Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicohortstudie van primair mismatch repair deficiënte gliomen in kinderen, adolescenten, en jongvolwassenen (0)
2024-12-17 16:00   ( Nieuws )
Tags:  MMRD in pediatric gliomas
Prof. Uri TaboriPrimair mismatch repair deficiëntie (MMRD) is een pan-cancer mechanisme met unieke biologie en therapeutische mogelijkheden. Een multicohort studie in Canada heeft de prevalentie en impact van primair MMRD in kinderen, adolescenten, en jongvolwassenen (leeftijd tot en met 40 jaar) geïnventariseerd. Prof. Uri Tabori (The Hospital for Sick Children, Toronto) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1


De studie is gebaseerd op gegevens van twee bevolkings-gebaseerde cohorten in Toronto, met additionele validatie in pediatrische cohorten van St Jude Children’s Research Hospital en van het Children’s Brain Tumor Network. In totaal includeerde de studie 1389 gliomen. De prevalentie van MMRD liep uiteen van 3,7% tot 12,4% in hooggradig glioom (overall 30 van 483; 6,2%) en was lager dan 1% in laaggradig glioom (4 van 899; 0,4%). Er was geen primair MMRD in oligodendrogliomen (0 van 67) en zeldzaam in BRAF-V600E gemuteerde gliomen (1 van 110) en histon-mutant gedreven gliomen (1 van 150). In de leeftijdsgroep jonger dan 18 jaar werd MMRD gezien in 21 van 61 (34,3%) van de IDH-wildtype en H3-wildtype gliomen met pathogene TP53-varianten en in 5 van 8 (62,5%) gliomen met IDH-mutatie. De overleving van patiënten met primair MMRD was slecht, met name onder patiënten met IDH-mutant astrocytoom was primaire MMRD vergeleken met MMR-proficiënt glioom geassocieerd met ruim 12-voudige mortaliteit (HR 12,6; p=0,0011). Immuuncheckpointremming was geassocieerd met betere overleving van patiënten met primair MMRD glioom vergeleken met conventionele chemoradiotherapie-regimes (HR 0,4; p=0,0017).

De onderzoekers concluderen dat primaire MMRD in gliomen in patiënten in de leeftijd tot 40 jaar vaker voorkomt dan vroeger is gerapporteerd, en verrijkt is in specifieke moleculaire subgroepen. En geassocieerd is met slechte uitkomsten.

1.Negm L, Chung J, Nobre L et al. The landscape of primary mismatch repair deficient gliomas in childen, adolescents and young adults: a multi-cohort study. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multi-cohort study in Canada and the United States found that primary mismatch repair deficiency is more common than previously reported in gliomas in childeren, adolescents, and young adults. It is enriched in specific molecular subgroups, and is associated with poor outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van cannabidiol voor scan-gerelateerde angst in vrouwen met gevorderd mammacarcinoom (0)
2024-12-17 14:30   ( Nieuws )
Tags:  aBC CBD for scan-related anxiety
Dr. Ilana BraunIn verscheidene studies is gezien dat cannabidiol (CBD) anxiolytische werkzaamheid heeft zonder neuropsychiatrische risico’s. Een gerandomiseerde fase 2-studie van Dana-Farber Cancer Institute (Boston MA) heeft CBD voor scan-gerelateerde angst in vrouwen met gevorderd mammacarcinoom (aBC) geëvalueerd. Dr. Ilana Braun en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 50 volwassen aBC-patiënten met klinische anxiety. De vrouwen werden 1:1 gerandomiseerd naar oraal CBD 400 mg (n=25) of placebo (n=25) binnen 48 uur voor een scan van de tumor Het primaire eindpunt was intergroep vergelijking van de afraid subscale van de Visual Analog Mood Scale (VAMS) voorafgaand aan en twee tot vier uur na inname van CBD. De VAMS-scores werden omgerekend naar T-scores om de interpretatie te faciliteren. Voor het primaire eindpunt was de verandering in de VAMS afraid subscale numeriek groter in de CBD-groep, maar niet significant verschillend tussen de twee groepen (CBD: -19,1 ± 15,4; placebo -15,0 ± 10,9; p=0,37). Een secundair eindpunt was directe vergelijking van de anxiety niveaus twee tot vier uur na inname van CBD of placebo. Voor dit eindpunt was het verschil tussen de groepen wel significant: CBD 51,5 ± 12,8 en placebo 58,0 ± 11,6 (p=0,02). Er waren geen graad 3 of hoger toxiciteiten.

De onderzoekers concluderen dat CBD veilig kan worden gebruikt in patiënten met aBC en klinische anxiety, en dat de studie aanwijzingen heeft laten zien voor een mogelijk anxiolytisch effect in deze patiëntengroep (visual abstract).

1.Nayak MM, Chai P, Catalano PJ et al. Cannabidiol for scan-related anxiety in women with advanced breast cancer. A randomized clinical trial. JAMA Network Open 2024;7:e2450391

Summary: A randomized phase 2 trial at Dana-Farber Cancer Institute (Boston, MA) found that in women with advanced breast cancer, cannabidiol ingestion before a scan may have an anxiolytic effect.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen verbetering van adenoom-detectiepercentage van behandelaars en risico van colorectaalcarcinoom (0)
2024-12-17 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ADR improvement subsequent CRC risk
Dr. Nastazja PilonisPatiënten van behandelaars met hogere adenoom-detctiepercentages (ADRs) tijdens coloscopie hebben een lager risico van colorectaalcarcinoom (CRC) na screening-coloscopie. Een observationele studie in Polen heeft de associatie tussen verbetering van de ADR van behandelaars en de CRC-incidentie van hun patiënten geïnventariseerd. Dr. Nastazja Pilonis (Maria Sklodowska-Curie National Research Institute of Oncology, Warschau) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

De studie includeerde 789 behandelaars van het Polish Colonoscopy Screening Program, die tussen begin 2000 en eind 2017 tezamen 485.615 coloscopieën uitvoerden. De mediane baseline ADR van de behandelaars was 21,8%; de hoogste ADR was 63,0%. Patiënten van behandelaars met baseline ADR lager dan 26% en verbetering tijdens de follow-up hadden een postcoloscopie CRC-incidentie van 31,8 per 100.000 persoonsjaren, vergeleken met 40,7 per 100.000 persoonsjaren onder patiënten van behandelaars met een baseline ADR lager dan 26% zonder verbetering tijdens de follow-up (p<0,001). Patiënten van behandelaars met een baseline ADR 26% of hoger en verbetering tijdens de follow-up hadden een postcoloscopie CRC-incidentie van 23,4 per 100.000 persoonsjaren, vergeleken met 22,5 per 100.000 persoonsjaren onder patiënten van behandelaars met een baseline ADR van 26% of hoger zonder verbetering tijdens de follow-up (p=0,80).

De onderzoekers concluderen dat verbetering van de ADR van behandelaars alleen in geval van een baseline ADR lager dan 26% geassocieerd was met verlaging van de CRC-incidentie onder patiënten die coloscopie ondergingen.

1.Pilonis ND, Spychalski P, Kalager M et al. Adenoma detection rates by physicians and subsequent colorectal cancer risk. JAMA 2024.22975

Summary: An observational study in Poland found that improved adenoma detection rate of physicians over time was associated with lower CRC risk in patients who underwent colonoscopy compared with absence of ADR improvement, but only among patients whose physician had a baseline ADR of less than 26%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van aantal cycli adjuvante chemotherapie op uitkomsten na neoadjuvante therapie voor kliernegatief maagcarcinoom (0)
2024-12-16 16:00   ( Nieuws )
Tags:  node-negative GC adjuvant chemotherapy
Prof. Chaohui ZhengEr is geen duidelijkheid over het optimale aantal cycli adjuvante chemotherapie na neoadjuvante chemotherapie en chirurgie voor kliernegatief maagcarcinoom (GC). Een retrospectieve studie in vier centra in China heeft uitkomsten met verschillende aantallen cycli adjuvante chemotherapie geïnventariseerd. Prof. Chaohui Zheng (Fujian Medische Universiteit, Fuzhou) en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1

De studie includeerde 219 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2020 in de vier centra neoadjuvante chemotherapie kregen en chirurgie ondergingen voor kliernegatief GC, en vervolgens adjuvante chemotherapie kregen. Het primaire eindpunt was drie-jaars overlevingspercentage. Patiënten die tenminste vijf cycli adjuvante chemotherapie kregen hadden een significant beter 3-jaars OS-percentage dan patiënten die minder dan vijf cycli adjuvante chemotherapie kregen (86,8% versus 68,1%; p=0,016). Factoren die in multivariate analyse onafhankelijk geassocieerd waren met 3-jaars OS-percentage waren tenminste vijf cycli adjuvante chemotherapie (HR 0,367; p=0,014), ypT-stadium 2 of hoger (2,779; p=0,017) en slecht-gedifferentieerde tumoren (2.501; p=0,002). In gestratificeerde analyses was vijf of meer versus vier of minder cycli adjuvante chemotherapie geassocieerd met significant beter 3-jaars OS-percentage onder patiënten met ypT2-stadium 2 of hoger (82,5% versus 62,6%; p=0,025) en onder patiënten met slecht-gedifferentieerde tumoren (82,6% versus 53,3%; p=0,021).

De onderzoekers concluderen dat na neoadjuvante chemotherapie en chirurgie, patiënten met kliernegatief GC baat hadden bij tenminste vijf cycli adjuvante chemotherapie.

1.Yu J, Zheng H, Xue Z et al. Affect of adjuvant chemotherapy cycles on patients with node-negative gastric cancer following neoadjuvant chemotherapy: multicenter cohort study. Ann Surg Oncol 2024-16585-y

Summary: A multicenter retrospective study in China found that after neoadjuvant chemotherapy and surgery for node-negative gastric cancer, adjuvant chemotherapy for five or more cycles was associated with significantly higher 3-year overall survival rate compared with fewer than five cycles. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van klinische relevantie van vroege liquide biopsie onder patiënten met verdenking van metastatisch NSCLC (0)
2024-12-16 14:30   ( Nieuws )
Tags:  LIBELULE trial suspected mNSCLC early liquid biopsy
Dr. Aurélie SwalduzGenomische profilering van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom is van belang voor behandelkeuzen en tijdige initiatie van behandeling (TTI) of het vermijden van niet-geëigende behandeling. De multicenter fase 3-studie LIBELULE in Frankrijk heeft patiënten met radiologische verdenking van metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC) 1:1 gerandomiseerd naar diagnostische procedures volgens de praktijk in de afzonderlijke centra (controlegroep) of liquide biopsie testen bij het eerste bezoek (LB-groep). Dr. Aurélie Swalduz (Centre Léon Bérard, Lyon) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic Oncology.1

De studie includeerde 161 patiënten in de LB-groep en 158 in de controlegroep. De mediane leeftijd was 68 jaar; 29% waren niet-rokers, 18% had een performance status 2 of hoger, en 57% had adenocarcinoom. Het primaire eindpunt was TTI. In de LB-groep werd in 81% van de patiënten circulerend tumor DNA gedetecteerd. Onder alle patiënten was de gemiddelde TT niet significant lager in de LB-groep dan in de controlegroep (29,0 versus 34 dagen; p=0,26), maar onder patiënten die systemische behandeling kregen was dit wel het geval (29,1 versus 38,8 dagen; p=0,01), evenals in patiënten met niet-squameuze ziekte (29,5 versus 40,3 dagen; p=0,01) en in patiënten met eerstelijns targetable veranderingen (21 versus 37,4 dagen; p=0,004).

De onderzoekers concluderen dat vroege-biopsie testen niet onder alle patiënten met radiologische verdenking van mNSCLC, maar wel in subgroepen, resulteerde in kortere TTI.

1.Swalduz A, Schiffler C, Curcio H et al. LIBELULE: a randomized phase III study to evaluate the clinical relevance of early liquid biopsy in patients with suspicious metastatic lung cancer. J Thor Oncol 2024.12.011

Summary: The multicenter phase 3 LIBELULE trial in France found that early liquid biopsy testing did not significantly shorten the time to treatment initiation (TTI) in unselected patients referred for suspected mNSCLC, but did shorten TTI in patients eligible for systemic treatment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en netwerk meta-analyse van behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom (0)
2024-12-16 13:00   ( Nieuws )
Tags:  R R glioblastoma
Dr. Francesco SchettiniGlioblastoom is een agressieve primaire tumor van het centraal zenuwstelsel. Een systematisch overzicht en netwerk meta-analyse van vergelijkende fase 2- en fase -3 studies heeft verschillende behandelingen voor glioblastoom met relapse na adjuvante chemotherapie met elkaar vergeleken. Dr. Francesco Schettini (Universiteit van Barcelona, Spanje) en collega’s publiceren de analyse in The Oncologist.1


De analyse includeerde 24 studies die tezamen 27 verschillende behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom vergeleken. De studies telden tezamen 3733 patiënten. Er werden 23 verschillende regimes vergeleken voor overall survival (OS), 21 voor progressievrije overleving (PFS), en 26 voor objective response rate (ORR). De meeste studies hadden weinig statistisch vermogen, met uiteenlopende inclusiecriteria. Met lomustine monotherapie als comparator was alleen regorafenib superieur voor OS (HR 0,50; 95%-CrI 0,33-0,75). Regorafenib was voor OS superieur aan zestien andere regimes, waaronder NovoTTF-100A, bevacizumab monotherapie, en verscheiden bevacizumab-gebaseerde combinaties. Voor PFS en ORR was niet een van de behandelingen superieur aan de andere behandelingen.

De onderzoekers concluderen dat op basis van de nu beschikbare informatie regorafenib voor het eindpunt OS superieur is aan veel andere regimes, en dat er behoefte is aan grotere studies naar behandelingen voor recidiverend of refractair glioblastoom.

1.Schettini F, Pineda E, Rocca A et al. Identifying the best treatment choice for relapsing/refractory glioblastoma: a systematic review with multiple Bayesian network meta-analyses. The Oncologist 2024/oyae338

SummaryNetwork meta-analysis of 24 comparative phase 2 and 3 studies (3733 patients) found that for the end point overall survival regorafenib was the best regimen for relapsed glioblastoma, but most studies were underpowered, with varying inclusion criteria.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nivolumab plus relatlimab voor gevorderd melanoom: drie-jaars follow-up van RELATIVITY-047 (0)
2024-12-15 16:00   ( Nieuws )
Tags:  RELATIVITY-047 advanced melanoma nivolumab plus relatlimab
Prof. Hussain TawbiDe multinationale fase 2-3 studie RELATIVITY-047 randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch of niet-resectabel melanoom naar nivolumab (anti-PD-1) plus relatlimab (anti-LAG-3) of alleen nivolumab. In 2022 is gepubliceerd dat met mediaan 13,2 maanden follow-up de progressievrije overleving langer was in de combinatiegroep dan in de nivolumabgroep. Prof. Hussain Tawbi (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology resultaten van de studie na mediaan 33,8 maanden follow-up.1

RLETIVITY-047 randomiseerde 714 patiënten naar nivolumab plus relatlimab (n=355) of alleen nivolumab (n=350). De figuur laat zien dat de PFS (mediaan 10,22 versus 4,83 maanden; HR 0,79; 95%-bti 0,66-0,95) en de overall survival (mediaan 51,02 versus 34,10 maanden; HR 0,80; 95%-bti 0,66-0,99) significant langer waren met de combinatie dan met nivolumab monotherapie. De objective response rate was 43,7% versus 33,7%. Het profijt van toevoegen van relatlimab aan nivolumab werd gezien in de meerderheid van de vooraf-gespecificeerde subgroepen. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch of niet-resectabel melanoom, toevoegen van relatlimab aan nivolumab geassocieerd was met significant PFS- en OS-profijt, met een veiligheidsprofiel dat consistent was met wat eerder is gepubliceerd.

1.Tawbi H, Hodi FS, Lipson EJ et al. Three-year overall survival with nivolumab plus relatlimab in advanced melanoma from RELATIVITY-047. J Clin Oncol 2024-01124

Summary: Three-year follow-up of the multinational phase 2-3 trial RELATIVITY-047 found that among patients with previously untreated metastatic or unresectable melanoma, addition of relatlimab to nivolumab was associated with PFS and OS benefit, with a safety profile consistent with previous reports.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Omega-3 rijk en omega-6 arm voedingspatroon met visolie voor mannen op actieve surveillance voor prostaatcarcinoom (0)
2024-12-15 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CAPFISH-3 randomized trial
Prof. William AronsonMannen die actieve surveillance (AS) ondergaan voor prostaatcarcinoom hebben mogelijk baat bij aanpassingen van hun voedingsgewoonten die progressie van de ziekte kunnen tegengaan. Een fase 2-studie van University of California Los Angeles heeft de impact van een voeding die rijk is aan omega-3 vetzuren en arm aan omega-6 vetzuren aangevuld met visolie (D + FO) op de proliferatie (bepaald aan de hand van de Ki-67 index). Prof. William Aronson en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1



De studie includeerde 100 mannen op AS voor grade group 1 of 2 prostaatcarcinoom. De mannen werden gerandomiseerd naar D + FO of een controlegroep voor de duur van een jaar. Bij baseline en na één jaar werden same-site prostaatbiopten genomen. Het primaire eindpunt van de studie was verandering in Ki-67 index tussen baseline en één jaar. De Ki-67 index nam in de D + FO groep af van gemiddeld 1,34% bij baseline tot 1,14% na een jaar (- 15%), en nam in de controlegroep toe van gemiddeld 1,23% bij baseline tot 1,52% na een jaar (+24%) resulterend in statistisch significant verschil in Ki-67 verandering tussen de groepen (p=0,043). Er waren geen significante verschillen tussen de groepen in de secundaire eindpunten grade group, tumorlengte, Decipher genomische score, of PSA-niveau. Vier mannen in de D + FO groep discontinueerden de behandeling wegens bijwerkingen van de visolie.

De onderzoekers concluderen dat een voedingspatroon dat rijk is aan omega-3 vetzuren en arm is aan omega-6 vetzuren in combinatie met visolie resulteerde in significante verlaging van de Ki-67 index van mannen op AS voor prostaatcarcinoom.

1.Aronson WJ, Grogan T, Liang P et al. High omega-3, low omega-6 diet with fish oil for men with prostate cancer on active surveillance: the CAPFISH-3 randomized clinical trial. J Clin Oncol 2024.00608

Summary: The randomized phase 2 CAPFISH-3 trial, at the University of California Los Angeles, found that among men on active surveillance for prostate cancer, a high omega-3, low omega-6 diet plus fish oil for one year resulted in a significant reduction in Ki-67 index.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)