Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Model voor voorspellen van uitkomsten met immuuncheckpointblokkade voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2023-01-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for aNSCLC LITE risk model
Dr. Vishal NavaniIntroductie van immuuncheckpointremmers (ICIs) heeft geresulteerd aan aanzienlijke verbetering van de oncologische uitkomsten van sommige patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC). Er is behoefte aan methoden voor het identificeren van aNSCLC-patiënten met waarschijnlijkheid van profijt van ICIs. Een multicenter observationele studie in Canada heeft geresulteerd in de ontwikkeling van het Lung Immune Therapy Evaluation (LITE)-model, dat aan de hand van baseline-kenmerken patiënten kan onderscheiden in groepen met uiteenlopende prognose. Dr. Vishal Navani (University of Calgary) en collega’s publiceren het model in Clinical Lung Cancer.1

De studie includeerde in de training set 342 aNSCLC-patiënten die tenminste één dosis ICI-monotherapie als eerstelijns behandeling kregen, en in een test set 153 patiënten die tweedelijns ICI kregen. De onderzoekers evalueerden twintig kandidaat-prognostische factoren. De analyses wezen uit dat drie baseline factoren significant geassocieerd waren met de overall survival: ECOG performance status (0, 1, of ≥ 2), LDH hoger dan de upper limit of normal, en neutrofiel/lymfocyt-ratio ≥3. De patiënten werden onderverdeeld in drie groepen, met een risicoscore 0-1 (gunstig, n=146), 2 (intermediair, n=101), of ≥3 (slecht, n=95). De mediane OS in deze drie groepen was 28,3 maanden; 9,1 maanden; en 2,1 maanden. De OS-HR was 2,08 (p<0,001) voor intermediair versus gunstig en 5,21 (p<0,001) voor slecht versus gunstig.

De onderzoekers concluderen dat het LITE-model, op basis van eenvoudig verkrijgbare baselin gegevens, de prognose met ICIs voor aNSCLC kan voorspellen.

1.Navani V, Meyers DE, Ruan Y et al. Lung Immune Therapy Evaluation (LITE) risk, a novel prognostic model for patients with advanced non-small cell lung cancer treated with immune checkpoint blockade. Clin Lung Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A multicenter observational study in Canada resulted in development of the LITE risk model that can discriminate survival outcomes with ICIs for aNSCLC on the basis of easily available baseline factors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingsuitkomsten met eerstelijns gerichte therapie voor metastatisch colorectaalcarcinoom in de klinische praktijk (0)
2023-01-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  mCRC targeted therapy and survival in clinical practice
Dr. Siran KoroukianOp basis van resultaten van klinische studies bevelen richtlijnen voor metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) eerstelijns gerichte therapie (TT) aan, met EGFR-remmers of VEGF-remmers afhankelijk van aan- of afwezigheid van specifieke mutaties. Omdat deze studies beperkt waren in patiëntenaantallen is er behoefte aan resultaten van deze behandelingen in de klinische praktijk. Een cohortstudie die gebruik maakte van gedeïdentificeerde gegevens van een database van 800 centra in de Verenigde Staten heeft overleving na eerstelijns TT voor mCRC geïnventariseerd. Dr. Siran Koroukian (Case Western Reserve University School of Medicine, Cleveland OH) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De database omvat gegevens van 9134 patiënten met een nieuwe diagnose mCRC tussen begin 2013 en april 2020 (54,4% mannen; 62,3% wit; mediane leeftijd bij diagnose 62 jaar; IQR 53-71). EGFR-remmers waren onderdeel van de eerstelijns behandeling voor 7,8% van de patiënten en VEGF-remmers voor 55,6%. Onder patiënten met RAS-wildtype tumoren kreeg 15,5% EGFR-remmers en 50,9% VEGF-remmer. Onder patiënten met RAS-gemuteerde tumoren kreeg 1,1% EGFR-remmers en 59,7% VEGF-remmers. Onder patiënten met BRAF-gemuteerde tumoren kreeg 6,3% EGFR-remmers en 57,2% VEGF-remmers. Meer dan eenderde van de patiënten kreeg noch EGFR-remmers noch VEGF-remmers. De figuur laat overlevingsuitkomsten zien. Vergeleken met geen TT was er alleen overlevingsvoordeel met EGFR-remmer voor RAS-wildtype mCRC (aHR 0,85; 95%-bti 0,74-0,98).

De onderzoekers concluderen dat sommige resultaten met eerstelijns TT voor mCRC in de klinische praktijk afwijken van wat is gezien in klinische studies.

1.Koroukian SM, Booker BD, Vu L et al. Receipt of targeted therapy and survival outcomes in patients with metatstatic colorectal cancer. JAMA Network Open 2023;6:e2250030

Summary: Analysis of a deidentified database found that among US patients with metastatic colorectal cancer in clinical practice survival outcomes with first-line targeted therapy differed from what has been seen in clinical trials.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in potentieel te voorkomen bezoeken aan spoedeisende hulp onder patiënten met maligniteiten in de VS (0)
2023-01-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  potentially preventable emergency department visits among cancer patients
Dr. Amir Alishahi TabrizEen eerste voorwaarde voor het verminderen van bezoeken aan de afdeling spoedeisende hulp (ED) onder patiënten met maligniteiten is het identificeren van kenmerken van patiënten die de ED bezoeken en onderzoeken welke van deze consulten voorkomen zouden kunnen worden. Een cross-sectionele studie van op basis van gegevens van de National Hospital Ambulatory Medical Care Survey heeft ED-bezoeken door volwassen patiënten met maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Amir Alishahi Tabriz (Moffitt Cancer Center, Tampa FL) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De onderzoekers identificeerden 35.510.014 ED-bezoeken door patiënten met maligniteiten tussen begin 2012 en eind 2019. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 66,2 ± 16,2 jaar. Van de ED-bezoeken werd 55,2% gebracht door vrouwen en 73,2% door non-Hispanic White patiënten. Op basis van de criteria van de Emergency Severity Index beoordeelden de onderzoekers 51,6% van de ED-bezoeken als potentieel-preventabel en 21,3% als zeer urgent of urgent. Het aantal potentieel-preventabele ED-bezoeken toe van 1.851.692 in 2012 tot 3.214.276 in 2019. Pijn (36,9%) was de meest gebruikelijke reden voor als potentieel-preventabel beoordeelde ED-bezoeken, met een toename van 101,8% tussen 2012 en 2019. Het percentage van ED-bezoeken die resulteerden in niet-geplande ziekenhuisopnamen veranderde niet significant, van 32,2% in 2021 tot 26,6% in 2019 (p voor trend 0,78). Tot factoren die geassocieerd waren met potentieel-preventabele ED-bezoeken behoorde wonen in een verpleeghuis (OR 1,73; 95%-bti 1,25-1,41), en tot factoren die geassocieerd waren met niet-geplande ziekenhuisopname behoorde aanwezigheid van meer dan één comorbiditeit (1,82; 1,43-2,32).

De onderzoekers concluderen dat in deze studie meer dan 50% van ED-bezoeken door patiënten met maligniteiten potentieel preventabel waren, en dat het aantal van deze bezoeken sterk toegenomen is tussen 2012 en 2019.

1.Tabriz AA, Turner K, Hong Y-R et al. Trends and characteristics of potentially preventable emergency department visits among patients with cancer in the US. JAMA Network Open 2023;6:e2250423

Summary: A cross-sectional study using data from the National Hospital Ambulatory Medical Care Survey investigated ED visits from 2012 to 2019. Using the Emergency Severity Index, more than half of these visits were deemed to be potentially preventable. From 2012 to 2019, the absolute number of potentially preventable ED visits increased substantially, by more than 75%. There was no significant change in the percentage of ED visits resulting in hospitalization (p=0.78 for trend).


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Maligne neoplasmen van het maagdarmkanaal na bloed- of beenmergtransplantatie (0)
2023-01-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  blood or marrow transplant GI malignant neoplasms
Dr. Andrew McDonaldEr zijn aanwijzingen voor een verhoogd risico van volgende maligne neoplasmen (SMNs) na bloed- of beenmergtransplantatie (BMT). Een retrospectieve cohortstudie van drie centra in de Verenigde Staten heeft het risico van ontwikkeling van SMNs in het maagdarmkanaal (GI) na BMT geïnventariseerd. Dr. Andrew McDonald (University of Alabama at Birmingham; UAB) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 6710 patiënten (58,4% mannen; mediane leeftijd bij BMT 46 jaar; range 0-78) die tenminste twee jaar overleefden na BMT tussen begin 1974 en eind 2014 uitgevoerd in City of Hope (Duarte CA), University of Minnesota (Minneapolis), of UAB. Het cohort omvatte 3444 patiënten die autologe BMT ondergingen en 3266 patiënten die allogene BMT ondergingen. Tijdens 62.479 persoonsjaren follow-up werden GI-SMNs gediagnostiseerd in 148 patiënten. Vergeleken met de algemene bevolking van de Verenigde Staten liepen de SIRs voor specifieke GI-SMNs uiteen van 2,1 (p<0,001) voor colorectaalcarcinoom tot 7,8 (p<0,001) voor slokdarmcarcinoom. Blootstelling aan cytarabine-conditionering was geassocieerd met verhoogd risico van colorectaalcarcinoom. Vergeleken met ontvangers van autologe BMT hadden ontvangers van allogene BMT met chronische GVHD verhoogd risico van slokdarmcarcinoom. Blootstelling aan etoposide-conditionering en pre-BMT anthracycline was geassocieerd met verhoogd risico van lever-SMNs.

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van de studie relevant zijn voor behandelaars die zorg leveren aan (het groeiend aantal) overlevers van BMT.

1.McDonald A, Dai C, Meng Q et al. Malignant neoplasms of the gastrointestinal tract after blood or marrow transplant. JAMA Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective cohort study investigated the risk of subsequent malignant neoplasms of the gastrointestinal tract (GI SMNs) in survivors of blood or marrow transplant (BMT) during 62 479 person-years of follow-up. The standardized incidence ratios for developing specific SMNs ranged from 2.1 (p<0.001) for colorectal cancer tot 7.8 (p<0.001) for esophageal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van futibatinib voor intrahepatisch cholangiocarcinoom met FGFR2-rearrangement (0)
2023-01-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  FOENIX-CCA2 Study FGFR2-rearranged ICC futibatinib
Dr. Lipika GoyalDe incidentie van intrahepatisch cholangiocarcinoom (ICC) neemt wereldwijd toe. Chirurgie is de belangrijkste curatieve optie, maar tot twee van elke drie patiënten hebben recidief. Fusies of rearrangements van de fibroblast groeifactorreceptor 2 (FGFR2) worden gezien in 14% van de ICC-patiënten. Futibatinib is een volgende-generatie selectieve irreversibele remmer van FGFR1-4. De multinationale fase 2-studie FOENIX-CCA2 heeft futibatinib voor ICC met FGFR2-rearrangement geëvalueerd. Dr. Lipika Goyal (Stanford Cancer Center, Palo Alto CA) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

FOENIX-CCA2 werd uitgevoerd in 47 centra in dertien landen. De studie includeerde 103 patiënten met niet-resectabel of metastatisch ICC met FGFR2-rearrangement, waarvoor ze tenminste één eerdere lijn systemische behandeling hadden gekregen (geen FGFR-remmers). De patiënten kregen oraal futibatinib 20 mg eenmaal daags tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was centraal onafhankelijk beoordeelde objectieve respons. Deze werd gezien in 43 patiënten (ORR 42%; 95%-bti 32-52). De mediane follow-up was 17,1 maanden. De mediane duur van respons was 9,7 maanden, de mediane progressievrije overleving was 9,0 maanden en de mediane overall survival was 21,7 maanden. Alle patiënten hadden tenminste één adverse event, maar slechts in twee patiënten (2%) resulteerden bijwerkingen in permanente discontinuering van futibatinib. Er waren geen graad 5 TRAEs, en de kwaliteit van leven verslechterde niet tijdens de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat onder eerder-behandelde patiënten met ICC met FGFR2-rearrangement, futibatinib verdragen werd en resulteerde in klinisch profijt (visual abstract).

1.Goyal L, Meric-Bernstam F, Hollebecque A et al. Futibatinib for FGFR2-rearranged intrahepatic cholangiocarcinoma. N Engl J Med 2023;388:228-239

Summary: The multinational phase 2 FOENIX-CCA2 trial evaluated futibatinib for unresectable or metastatic FGFR2-rearranged ICC after at least one previous line of systematic therapy. Response was seen in 42% of the patients (95% CI 32-52) with median duration of response 9.7 months. At median follow-up of 17.1 months, the median progression-free survival was 9.0 months and median overall survival was 21.7 months. Treatment-related adverse events led to permanent discontinuation of futibatinib in 2% of the patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van voldoen aan chirurgie-kwaliteitscriteria en overleving van vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2023-01-19 14:30   ( Nieuws )
Tags:  early-stage NSCLC surgical QMs adherence overall survival
Dr. Brendan HeidenChirurgische resectie is de behandeling van eerste keus voor fitte patiënten met vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom. Chirurgie-kwaliteitscriteria (quality metrics; QMs) zijn van belang voor het optimaliseren van lange-termijn uitkomsten na resectie met curatieve intentie. Een retrospectieve cohortstudie van Washington University School of Medicine (St. Louis, MO) heeft geresulteerd in het ontwikkelen van een chirurgie-kwaliteitsscore voor patiënten met stadium I NSCLC die definitieve chirurgie ondergaan. Dr. Brendan Heiden en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1

De studie includeerde 9268 US Veterans (96,4% mannen; gemiddelde leeftijd 67,6 ± 7,9 jaar; 58,4% rokers) die tussen begin oktober 2006 en eind september 2016 chirurgie ondergingen voor stadium I NSCLC. Op basis van moderne behandelrichtlijnen definieerden de onderzoekers vijf chirurgie-QMs: tijdige chirurgie, minimaal-invasieve benadering, anatomische resectie, adequate lymfeklier-sampling, en negatieve chirurgische marge. Aan het tijdige-chirurgie criterium voldeed 68,9% van de ingrepen; minimaal-invasieve benadering gold voor 41,4%; lobectomie voor 71,1% en segmentectomie voor 5,5%; adequate lymfeklier-sampling voor 34,0%; en negatieve chirurgische marge voor 96,7%.

De onderzoekers ontwikkelden een VALCAN-O score (‘Veterans Affairs Lung Cancer Operative quality score’) met waarden uitlopend van 0 bij het voldoen aan niet één van de criteria tot 13 bij het voldoen aan alle criteria. De mediane overall survival was significant verschillend voor groepen patiënten met verschillende score-categorieën. De mediane OS was 2,6 jaar (IQR 1,0-5,7) in de groep met 0 tot en met 5 punten; 4,3 jaar (IQR 1,7-8,6) in de groep met 6 tot en met 8 punten; 6,3 jaar (IQR 2,6-11,4) in de groep met 9 tot en met 11 punten; en 7,0 jaar (IQR 3,0-12,5) in de groep met 12 of 13 punten (p<0,001). Ook de recidiefvrije overleving nam significant toe met toenemende VALCAN-O score. De associatie tussen VALCAN-O en OS werd gevalideerd in een cohort van 107.674 patiënten met gegevens in de National Cancer Database.

De onderzoekers concluderen dat de studieresultaten suggereren dat bij chirurgie voor stadium I NSCLC voldoen aan chirurgie-kwaliteitscriteria geassocieerd is met verbeterde OS en RFS.

1.Heiden BT, Eaton DB, Chang S-H et al. Association between surgical quality metric adherence and overall survival among US veterans with early-stage non-small cell lung cancer. JAMA Surg 2023; epub ahead of print

Summary: In a cohort study of 9628 veterans, adherence to intraoperative quality metrics (timely surgery, minimally invasive approach, anatomic resection, adequate lymph node sampling, and negative surgical margin) was associated with improved overall and recurrence-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Update van overleving na neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab voor macroscopisch stadium III melanoom (0)
2023-01-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  OpACIN and OpACIN-neo trials stage III melanoma neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab
Prof. Christian BlankNeoadjuvant ipilimumab plus nivolumab leidde tot hoge percentages respons in patiënten met macroscopisch stadium III melanoom, resulterend in hoge percentages overlevende patiënten tijdens korte-termijn follow-up. Update van twee multinationale studies heeft langere-termijn resultaten van deze behandeling geïnventariseerd. Prof. Christian Blank (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de update in Annals of Oncology.1

De OpACIN-studie randomiseerde 20 patiënten met macroscopisch stadium III melanoom naar ipilimumab plus nivolumab iedere drie weken naar vier cycli adjuvante behandeling of twee cycli neoadjuvante en twee cycli adjuvante behandeling. De OpACIN-neo studie randomiseerde 86 patiënten met macroscopisch stadium III melanoom naar drie verschillende doseringscombinaties van neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab, gevolgd door chirurgie.

De mediane recidiefvrije overleving en overall survival werden in geen van beide studies bereikt. Na mediaan 69 maanden follow-up van OpACIN was recidief gezien in één van zeven patiënten met pathologische respons op neoadjuvante behandeling. De vijf-jaars RFS- en OS-percentages waren 70% respectievelijk 90% in de neoadjuvante arm en 60% respectievelijk 70% in de adjuvante arm. Na mediaane 47 maanden follow-up van OpACIN-neo waren de drie-jaars RFS- en OS-percentages 82% respectievelijk 92%. De drie-jaars RFS-percentages in OpACIN-neo waren 95% onder patiënten met pathologische respons versus 37% voor patiënten zonder pathologische respons. In multivariate analyse was achterwege blijven van pathologische respons de sterkste voorspeller van recidief. Onder de twaalf patiënten met afstandsrecidief na neoadjuvante therapie hadden vijf respons op volgende anti-PD-1 therapie en acht op volgende gerichte therapie. Zeven van deze patiënten hadden na initiële respons progressie.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante gecombineerde immuuncheckpointremming resulteerde in hoge overlevingspercentages onder patiënten met macroscopisch stadium III melanoom, vooral onder patiënten met pathologische respons.

1.Versluis JM, Menzies AM, Sikorska K et al. Survival update of neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab in macroscopic stage III melanoma in the OpACIN and OpACIN-neo trials. Ann Oncol 2023.01.004

Summary: Long-term follow-up of the OpACIN and OpACIN-neo trials found that neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab resulted in high survival rates among patients with macroscopic stage III melanoma, especially among patients with pathologic response

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van expressie van siglec-15 met resultaten van neoadjuvante chemoradiotherapie voor ESCC (0)
2023-01-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  esophageal squamous cell carcinoma siglec15 expression neoadjuvant CRT
Dr. Mian XiSialic acid-binding immunoglobulin-like 15 (siglec-15) is een recent-geïdentificeerd immuuncheckpoint-molecuul. Een retrospectieve cohortstudie van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft de associatie van expressie van siglec-15 in tumoren van patiënten met squameus celcarcinoom van de slokdarm (ESCC) met resultaten van neoadjuvante chemoradiotherapie (CRT) geïnventariseerd. Dr. Mian Xi en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 130 patiënten (83,1% mannen; mediane leeftijd 56 jaar; range 42-73) die tussen juni 2002 en december 2018 neoadjuvante CRT en oesofagectomie voor ESCC kregen. In pre-CRT biopten bepaalden de onderzoekers expressie van siglec-15 en PD-L1 door tumorcellen en tumor-geassocieerde macrofagen. Eindpunten van de studie waren associaties van de expressie van siglec-15 met pathologisch complete respons, recidiefvrije overleving, en overall survival.

De siglec-15 expressie in tumorcellen was positief geassocieerd met siglec-15 expressie in tumor-geassocieerde macrofagen (r=0,78; p<0,001). pCR na neoadjuvante CRT werd gezien in 58 (44,6%) van 130 patiënten. Siglec-15 positiviteit, vergeleken met siglec-15 negativiteit, was significant geassocieerd met hoger percentage pCR (52,9% versus 35,0%; p=0,04). Deze figuur laat zien dat siglec-15 positiviteit ook geassocieerd was met langere RFS (HR 0,48; p=0,02), en langere OS (HR 0,46; p=0,01), terwijl PD-L1 positiviteit in tumorcellen invers geassocieerd was met overleving. Onder alle fenotypes werd de de beste overleving gezien in patiënten met een combinatie van siglec-15 positiviteit en PD-L1 negativiteit (‘type II’; 21,5% van de patiënten). De resultaten werden gereproduceerd in een validatiecohort van 55 patiënten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die neoadjuvante CRT krijgen voor ESCC, siglec-15 positiviteit geassocieerd was met betere pCR en meer-gunstige overleving. Siglec-15 expressie zou een biomarker kunnen zijn voor het identificeren van patiënten met waarschijnlijkheid van profijt van neoadjuvante CRT.

1.Zhou S, Wang Y, Zhang R et al. Association of sialic acid-binding immunoglobulin-like lectin 15 with phenotypes in esophageal squamous cell carcinoma in the setting of neoadjuvant chemoradiotherapy. JAMA Network Open 2023;6:e2250965

Summary: A retrospective cohort study in China found that among patients receiving neoadjuvant chemoradiotherapy for esophageal squamous cell carcinoma, expression of siglec-15 was associated with better pCR rate and more favorable survival rates.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)