAR T-cellen per kg kregen was de ORR 92%, met complete respons of beter in 75%.

De onderzoekers concluderen dat anti-BCMA/GPRC5D bispecifieke CAR T-celtherapie een goed veiligheidsprofiel had en bemoedigende activiteit onder patiënten met RRMM.

1.Zhou D, Sun Q, Xia J et al. Anti-BCMA/GPRC5D bispecific CAR T cells in patients with relapsed or refractory multiple myeloma: a single-arm, single-centre, phase 1 trial. Lancet Haematol 2024-00176-5

Summary: A phase 1 trial at Xuzhou Medical University (China) found that anti-BCMA/GPRC5D bispecific CAR T cells had a good safety profile and encouring activity in patients with relapse or refractory multiple myeloma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van foritinib voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom met ROS1-rearrangement (0)
2024-07-24 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ROS1-rearranged aNSCLC foritinib
Prof. Yi-Long WuDe goedgekeurde gerichte behandelingen voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met ROS1-rearrangement hebben inadequate intracraniële werkzaamheid of hebben CNS-gerelateerde toxiciteit. De multicenter fase 2-studie SAF001 in China heeft de ALK- en ROS1-remmer foritinib voor ROS1-rearranged aNSCLC geëvalueerd. Prof. Yi-Long Wu (Zuidelijke Medische Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Respiratory Medicine.1




SAF-001, uitgevoerd in 29 centra, includeerde volwassen patiënten met lokaal-gevorderd of metastatisch NSCLC met ROS1-rearrangement en een ECOG performance status 2 of beter in twee fasen. Patiënten die geen of ten hoogste één eerdere lijn van behandeling met ROS1-remmer hadden gekregen werden geïncludeerd in fase 2a en kregen 80, 120, 160, 0f 210 mg foritinib eenmaal daags. Patiënten die ROS1-remmer therapie-naïef waren werden geïncludeerd in fase 2b en kregen de aanbevolen fase 2-dosering van 160 mg foritinib eenmaal daags. Het primaire eindpunt was centraal onafhankelijk beoordeelde objective response rate.

Fase 2a telde 42 patiënten, onder wie 17 eerder een ROS1-remmer hadden gekregen en 25 die ROS1-remmer therapie-naïef waren. In fase 2a was de ORR 94% (95%-bti 71-100) onder de ROS1-remmer naïeve patiënten en 40% (21-61) onder de patiënten die eerder een ROS1-remmer hadden gekregen. Onder de 56 patiënten in fase 2b was de ORR 88% (95%-bti 76-95). Een vooraf-gespecificeerde exploratieve analyse liet zien dat onder de 41 patiënten met baseline CNS-metastasen de ORR 100% was (95%-bti 48-100) in ROS1-remmer naïeve patiënten in fase 2a, 40% (16-68) in patiënten die eerder ROS1-remmer hadden gekregen in fase 2a, en 90% (70-99) onder de patiënten in fase 2b. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events vonden plaats in 32% van de patiënten. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat foritinib systemische en intracraniële antitumoractiviteit had onder ROS1-remmer naïeve patiënten met ROS1-rearranged aNSCLC en goed verdragen werd.

1.Yang J-J, Zhou J, Liu S-YM et al. Foritinib in advanced ROS1-rearranged non-small-cell lung cancer in China: a multicentre, open-label, single-arm, phase 2 study. Lancet Respir Med 2024-00171-1

Summary: The multicenter phase 2 SAF001 trial in China found that foritinib showed systemic and intracranial antitumor activity and good tolerability in ROS1-inhibitor-naive patients with ROS1-rearranged aNSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van intratumorale Escherichia op uitkomsten met ICI voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-07-24 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ICI for aNSCLC impact of intratumoral Escherichia
Prof. Charles RudinEr is geen informatie beschikbaar over de impact van het intratumorale microbioom op werkzaamheid van immuuncheckpointremming (ICI) voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC). Een retrospectieve studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) heeft impact van intratumorale Escherichia op uitkomsten met ICI voor aNSCLC geïnventariseerd. Prof. Charles Rudin en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 958 patiënten in een ontdekkingscohort en 772 andere patiënten in een extern validatiecohort. Intratumorale Escherichia werden bepaald met next-generation sequencing van het tumorgenoom versus een bacteriegenoom-database. In het ontdekkingscohort was aanwezigheid van Escherichia in de tumor geassocieerd met significant langere overall survival (16 versus 11 maanden; HR 0,73; p=0,0065) onder patiënten die single-agent ICI kregen maar niet onder patiënten die combinatie chemo-immuuntherapie kregen. De associatie van intratumoraal Escherichia met langere OS bleef significant in multivariate analyse gecorrigeerd voor prognostische factoren, waaronder PD-L1 expressie. Deze waarnemingen werden bevestigd in het validatiecohort. Transcriptoomanalyse liet een correlatie zien van Escherichia-positiviteit met expressiesignaturen van immuuncelinfiltratie.

De onderzoekers concluderen dat detectie van intratumorale Escherichia geassocieerd was met overleving van aNSCLC-patiënten die single-agent ICI kregen.

1.Elkrief A, Montesion M, Sivakumar S et al. Intratumoral Escherichia is associated with improved survival to single-agent immune checkpoint inhibition in patientswith advanced non-small-cell lung cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that detection of intratumoral Escherichia was associated with longer overall survival among patients receiving single-agent ICI for advanced non-small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van curatieve strategie voor hoog-risico smeulend myeloom (0)
2024-07-24 12:00   ( Nieuws )
Tags:  high-risk smoldering myeloma
Dr. Maria-Victoria MateosEerdere studies hebben laten zien dat vroege behandeling van hoog-risico smeulend myeloom progressie naar multipel myeloom kan vertragen. Een multicenter fase 2-studie in Spanje heeft onderzocht of een behandeling die wordt gebruikt voor nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom curatief kan zijn onder patiënten met hoog-risico smeulend myeloom. Dr. Maria-Victoria Mateos (Hospital Universitario de Salamanca) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten (leeftijd 18 tot en met 70 jaar) met hoog-risico smeulend myeloom (twee-jaars risico van progressie hoger dan 50%). De patiënten kregen inductietherapie met carfilzomib, lenalidomide, en dexamethason (KRd), gevolgd door hoge-dosering melfalan autologe stamceltransplantatie (HDM-ASCT), twee KRd-consolidatiecycli, en twee jaar onderhoudsbehandeling met Rd. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met niet-detecteerbare meetbare residuele ziekte (uMRD) na ASCT. Een secundair eindpunt was uMRD-status vier jaar na ASCT.

De studie includeerde 90 patiënten met een mediane follow-up van 70,1 maanden (range 28,4-89,9). Drie maanden na ASCT had 62% van de patiënten uMRD, en vier jaar na ASCT was deze uMRD-status behouden gebleven in 31%. Progressie tot multipel myeloom werd gezien in vijf patiënten, en biochemische progressie in 36 patiënten. Niet-bereiken van uMRD aan het eind van de behandeling voorspelde biochemische progressie. Het 70-maands overall survival percentage was 92%. Neutropenie en infecties waren de meest-frequente adverse events, resulterend in één geval van behandelingsgerelateerd overlijden. Drie patiënten hadden volgende primaire maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat deze curatieve benadering resulteerde in een veelbelovend percentage van 31% van de patiënten met uMRD-status vier jaar na HDM-ASCT.

1.Mateos M-V, Martinez-López J, Rodriguez Otero P et al. Curative strategy for high-risk smoldering myeloma: carfilzomib, lenalidomide, and dexamethasone (KRd) followed by transplant, KRd consolidation, and Rd maintenance. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in Spain evaluated a curative approach for high-risk smoldering myeloma, resulting in uMRD-status in 31% of patients four years after stem-cell transplantation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 4-studie van eerstelijns pembrolizumab plus carboplatine en paclitaxel voor R/M HNSCC (0)
2024-07-23 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-B10
Dr. Marcin DzienisDe standaard eerstelijns behandeling voor recidiverend of metastatisch squameus celcarcinoom van hoofd en hals (R/M HNSCC) is pembrolizumab plus platina en fluorouracil (FU). FU is echter geassocieerd met potentiële uitdagingen, zoals continu vier-daags infuus, hoge kosten, en cardiovasculaire en gastroïntestinale toxiciteiten. De multinationale fase 4-studie KEYNOTE-B10 evalueerde eerstelijns pembrolizumab plus carboplatine en paclitaxel voor R/M HNSCC. Dr. Marcin Dzienis (Gold Coast University Hospital, Southport, Australië) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


KEYNOTE-B10 werd uitgevoerd in 33 centra in Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, en de Verenigde Staten. De studie includeerde volwassen patiënten met niet-eerder behandeld R/M HNSCC ongeacht de PD-L1 status. De patiënten kregen ten hoogste 35 cycli intraveneus pembrolizumab 200 mg iedere drie weken, plus ten hoogste 6 cycli carboplatine AUC 5 mg/ml/min, en naar keus van de lokale onderzoeker intraveneus paclitaxel 100 mg/m2 op dagen één en acht of 175 mg/m2 op dag één iedere drie weken. Het primaire eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde objectieve respons.

Van de 149 gescreende patiënten werden er 101 behandeld. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 18,9 maanden (range 9,1-27,0). Respons werd gezien in 49 van 101 patiënten (ORR 48%; 95%-bti 38,4-58,7), met complete respons in zeven patiënten. De figuur laat zien dat na een jaar 20,7% van de patiënten nog respons had (A), dat na een jaar 12,1% nog progressievrij was (B), en dat na een jaar 52,3% nog in leven was (C). Graad 3 tot en met 5 treatment-related adverse events werden gezien in 75% van de patiënten. Drie patiënten (3%) overleden aan oorzaken die door de lokale onderzoekers werden beoordeeld als samenhangend met de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van pembrolizum met carboplatine en paclitaxel als eerstelijns behandeling van R/M HNSCC veelbelovende antitumor werkzaamheid en een manageable veiligheidsprofiel had.

Summary: The multinational phase 4 KEYNOTE-B10 trial found that the combination of pembrolizumab plus carboplatin and paclitaxel had promising antitumor activity and a manageable safety profile in first-line R/M HNSCC.






  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Liquide biopten voor detectie van minimaal residuele ziekte in patiënten met vroeg-stadium colorectaalcarcinoom (0)
2024-07-23 13:30   ( Nieuws )
Tags:  UK TRACC Part B early CRC liquid biopsies for detecting MRD
Dr. Naureen StarlingAfwezigheid van postoperatief circulerend tumor DNA (ctDNA) identificeert patiënten die na resectie van colorectaalcarcinoom (CRC) een laag risico van recidief hebben en die mogelijk kandidaat zijn voor deëscalatie van adjuvante chemotherapie (ACT). De UK TRACC Part B studie is de tot op heden grootste studie die aan de hand van ctDNA-niveau minimaal-residuele ziekte (MRD)-status in patiënten met vroeg-stadium CRC bepaalt. Dr. Naureen Starling (The Royal Marsden, London) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

TRACC (‘tracking mutations in cell-free tumor DNA to predict relapse in early colorectal cancer’) includeerde patiënten met stadium I tot en met III resectabel CRC. Prospectieve plasmamonstername voor ctDNA-bepaling vond plaats voor en na de chirurgie, na ACT, iedere drie maanden in het eerste jaar en iedere zes maanden in het tweede en derde jaar, met jaarlijkse imaging. Het primaire eindpunt was de associatie tussen ctDNA-detectie na de chirurgie en het twee-jaars recidiefvrije overlevings (RFS)-percentage.

Tussen november 2016 en september 2022 includeerde TRACC Part B 1203 patiënten. Voor de nu gepubliceerde analyse werd MRD-status aan de hand van ctDNA bepaald in 997 plasmamonsters van 214 patiënten. Honderddrieënveertig patiënten waren evalueerbaar voor het primaire eindpunt (1,4% stadium I, 44,8% stadium II, en 53,8% stadium III). De mediane follow-up was 30,3 maanden. Het twee-jaars RFS-percentage was 91,1% in de groep patiënten met niet-detecteerbaar postoperatief ctDNA, en 50,4% in de groep patiënten met detecteerbaar postoperatief ctDNA (HR 6,5; p<0,0001). De mediane lead time van ctDNA-detectie en radiologisch recidief was 7,3 maanden (IQR 3,3-12,5).

De onderzoekers concluderen dat MRD-detectie in liquide biopten recidief voorspelt in patiënten met stadium I tot en met III CRC. UK TRACC Part C onderzoekt momenteel de mogelijkheid van ACT-deëscalatie in patiënten met niet-detecteerbaar postoperatief ctDNA.

1.Slater S, Bryant A, Aresu M et al. Tissue-free liquid biopsies combining genomic and methylation signals for minimal residual disease detection in patients with early colorectal cancer from the UK TRACC Part B study. Clin Cancer Res 2024-0226

Summary: The UK TRACC Part B trial found that tissue-free MRD detection with longitudinal sampling predicts recurrence in patients with stage I to III CRC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Informatie over maligniteiten: veranderingen in vertrouwen in health agencies van de Amerikaanse overheid in het COVID-19 tijdperk (0)
2024-07-23 12:00   ( Nieuws )
Tags:  change in trust in US government health agencies
Dr. Sanjay SheteHet publieke vertrouwen in de overheid van de Verenigde Staten is suboptimaal, maar health agencies hebben tot voor kort een aanzienlijk vertrouwen genoten. Een analyse van een nationaal representatieve survey (US Health Information National Trends Survey; HINTS) in 2020 (HINTS 5) en 2022 (HINTS 6) heeft het niveau van vertrouwen in van deze instellingen afkomstige informatie over maligniteiten onder volwassen inwoners van de Verenigde Staten onderzocht. Dr. Sanjay Shete (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

De 2020-survey had 3582 respondenten (responspercentage 37,7%) en de 2022-survey had 5979 respondenten (responspercentage (28,1%). In 2022 vergeleken met 2020 was er een significante afname van het percentage respondenten die aangaven vertrouwen te hebben in de door de overheidsinstellingen verstrekte informatie over maligniteiten (70,1%; 95%-bti 68,1-72,0% vergeleken met 77,8%; 95%-bti 75,4-80,0). Het percentage respondenten met vertrouwen nam eveneens af onder respondenten in de leeftijd van 18 tot 35 jaar; respondenten met college opleiding, non-Hispanic White respondenten, onder respondenten met een jaarinkomen van $ 75.000 of hoger, onder mannelijke respondenten, en onder urbane respondenten.

De onderzoekers concluderen dat in de Verenigde Staten tijdens de COVID-19 pandemie het algemene vertrouwen in door de overheid verstrekte informatie over maligniteiten aanzienlijk is afgenomen.

1.Chido –Amajuoyi OG, Talluri R, Oneyaka HK et al. Change in trust in US government health agencies for cancer information in the COVID-19 era. JAMA Network Open 2024;7:e2423744

Summary: Comparison of results of US Health Information National Trends Survey (HINTS) in 2020 and 2022 showed a significant decrease in public trust in cancer information distributed by US government health agencies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)