Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van garsorasib voor eerder-behandeld niet-kleincellig longcarcinoom met KRAS–G12C mutatie (0)
2024-06-11 12:00   ( Nieuws )
Tags:  KRAS G12C-mutated NSCLC garsorasib
Prof. Shun LuGarsorasib is een remmer van KRASG12C. Een fase 2-studie in 43 centra in China heeft garsorasib geëvalueerd voor patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom met KRASG12C-mutatie, die eerder behandeld waren met platina-gebaseerde chemotherapie en immuuncheckpointremmers. Prof. Shun Lu (Shanghai Jiao Tong Universiteit) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Respiratory Medicine.1

De studie includeerde 123 patiënten (mediane leeftijd 64 jaar, 108 mannen en 15 vrouwen) die oraal garsorasib 600 mg tweemaal per dag kregen. Het primair eindpunt van de studie was centraal-beoordeelde objective response rate. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 7,9 maanden (IQR 5,3-10,4) en hadden 82 patiënten (67%) de behandeling gediscontinueerd. Respons werd gezien in 61 van 123 patiënten (ORR 50%; 95%-bti 41-59). Treatment-related adverse events werden gerapporteerd door 117 patiënten (95%) met graad 3 of hoger TRAEs in 61 patiënten (50%). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen, en de meeste adverse events werden goed gemanaged.

De onderzoekers concluderen dat garsorasib langdurig werkzaam kan zijn in eerder-behandelde patiënten met KRASG12C-gemuteerd NSCLC, met een acceptabel en manageable veiligheidsprofiel.

1.Li Z, Dang X, Huang D et al. Garsorasib in patients with KRASG12C-mutated non-small cell lung cancer in China: an open-label, multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Respir Med 2024-00110-3

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that garsorasib had a high response rate, long duration of response, and an acceptable and manageable safety profile among patients with previously treated KRASG12C-mutated NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival met dostarlimab plus chemotherapie voor endometriumcarcinoom in de RUBY-studie (0)
2024-06-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ENGOT-EN6 GOG-3031 RUBY endometrial cancer dostarlimab
Prof. Mansoor MirzaDe multinationale fase 3-studie RUBY randomiseerde patiënten met primair gevorderd (stadium III of IV) of eerst-recidiverend endometriumcarcinoom naar dostarlimab (anti-PD-1) plus carboplatine-paclitaxel chemotherapie of placebo plus carboplatine-paclitaxel gedurende zes drie-weekse cycli, gevolgd door drie jaar dostarlimab of placebo onderhoudstherapie. Vorig jaar is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant langer was in de dostarlimabgroep dan in de placebogroep. Prof. Mansoor Mirza (Rigshospitalet Kopenhagen, Denemarken) en collega’s publiceren nu in Annals of Oncology resultaten voor het coprimaire eindpunt overall survival.1




RUBY includeerde 494 patiënten die werden gerandomiseerd naar de dostarlimabgroep (n=245) of de placebogroep (n=249). De analyse van OS werd uitgevoerd met 51% maturiteit. Onder alle patiënten tezamen was dostarlimab versus placebo geassocieerd met significante verbetering van de OS (HR 0,69; p=0,0020). De OS-impact van dostarlimab was sterker in de dMMR/MSI-H subgroep (HR 0,32; p=0,0002), en niet-significant in de MMRp/MSS subgroep (HR 0,47; p=0,0493). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van dostarlimab aan carboplatine-paclitaxel chemotherapie resulteerde in significante verbetering van de OS onder patiënten met primair gevorderd of recidiverend endometriumcarcinoom, met een acceptabel veiligheidsprofiel.

1.Powell MA, Bjørge L, Willmott L et al. Overall survival in patients with endometrial cancer treated with dostarlimab plus carboplatin-paclitaxel in the randomized ENGOT-EN6/GOG-3031/RUBY trial. Ann Oncol 2024.05.546

Summary: The multinational phase 3 RUBY trial found that among patients with advanced or first recurrent endometrial cancer, overall survival was longer with dostarlimab plus chemotherapy than with placebo plus chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Database-analyse van patronen van gebruik van chemotherapie voor cervixcarcinoom (0)
2024-06-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  cervical cancer chemotherapy use
Dr. Jason WrightEr is weinig informatie beschikbaar over de real-world patronen van het gebruik van chemotherapie onder patiënten met cervixcarcinoom. Een analyse van een USA-brede database heeft deze patronen onderzocht. Dr. Jason Wright (Columbia University, New York) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Gynecological Cancer.1

De analyse includeerde 5390 patiënten die tussen begin 2011 en eind 2020 primaire hysterectomie (49,5%) of primaire radiotherapie (50,5%) ondergingen voor cervixcarcinoom. Van de patiënten die primaire hysterectomie ondergingen kregen 36,7% adjuvante bestraling en 23,1% primaire chemotherapie. De meest-gebruikte chemotherapie-regimes waren single-agent platina (51,7%), platina-combinatietherapie (42,9%), en niet-platina chemotherapie (3,4%). Van de patiënten die primaire bestraling ondergingen, kregen 73,6% primaire of concurrente chemotherapie; hetzij alleen platina (66,4%), platina-combinatietherapie (32,2%), of niet-platina chemotherapie (1,4%). De mediane duur van primaire chemotherapie was 1,2 maanden.

Chemotherapie voor recidiverend cervixcarcinoom werd begonnen in 959 patiënten. De meest-gebruikte regimes waren platina-combinatietherapie (63,9%), niet-platina cytotoxische middelen (16,5%), single-agent platina (14,9%), gerichte therapie met bevacizumab (6,0%), en immuuntherapie met pembrolizumab (3,2%). Overall nam het percentage patiënten met single-agent platina therapie toe van 17,4% in 2011 tot 32,1% in 2019, terwijl platina-combinatietherapie in deze periode afnam van 64,1% tot 41,5%. Gebruik van niet-platina middelen nam toe van 18,5% in 2011 tot 26,4% in 2019.

De onderzoekers concluderen dat platina-gebaseerde chemotherapie in de Verenigde Staten de meest-gebruikte therapie is voor patiënten met cervixcarcinoom, zowel in de primaire setting als bij recidief.

1.Diggs A, Huang Y, Melamed A et al. Patterns of use of primary and first-line chemotherapy for recurrence among patients with cervical cancer. Int J Gynecol Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Retrospective analysis of data of 5390 patients with cervical cancer from 2011 to 2020 found that platinum-based chemotherapy is the most commonly used therapy, both in the primary setting and at the time of recurrence. The rate of use of non-platinum agents at first recurrence has increased over time.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten na protonentherapie voor niet-metastatisch CNS germinoom in kinderen en adolescenten (0)
2024-06-10 12:00   ( Nieuws )
Tags:  non-metastatic central nervous system germinoma proton therapy
Prof. Daniel IndelicatoRadiotherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van pure germinoma (PG) van het centraal zenuwstelsel (CNS) in kinderen en adolescenten. Protonentherapie (PT) ontziet normaal weefsel beter dan conventionele radiotherapie. Een retrospectieve studie van University of Florida College of Medicine (Jacksonville) heeft ervaringen met PT voor het management van PG in jongeren geïnventariseerd. Prof. Daniel Indelicato en collega’s publiceren de studie in Radiotherapy & Oncology.1

Tussen juli 2007 en oktober 2021 werden in Jacksonville 35 kinderen en adolescenten met niet-metastatisch CNS PG behandeld met PT. De meeste patiënten kregen inductiechemotherapie (n=31; 89%) en whole ventricular irradiation with an involved field boost (n=29; 83%). De meest-gebruikte totale dosering was 30 cobalt gray equivalent (CGE; n=18; 51,4%). De medianen follow-up was 6,2 jaar (range 0,9-15,2). De tien-jaars percentages voor lokale controle, vrijblijven van afstandsmetastasen, vrijblijven van progressie, en overall survival waren 100%, 100%, 100%, en 94%. De meest-waargenomen adverse events waren gehoorstoornis waarvoor gehoorappartuur nodig was (n=3), transiënte insomnie waarvoor medicatie vereist was (n=3), en nieuw-ontstaan endocrinopathie (n=1).

De onderzoekers concluderen dat moderne PT voor CNS-PG in jongere patiënten resulteerde in goede ziektecontrole, met relatief weinig ernstige stralingsbijwerkingen.

1.Brisson RJ, Indelicato DJ, Bradley JA et al. Long-term outcomes following proton therapy for non-metastatic central nervous system germinoma in children and adolescents. Radiotherapy & Oncology 2024.110371

Summary: A retrospective study at the University of Florida (Jacksonville) found disease control with little serious radiation side effects of proton therapy for non-metastatic central nervous system germinoma in children and adolescents.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Relatief risico van tweede maligne neoplasme in volwassen patiënten met maligniteiten in Finland (0)
2024-06-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  relative SMN risk in adult cancer patients
Dr. Sanna HeikkinenOnder patiënten met een first primary cancer (FPC) zou het risico van een second malignant neoplasm (SMN) hoger kunnen zijn dan het risico van een FPC onder personen in de algemene bevolking. Een analyse van de bevolkings-gebaseerde Finnish Cancer Registry (FCR) heeft deze risico’s geïnventariseerd. Dr. Sanna Heikkinen (FCR, Helsinki) en collega’s publiceren de analyse in Acta Oncologica.1

In de FCR identificeerden de onderzoekers 573.379 patiënten (50% mannen en 50% vrouwen) met een FPC tussen begin 1992 en eind 2021. Tijdens 3.867.789 persoonsjaren follow-up werden 60.464 SMNs gediagnostiseerd (56% in mannen en 44% in vrouwen). Onder mannelijke patiënten was het risico van SMN niet anders dan het risico van FPC onder mannen in de algemene bevolking (SIR 1,00; 95%-bti 0,99-1,01). Onder vrouwelijke patiënten was het risico van SMN 8% hoger dan onder vrouwen in de algemene bevolking (SIR 1,08; 95%-bti 1,06-1,09). De hoogste SIR van any SMN werd gezien onder patiënten in de leeftijd van twintig tot veertig jaar (mannen: SIR 2,28; 95%-bti 2,06-2,52; vrouwen: 1,61; 1,50-1,73). De SIRs namen af met toenemende leeftijd tot 0,90 (95%-bti 0,87-0,92) en 1,04 (1,00-1,07) onder mannen respectievelijk vrouwen in de leeftijd van tachtig jaar en ouder. De hoogste SIRs werden gezien onder patiënten met maligniteiten van lymfoïde en hematopoïetische weefsels en maligniteiten van mondholte en farynx; de laagste SIRs werden gezien voor patiënten met maligniteiten van mannelijke geslachtsorganen en vrouwelijk borst.

De onderzoekers concluderen dat verhoogde SIRs voor SMN werden gezien in volwassen FPC-patiënten met diagnose op vroege leeftijd.

1.Koivisto HAM, Nevala AO, Miettinen JM et al. Relative risk of second malignant neoplasms highest among young adult cancer patients- a population-based registry study in Finland. Acta Oncol 2024;63;418-425

Summary: A population-based registry study in Finland found an elevated relative risk of second malignant neoplasms among adult first primary cancer patients diagnosed at an early age.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van ramucirumab plus chemotherapie voor niet-eerder behandeld metastatisch thymuscarcinoom (0)
2024-06-09 13:30   ( Nieuws )
Tags:  RELEVENT trial mTC ramucirumab plus chemotherapy
Dr. Giuseppe Lo RussoThymuscarcinoom is een agressieve tumor. De geprefereerde eerstelijns behandeling voor metastatisch tumorcarcinoom (mTC) is carboplatine plus paclitaxel chemotherapie. De multicenter fase 2-studie RELEVENT in Italië heeft de combinatie van deze chemotherapie met het antiangiogene middel ramucirumab geëvalueerd. Dr. Giuseppe Lo Russo (Istituto Nazionale dei Tumori, Milaan) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1




De studie includeerde 35 mTC patiënten met ECOG performance status 0 (68,5%) of 1 (31.4%). De patiënten kregen zes cycli ramucirumab plus chemotherapie, gevolgd door ramucirumab-onderhoudsbehandeling tot progressie van de ziekte of niet-acceptabele toxiciteit.. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objective response rate. Deze ORR bedroeg 80% (95%-bti 63,1-91,6). De centraal-beoordeelde ORR was 57,6% (95%-bti 39,2-74,5). De mediane follow-up was 31,6 maanden. De mediane progressievrije overleving was 18,1 maanden (95%-bti 10,8-52,3) en de mediane overall survival was 43,8 maanden (31,9-NR). Tweeëndertig patiënten (91,4%) hadden tenminste één treatment-related adverse event, en 48,6% hadden een graad 3 of hoger TRAE.

De onderzoekers concluderen dat onder niet-eerder behandelde mTC-patiënten de combinatie van ramucirumab met carboplatine-paclitaxel chemotherapie actief is, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Proto C, Ganzinelli M, Manglaviti S et al. Efficacy and safety of ramucirumab plus carboplatin and paclitaxel in untreated metastatic thymic carcinoma: RELEVENT phase II trial (NCT03921671). Ann Oncol 2024.06.002

Summary: The multicenter phase 2 RELEVENT trial in Italy found efficacy and a manageable safety profile of the combination of ramucirumab plus carboplatin and paclitaxel for previously untreated metastatic thymic carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van eerstelijns toripalimab plus bevacizumab voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2024-06-09 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC first-line toripalimab plus bevacizumab
Prof. Chunyi HaoEr is behoefte aan meer-werkzame eerstelijns behandelingen voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC). Een multicenter fase 2-studie in China heeft de combinatie van toripalimab en bevacizumab voor niet-eerder behandeld aHCC geëvalueerd. Prof. Chunyi Hao (Peking University Cancer Hospital and Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 54 patiënten die iedere drie weken toripalimab 240 mg plus bevacizumab 15 mg/kg kregen. Primaire eindpunten waren veiligheid en tolerabiliteit en door lokale onderzoekers beoordeelde respons, met als vooraf-gedefinieerd criterium voor werkzaamheid een ondergrens van het 95%-betrouwbaarheids interval hoger dan 10%. De lokaal-beoordeelde ORR was 31,5% (95%-bti 19,5-45,6) waarmee voldaan werd aan het criterium voor werkzaamheid. De centraal-beoordeelde ORR was 46,3% (95%-bti 32,6-60,4), de mediane progressievrije overleving was 8,5 maanden (95%-bti 5,5-11,0) volgens lokale onderzoekers en 9,8 maanden (5,6-NE) volgens centrale beoordeling, en de mediane overall survival werd niet bereikt, met OS-percentages 77,3% en 63,5% na 12 respectievelijk 24 maanden. Graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events werden gerapporteerd voor 50% van de patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van toripalimab plus bevacizumab als eerstelijns behandeling voor aHCC een gunstig werkzaamheids- en veiligheidsprofiel had.

1.Chen Y, Du C, Shen S et al. Toripalimab plus bevacizumab as first-line treatment for advanced hepatocellular carcinoma: a prospective, multicenter, single-arm phase II trial. Clin Cancer Res 2024-0006/745810

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found efficacy and favorable safety of the first-line combination of toripalimab and bevacizumab for advanced hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Voorspellende impact van tumormutatiebelasting op real-world uitkomsten van eerstelijns ICIs voor metastatisch melanoom (0)
2024-06-08 15:00   ( Nieuws )
Tags:  first-line ICIs for mM TMB
Dr. Miles AndrewsDe betrouwbaarheid van hoge tumormutatiebelasting (TMB) voor het voorspellen van uitkomsten met eerstelijns immuuncheckpointremmers (ICIs) voor metastatisch melanoom (mM) is niet goed bekend. Een analyse van een gedeïdentificeerde USA-brede klinisch-genomische database heeft deze betrouwbaarheid onderzocht. Dr. Miles Andrews (Monash University, Melbourne, Australië) en collega’s publiceren de analyse in JCO Precision Oncology.1

In de database identificeerden de onderzoekers 497 mM-patiënten die eerstelijns anti-PD-1 monotherapie (n=240) of anti-PD-1 plus anti-CTLA-4 (n=257) kregen en een beschikbare tumorweefsel-gebaseerde TMB-score hadden. De TMB-score was hoog (≥ 10 mutaties per megabase) voor 352 patiënten (71%) en laag (<10 muts/Mb) voor 145 patiënten (29%). De figuur laat zien dat voor zowel de monotherapiegroep als voor de duale-therapiegroep real-world progressievrije overleving en overall survival significant beter waren in de groep met hoge TMB. Onder patiënten met BRAF-wildtype resulteerde duale ICI-therapie niet in significant betere uitkomsten dan ICI-monotherapie, en leverde het grootste profijt in de groep patiënten met TMB 10 tot 20 mut/Mb, waarmee een groep patiënten met zeer-hoge TMB (≥20 mut/Mb; n=247; 50%) en BRAF-mutatie werd geïdentificeerd voor wie ICI-monotherapie de geprefereerde eerstelijns behandeling zou kunnen zijn.

De onderzoekers concluderen dat onder mM-patiënten die eerstelijns ICIs kregen een hoge TMB voorspellend was voor superieure uitkomsten, en dat gecombineerde bepaling van TMB en BRAF-status van belang zou kunnen zijn voor de keuze van eerstelijns regime.

1.Andrews MC, Li G, Graf RP et al. Predictive impact of tumor mutational burden on real-world outcomes of first-line immune checkpoint inhibition in metastatic melanoma. JCO Precision Oncology 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of a US-based nationwide database found that among patients receiving first-line ICIs for metastatic melanoma, high tumor mutational burden (≥ 10 mut/MB) predicted superior outcomes, while coassessment of TMB and BRAF status may inform first-line regimen choice.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)