Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Cabozantinib plus atezolizumab voor niet-eerder behandeld aHCC en eerder-behandeld G/GEJ-adenocarcinoom (0)
2023-12-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  phase 1b COSMIC-021 trial expansion cohorts
Dr. Daneng LiCOSMIC-021 is een multicenter fase 1b-studie van de combinatie van cabozantinib (multikinaseremmer) en atezolizumab (anti-PD-L1) voor solide tumoren in volwassen patiënten. De expansiecohorten 14 en 15 evalueerden de combinatie voor niet-eerder behandeld gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) respectievelijk eerder-behandeld adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (GC/GEJ). Dr. Daneng Li (City of Hope Comprehensive Cancer Center, Duarte CA) en collega’s publiceren resultaten van deze cohorten in eClinicalMedicine.1


De twee cohorten includeerden 30 aHCC-patiënten en 31 GC/GEJ-patiënten. De patiënten kregen oraal cabozantinib 40 mg eenmaal daags en intraveneus atezolizumab 1200 mg eens per drie weken, tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objectieve respons. In het aHCC-cohort was de mediane duur van follow-up 31,2 maanden, en discontinueerden zes patiënten (20%) de behandeling wegens treatment-related adverse events. In het GC/GEJ-cohort was de mediane duur van follow-up 30,4 maanden, en discontinueerden drie patiënten (10%) de behandeling wegens TRAEs. De figuur laat zien dat de objective response rate 13% (95%-bti 4-31) bedroeg in het aHCC-cohort en 0% (0-11) in het GC-GEJ-cohort.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van cabozantinib en atezolizumab klinische werkzaamheid had met een manageable veiligheidsprofiel onder patiënten met niet-eerder behandeld aHCC.

1.Li D, Loriot Y, Burgoyne AM et al. Cabozantinib plus atezolizumab in previously untreated advanced hepatocellular carcinoma and previously treated gastric cancer and gastroseophageal junction adenocarcinoma: results from two expansion cohorts of a multicentre, open-label, phase 1b trial (COSMIC-021). eClinMed 2023.102376

Summary: Expansion cohort 14 of the multicenter phase 1b trial COSMIC-021 found activity with a manageable safety profile of the combination of cabozantinib and atezolizumab among patients with previously untreated advanced hepatocellular carcinoma. Expansion cohort 15 found no activity of the combination for previously treated gastric cancer or gastroesophageal junction adenocarcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van PIK3CA-mutatie met pCR en uitkomsten in vroeg-stadium HER2-positief mammacarcinoom (0)
2023-12-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  HER2-positive EBC PIK3CA mutation
Prof. Lisa CareyDe associatie van PIK3CA-mutaties met respons op behandeling en uitkomsten van patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC) is niet duidelijk. Een analyse in het cohort van de fase 3-neoadjuvante studie CALGB 40601 heeft deze associatie voor groepen patiënten met uiteenlopende hormoonreceptor (HR)-status en intrinsiek subtype (IMS) geïnventariseerd. Prof. Lisa Carey (University of North Carolina at Chapel Hill) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 184 patiënten met HER2-positief EBC, die tussen begin 2008 en eind 2012 neoadjuvant paclitaxel met trastuzumab, lapatinib, of beide kregen. Alle patiënten waren vrouwen, en de mediane leeftijd was 49 jaar (range 24-75). Onder deze patiënten waren 32 (17%) met PIK3CA-mutaties. De figuur laat zien dat de pCR-percentages lager waren in de groep patiënten met PIK3CA-mutaties dan in de groep met PIK3CA-wildtype, zowel in het overall cohort (34% versus 49%; p=0,14) als onder de patiënten die trastuzumab kregen (30% versus 54%; p=0,045). Na mediaan 9 jaar follow-up waren PIK3CA-mutaties geassocieerd met slechtere gebeurtenisvrije overleving in het overall cohort (HR 2,58; p=0,01). Deze associatie bleef statistisch significant in multivariate analyse, gecorrigeerd voor pCR, HR-status, en IMS (HR 2,52; p=0,02). Deze associatie was significant onder HR-positieve (HR 3,60; p=0,006) en luminale subtypen (4,84; p=0,04) maar niet in nonluminale en HR-negatieve tumoren.

De onderzoekers concluderen dat in HER2-positief EBC, PIK3CA-mutaties geassocieerd waren met lagere pCR-percentages en onafhankelijk geassocieerd waren met slechtere lange-termijn EFS. Deze resultaten waren geassocieerd met PIK3CA-mutaties in HR-positief en luminaal EBC.

1.Zagami P, Fernandez-Martinez A, Rashid NU et al. Association of PIK3CA mutation with pathologic complete response and outcome by hormone receptor status and intrinsic subtype in early-stage ERBB2/HER2-positive breast cancer. JAMA Network Open 2023;6:e2348814

Summary: A cohort study of 184 patients found that among patients with HER2-positive early breast cancer, PIK3CA mutations were associated with lower pCR rates and independently associated with worse long-term EFS. These findings appear to be associated with PIK3CA mutations in HR-positive and luminal EBC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van hysterectomie en ovariëctomie met risico van non-Hodgkin lymfoom (0)
2023-12-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  hysterectomy oophorectomy NHL risk
Prof. Juhua LuoHysterectomie is geassocieerd met verhoogd risico van ongunstige gezondheidsuitkomsten. De associatie tussen hysterectomie en het risico van non-Hodgkin lymfoom (NHL) is niet duidelijk. Een retrospectieve analyse van prospectief verzamelde gegevens in het Women’s Health Initiative (WHI) heeft deze associatie geïnventariseerd. Prof. Juhua Luo (Indiana University, Bloomington) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Cancer.1

WHI includeerde 141.621 postmenopauzale vrouwen (leeftijd bij inclusie 50 to 80 jaar) die informatie verstrekten over persoonlijke geschiedenis van hysterectomie en ovariëctomie. Tijdens gemiddeld 17,2 jaar follow-up werd incident NHL vastgesteld in 1719 deelneemsters. Hysterectomie, ongeacht ovariëctomiestatus) was geassocieerd met verhoogd NHL-risico (HR 1,23; 95%-bti 1,05-1,44). Ovariëctomie was niet onafhankelijk geassocieerd met NHL-risico na correctie voor hysterectomie. De associatie tussen hysterectomie en het NHL-risico was beperkt tot vrouwen die nooit hormoontherapie gebruikt hadden (HR 1,35; 95%-bti 1,06-1,71) en vrouwen die hysterectomie hadden ondergaan voor de leeftijd 55 jaar.

De onderzoekers concluderen dat de analyse aangeeft dat hysterectomie een risicofactor is voor NHL.

1.Luo J, Hendryx M, Rohan TE et al. Hysterectomy, oophorectomy and risk of non_hodgkin’s lymphoma. Int J Cancer 2023.34820

Summary: Retrospective analysis of prospectively collected data indicates that hysterectomy was a risk factor for non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van perioperatief pembrolizumab plus chemotherapie voor lokaal-gevorderd G/GEJ-adenocarcinoom (0)
2023-12-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-585 LA G GEJ adenocarcinoma perioperative pembrolizumab plus chemotherapy
Dr. Kohei ShitaraEr is geen duidelijkheid over de werkzaamheid van de perioperatieve combinatie van immuuncheckpointremming en chemotherapie in patiënten met resectabel lokaal-gevorderd adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (LA-G/GEJ adenocarcinoom). De multinationale fase 3-studie KEYNOTE-585 heeft neoadjuvant en adjuvant pembrolizumab plus chemotherapie voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Kohei Shitara (National Cancer Center Hospital East, Kashiwa, Japan) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The Lancet Oncology.1

KEYNOTE-585 wordt uitgevoerd in 143 centra in 24 landen. De studie includeerde volwassen patiënten met niet-eerder behandeld resectabel LA-G/GEJ adenocarcinoom en een ECOG performance status 0 of 1. In het main cohort werden 804 patiënten gerandomiseerd naar drie cycli neoadjuvant pembrolizumab of placebo plus cisplatine-gebaseerde doublet chemotherapie, gevolgd door chirurgie en drie cycli adjuvant pembrolizumab of placebo plus chemotherapie en elf cycli pembrolizumab of placebo. In het FLOT cohort werden 200 patiënten gerandomiseerd naar vier cycli neoadjuvant pembrolizumab of placebo plus FLOT-chemotherapie (fluorouracil, docetaxel en oxaliplatine) gevolgd door chirurgie, vier cycli adjuvant pembrolizumab of placebo plus FLOT, en elf cycli adjuvant pembrolizumab of placebo. De nu gepubliceerde analyse heeft betrekking op het main cohort. Primaire eindpunten waren pathologisch complete respons, gebeurtenisvrije overleving, overall survival, en veiligheid.

De mediane follow-up van het main cohort op het moment van de nu gepubliceerde interimananalyse was 47,7 maanden (IQR 38,0-54,8). Voor het eindpunt pCR was pembrolizumab superieur aan placebo (12,0% versus 2,0%; p<0,00001). De mediane EFS was 44,4 maanden met pembrolizumab versus 25,3 maanden met placebo (HR 0,81; p=0,0198; niet voldoende voor het bereiken van de drempelwaarde voor statistische significantie p=0,0178). De mediane OS was 60.7 maanden met pembrolizumab versus 58,0 maanden met placebo (HR 0,90; p=0,174). Graad 3 of hoger adverse events of any cause werden gezien in 78% van de patiënten in de pembrolizumabgroep en 74% van de patiënten in de placebogroep. Graad 5 treatment-related adverse events troffen vier patiënten in de pembrolizumabgroep en twee patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van pembrolizumab aan neoadjuvante cisplatine-gebaseerde chemotherapie voor LA-G/GEJ adenocarcinoom resulteerde in significante verhoging van de pCR, maar dat dit profijt niet leidde tot significante verbetering van EFS en OS.

1.Shitara K, Rha SY, Wyrwicz L et al. Neoadjuvant and adjuvant pembrolizumab plus chemotherapy in locally advanced gastric or gastro-esophageal cancer (KEYNOTE-585): an interim analysis of the multicentre, double-blind, randomised phase 3 study. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-585 trial found that among patients with previously untreated resectable LA G/GEJ adenocarcinoma, addition of pembrolizumab to neoadjuvant cisplatin-based doublet chemotherapy did improve pCR, but did not lead to significant improvement in event-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Virtual reality voor symptoomcontrole en welzijn in patiënten met maligniteiten: Godrevy Project (0)
2023-12-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  virtual reality for symptom control and well-being in oncology
Dr. Niall MoonHet Godrevy Project is een interventiestudie die is opgezet om de effectiviteit van virtual reality (VR) op symptoomcontrole in patiënten met maligniteiten te onderzoeken. Het primaire eindpunt was de impact van VR op de revised Edmonton Symptom and Assessment System (ESAS-r)-score. Dr. Niall Moon (Royal Cornwall Hospitals NHS Trust, Truro) en collega’s publiceren de studie in BMJ Oncology.1




De studie includeerde 58 volwassen patiënten die inpatient systemische behandelingen kregen voor maligniteiten. De patiënten konden kiezen uit 18 verschillende VR-ervaringen, waarondet een bootreis, een eilandtoer, een kayak-toer, zonsondergang op een eiland, Venetië, Godrevy Beach, een aquarium en andere ervaringen. De interventie resulteerde in verbetering van de totale ESAS-r score met 42% versus baseline, en verbetering van de well-being ESAS-r score met 51% versus baseline. De meest-gerapporteerde bijwerking was slaperigheid. Er waren geen adverse events gerelateerd aan deelname aan de studie.

De onderzoekers concluderen dat het Godrevy Project laat zien dat VR een effectieve niet-farmacologische interventie kan zijn voor symptoombeheersing en welzijn onder patiënten met maligniteiten.

1.Moon NO, Henstridge-Blows J, Sprecher EA et al. ‘Godrevy Project: virtual reality for symptom contol and well-being in oncology and palliative car – a non-randomised pre-post interventional trial. BMJ Oncology 2023;2:e000160

Summary: The Godrevy Project demonstrated feasible and effective use of virtual reality on symptom control and well-being in patients with cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1b-2 studie van cadonilimab plus anlotinib als eerstelijns behandeling voor aNSCLC (0)
2023-12-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  aNSCLC first-line cadonilimab plus anlotinib
Prof. Lin WuCadonilimab is een bispecifiek antilichaam gericht op PD-1 en CTLA-4. Een multicenter fase 1b-2 studie in China heeft de combinatie van cadonilimab met de VEGFR-TKI anlotinib geëvalueerd voor niet-eerder behandeld gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) zonder sensitizerende EGFR/ALK/ROS1-mutaties. Prof. Lin Wu (Centraal-Zuidelijke Universiteit, Changsha) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De studie includeerde 49 patiënten die cadonilimab 15 mg/kg iedere drie weken plus anlotinib 10 mg eenmaal daags kregen, en 20 patiënten die cadonilimab 10 mg/kg iedere drie weken plus anlotinib 12 mg eenmaal daags kregen. Primaire eindpunten waren veiligheid en objective response rate. In de groep met cadonilimab 15 mg iedere drie weken werden treatment-related adverse events (TRAEs) gezien in 98% van de patiënten, graad 3 of hoger TRAEs in 59,2%, en TRAEs die resulteerden in discontinuering in 16,3%. In de groep met cadonilimab 10 mg iedere drie weken was dit het geval in 95% respectievelijk 25% en één patiënt (5%). De bevestigde ORRs in beide groepen waren 51,0% respectievelijk 60,0%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van cadonilimab 10 mg/kg iedere drie weken plus antlotinib 12 mg eenmaal daags manageable veiligheid had en veelbelovende werkzaamheid als eerstelijns chemotherapievrije behandeling voor aNSCLC.

1.Chen B, Yao W, Li X et al. A phase Ib/II study of cadonilimab (PD-1/CTLA-4 bispecific antibody) plus anlotinib as first-line treatment in patients with advanced non-small cell lung cancer. Br J Cancer 2023-02519-0

Summary: A multicenter phase 1b-2 trial in China found that among patients with previously untreated aNSCLC, the chemotherapy-free combination of cadonilimab 10 mg/kg every three weeks and anlotinib 12 mg once daily had manageable safety and promising efficacy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn follow-up van rituximab-onderhoud voor mantelcellymfoom in jongere patiënten in de LYMA-studie (0)
2023-12-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  LYMA trial MCL in younger patients rituximab maintenance
Prof. Steven Le GouillDe fase 3-studie LYMA in Frankrijk en België randomiseerde jongere (leeftijd 18 tot en met 65 jaar) patiënten met niet-eerder behandeld mantelcellymfoom (MCL), die na immuunchemotherapie en autologe stamceltransplantatie werden gerandomiseerd naar rituximab-onderhoudstherapie (375 mg/m2 iedere twee maanden gedurende drie jaar) of observatie. In 2017 is gepubliceerd dat met mediaan 50,2 maanden follow-up het vier-jaars gebeurtenisvrije overlevingspercentage 79% was in de rituximabgroep en 61% in de observatiegroep (p=0,001). Prof. Steven Le Gouill (Université Versailles Saint Quentin) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology lange-termijn resultaten van de studie.1



De mediane follow-up was op het moment van de nu gepubliceerde analyse 7,5 jaar. De mediane progressievrije overleving en overall survival werden onder alle patiënten tijdens deze follow-up niet bereikt. Het zeven-jaars PFS-percentage was 55,5% (95%-bti 49,5-61,0) and het zeven-jaars OS-percentage was 69,5% (63,8-74,5). De EFS was nog steeds statistisch significant superieur met rituximab-onderhoud versus observatie (mediaan niet bereikt versus 5,8 jaar; HR 0,39; p<0,0001) met zeven-jaars EFS-percentage 76,2% versus 46%. Rituximab verbeterde ook de PFS (na zeven jaar 78,5% versus 47,4%; HR 0,36; p<0,0001). Het zeven-jaar OS-percentage was 83,2% versus 72,2% (HR 0,63; p=0,088). De doodsoorzaken waren niet significant verschillend tussen de twee groepen, met lymfoom als belangrijkste doodsoorzaak en een zeer laag percentage patiënten die overleden met infecties samenhangende oorzaken.

De onderzoekers concluderen dat onder jongere patiënten met niet-eerder behandeld MCL, rituximab-onderhoud na immuunchemotherapie en autoSCT geassocieerd was met betere uitkomsten dan observatie.

1.Sarkozy C, Thieblemont C, Oberic L et al. Long-term follow-up of rituximab maintenance in young patients with mantle-cell lymphoma included in the LYMA trial: a LYSA study. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Long-term follow-up of the phase 3 LYMA trial found that among younger patients with previously untreated mantle cell lymphoma who underwent immunochemotherapy and autologous stem cell transplantation, rituximab maintenance resulted in superior outcomes when compared to observation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ongunstige bijwerkingen van lokale behandeling onder patiënten met gevorderd prostaatcarcinoom (0)
2023-12-19 14:30   ( Nieuws )
Tags:  locally advanced prostate cancer local treatment-related adverse effects
Dr. Saira KhanRecente studies hebben laten zien dat lokale behandeling met radicale prostatectomie of bestraling overlevingsuitkomsten kan verbeteren onder mannen met gevorderd prostaatcarcinoom. Er is weinig informatie beschikbaar over ongunstige bijwerkingen van deze behandeling. Een retrospectieve cohortstudie in de Verenigde Staten heeft deze adverse events geïnventariseerd. Dr. Saira Khan (Washington University in St Louis, MO) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 5502 mannen (gemiddelde leeftijd 68,7 ± 10,3 jaar) met een diagnose gevorderd prostaatcarcinoom tussen begin 1999 en eind 2013, die behandeld werden in medische centra van de Veterans Health Administration. Onder deze mannen kregen 1705 (31,0%) lokale behandeling. De figuur toont het voorkomen van adverse events. Driekwart (75,2%) van de patiënten met initieel lokale behandeling en 67,1% van de patiënten met niet-lokale behandeling rapporteerden tenminste één adverse aandoening gedurende meer dan twee jaar. In multivariate analyse was lokale behandeling geassocieerd met ongunstige gastroïntestinale (aOR 2,39; 95%-bti 1,52-1,83), seksuele (3,36; 2,56-4,41), en urinaire (1,39; 1,09-1,78) aandoeningen meer dan twee jaar na de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van de studie suggereren dat lokale behandeling voor gevorderd prostaatcarcinoom geassocieerd is met persistente ongunstige bijwerkingen.

1.Khan S, Chang S-H, Wang M et al. Local treatment and treatment-related adverse effects among patients with advanced prostate cancer. JAMA Network Open 2022.48057

Summary: A cohort study among patients with advanced prostate cancer found that local treatment was associated with persistent treatment-related adverse events across multiple domains.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)