Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 3-studie van belantamab mafodotin, pomalidomide, en dexamethason voor multipel myeloom (0)
2024-06-05 13:29   ( Nieuws )
Tags:  DREAMM-8 trial RRMM BPd versus PVd
Prof. Meletios DimopoulosTriplet of quadruplet regimes met proteasoomremmers, immuunmodulatoren, en anti-CD38 antilichamen hebben geresulteerd in verlenging van overleving onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom. De meeste patiënten hebben echter na verloop van tijd relapse. Frontline lenalidomide-therapie heeft geleid tot toename van het aantal patiënten met lenalidomide-refractaire ziekte op het moment van relapse. De multinationale fase 3-studie DREAMM-8 heeft belantamab mafodotin, pomalidomide, en dexamethason (BPd) vergeleken met pomalidomide, bortezomib, en dexamethason (PVd) voor lenalidomide-blootgestelde patiënten met recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM) na tenminste één lijn van behandeling. Prof. Meletios Dimopoulos (Nationale en Kapodistrische University van Athene) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

DREAMM-8 includeerde 302 patiënten die werden gerandomiseerd naar BPd (n=155) of PVd (n=147). Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de 12-maands PFS-percentages 71% versus 51% waren met BPd respectievelijk PVd (HR 0,52; p<0,001). De overall survival data waren nog niet matuur. Percentages patiënten met partiële respons of beter waren 77% in de BPd-groep en 72% in de PVd-groep; complete respons of beter werd gezien in 40% versus 16%. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 94% van de patiënten in de BPd-groep en 76% van de patiënten in de PVd-groep. Oculaire gebeurtenissen kwamen voor in 89% van de patiënten in de BPd-groep (graad 3 of 4 in 43%) en in 30% van de patiënten in de PVd-groep (graad 3 of 4 in 2%). Oculaire gebeurtenissen in de BPd-groep werden gemanaged met belantamab mafodotin doseringsmodificatie. Oculaire gebeurtenissen resulteerde in discontinuering van de behandeling in 9% van de patiënten in de BPd-groep en in geen van de patiënten in de PVd-groep.

De onderzoekers concluderen dat onder lenalidomide-blootgestelde RRMM-patiënten, BPd vergeleken met PVd resulteerde in significant hoger PFS-profijt en diepere en meer duurzame responsen.

1.Dimopoulos MA, Beksac M, Pour L et al. Belantamab mafodotin, pomalidomide, and dexamethasone in multiple myeloma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 DREAMM-8 trial found that among lenalidomide-exposed patients with relapsed or refractory myeloma, BPd conferred a significantly greater benefit than PVd with respect to progression-free survival, as well as deeper, more durable responses.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van osimertinib voor EGFR-gemuteerde NSCLC met leptomeningeale metastasen (0)
2024-06-05 12:00   ( Nieuws )
Tags:  BLOSSOM trial osimertinib
Prof. Myung-Ju AhnNa behandeling van EFGR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met eerste- of tweedegeneratie EGFR-tyrosinekinaseremmers (TKIs) is er een hoge incidentie van leptomeningeale metastasen (LMs). De fase 2-studie BLOSSOM, in zes centra in Zuid-Korea, evalueerde osimertinib 80 mg eenmaal daags in NSCLC-patiënten met LMs na eerste- of tweedegeneratie EGFR-TKIs. Prof. Myung-Ju Ahn (Samsung Medisch Centrum, Seoel) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

BLOSSOM includeerde 73 patiënten onder wie 64 patiënten die evalueerbaar waren voor de werkzaamheid van osimertinib voor LMs. De mediane overall survival (primair eindpunt) was 15,6 maanden (95%-bti 11,5-20,2). De objective response rate (geblindeerd centraal beoordeeld) van de LMs was 51,6%, inclusief complete respons in 15,6%. Ziektecontrole werd gezien in 81,3%. De mediane LM-progressievrije overleving was 11,2 maanden (95%-bti 7,7-15,3) en de mediane duur van respons was 12,6 maanden (7,6-17,7). De meeste adverse events waren graad 1 en 2.

De onderzoekers concluderen dat osimertinib intracraniële werkzaamheid had in NSCLC –patiënten met LMs.

1.Park S, Baldry R,Hyung HA et al. Phase II efficacy and safety of 80 mg osimertinib in patients with leptomeningeal metastases associated with epidermal growth factor receptor mutation-positive non-small cell lung cancer (BLOSSOM). J Clin Oncol 024; epub ahead of print

Summary: The phase 2 BLOSSOM trial, at 6 centers in South Korea, found that among EGFR-mutated NSCLC patients with leptomeningeal metastases, osimertinib 80 mg once daily had intracranial efficacy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van isatuximab, bortezomib, lenalidomide, en dexamethason voor multipel myeloom (0)
2024-06-04 15:00   ( Nieuws )
Tags:  IMROZ trial NDMM isatuximab-VRd
Prof. Thierry FaconBortezomib, lenalidomide, en dexamethason (VRd) is een geprefereerd eerstelijns regime voor patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (NDMM). De multinationale fase 3-studie IMROZ heeft toevoeging van het anti-CD38 monoklonaal antilichaam isatuximab aan dit regime geëvalueerd. Dr. Thierry Facon (Centre Hospitalier Universitaire de Lille, Frankrijk) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1



IMROZ includeerde 446 NDMM patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar, die geen kandidaat waren voor transplantatie. De patiënten werden 3:2 gerandomiseerd naar isatuximab plus VRd of alleen VRd. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat met mediaan 59,7 maanden follow-up de 60-maands PFS-percentages 63,2% waren met isatuximab-VRd versus 45,2% met alleen VRd (HR 0,60; p<0,001). De percentages patiënten met complete respons of beter waren 74,7% versus 64,1% (p=0,01), en de percentages patiënten met complete respons en MRD-negatieve status waren 55,5% versus 40,9% (p=0,003). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen, en de incidentie van serious adverse events en discontinuering wegens adverse events was similar in beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder NDMM-patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar die niet in aanmerking kwamen voor transplantatie toevoeging van isatuximab aan VRd resulteerde in significante verbetering van de PFS.

1.Facon T, Dimopoulos M-A, Leleu XP et al. Isatuximab, bortezomib, lenalidomide, and dexamethasone for multiple myeloma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 IMROZ trial found that among patients aged 18 to 80 years with newly diagosed multiple myeloma who were ineligible to undergo transplantation, addition of isatuximab to VRd was associated with improved progression-free survival, response, and MRD-negative status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van osimertinib na chemoradiotherapie voor niet-resectabel stadium III EGFR-gemuteerd NSCLC (0)
2024-06-04 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LAURA trial stage III EGFR-mutated NSCLC osimertinib after CRT
Prof. Shun LuOsimertinib is een aanbevolen behandeling voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met een EFGR-mutatie en als adjuvante behandeling na geresectie van EGFR-gemuteerd. EGFR-tyrosinekinaseremmers hebben preliminaire werkzaamheid laten zien in niet-resectabel EGFR-gemuteerd NSCLC. De multinationale fase 3-studie LAURA heeft osimertinib vergeleken met placebo in patiënten die na chemoradiotherapie (CRT) voor niet-resectabel stadium III EGFR-gemuteerd NSCLC geen progressie hadden. Prof. Shun Lu (Shanghai Jiao Tong Universiteit, China) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 216 volwassen patiënten (18 jaar of ouder; 20 jaar of ouder in Japan), die na CRT 2:1 werden gerandomiseerd naar osimertinib (n=143) of placebo (n=73). Het primaire eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde progressievrije overleving. De mediane PFS was 39,1 maanden met osimertinib versus 5,6 maanden met placebo (HR 0,16; p<0,001), met twaalf-maands PFS-percentage 74% versus 22%. Interim overall survival gegevens (20% maturiteit) lieten 36-maands OS-percentage 84% met osimertinib en 74% met placebo zien (HR 0,81; p=0,53). De incidentie van graad 3 of hoger adverse events was 35% in de osimertinibgroep versus 12% in de placebogroep; stralingspneumonitis (in meerderheid graad 1 of 2) werd gerapporteerd voor 48% respectievelijk 38%. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten zonder progressie na CRT voor voor stadium III EGFR-gemuteerd NSCLC osimertinib resulteerde in significant langere PFS dan placebo.

1.Lu S, Kato T, Dong X et al. Osimertinib after chemoradiotherapy in stage III EGFR-mutated NSCLC. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 LAURA trial found that among patients with unresectable stage III EGFR-mutated NSCLC who had no progression after CRT, osimertinib resulted in significantly longer progression-free survival than placebo.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van neoadjuvant nivolumab en ipilimumab voor resectabel stadium III melanoom (0)
2024-06-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  resectable stage III melanoma neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab
Prof. Christian BlankIn fase 1- en 2 studies is gezien dat onder patiënten met resectabel macroscopisch stadium III melanoom neoadjuvante immuuntherapie meer effectief is dan adjuvante immuuntherapie. De multinationale fase 3-studie NADINA heeft twee cycli neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab gevolgd door chirurgie (neoadjuvante groep) vergeleken met chirurgie gevolgd door twaalf cycli adjuvant nivolumab voor resectabel macroscopisch stadium III melanoom (adjuvante groep), met adjuvante therapie in de neoadjuvante groep alleen voor patiënten met partiële respons of nonrespons. Prof. Christian Blank (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 423 patiënten, die 1:1 werden gerandomiseerd. Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving. Na mediaan 9,9 maanden follow-up was het 12-maands EFS-percentage 83,7% in de neoadjuvante groep (99,9%-bti 45,1-72,7) en 57,2% in de adjuvante groep (45,1-72,7). Het verschil in restricted mean survival time was 8,0 maanden (HR voor progressie, recidief of overlijden 0,32; 99,9%-bti 0,15-0,66). In de neoadjuvante groep had 59,0% van de patiënten majeure pathologische respons (MPR), 8,0% partiële respons (PR), 26,4% nonrespons, en 2,4% progressie; in 4,2% werd chirurgie uitgesteld of achterwege gelaten. Onder de patiënten in de neoadjuvante groep die majeure pathologische respons hadden was het 12-maands recidiefvrije-overlevingspercentage 95,1%, vergeleken met 76,1% en 57,0% onder de patiënten met partiële respons respectievelijk nonrespons. Graad 3 of hoger adverse events die samenhingen met de systemische behandeling werden gezien in 29,7% van de patiënten in de neoadjuvante groep en in 14,7% van de patiënten in de adjuvante groep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel macroscopisch stadium III melanoom, neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab gevolgd door chirurgie en respons-gedreven adjuvante therapie resulteerde in langere EFS dan chirurgie gevolgd door adjuvant nivolumab.

1.Blank CU, Lucas MW, Scolyer RA et al. Neoadjuvant nivolumab and ipilimumab in resectable stage III melanoma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 NADINA trial found that among patients with resectable, macroscopic stage III melanoma, neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab followed by surgery and response-driven adjuvant therapy resulted in longer event-free survival than surgery followed by adjuvant nivolumab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van fruquintinib of placebo toegevoegd aan paclitaxel voor gevorderd G/GEJ adenocarcinoom (0)
2024-06-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  FRUTIGA trial advanced gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma fruquintinib
Prof. Rui-Hua XuDe VEGF-route speelt een belangrijke rol in de pathogenese van maagcarcinoom. Fruquintinib is een oraal beschikbare remmer van VEGFR-1/2/3/4. De multicenter fase 3-studie FRUTIGA in China vergeleek fruquintinib plus paclitaxel versus placebo plus paclitaxel voor patiënten met gevorderd adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (aG/GEJ-adenocarcinoom) na progressie op fluorouracil- en platina-bevattende chemotherapie. Prof. Rui-Hua Xu (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 703 patiënten, die 1:1 gerandomiseerd werden naar fruquintinib plus paclitaxel (n=351) of placebo plus paclitaxel (n=352). De coprimaire eindpunten waren progressievrije overleving en overall survival. De figuur laat zien dat de mediane PFS 5,6 maanden was in de fruquintinibgroep versus 2,7 maanden in de placebogroep (HR 0,57; p<0,0001) waarmee het PFS-eindpunt bereikt werd. Het OS-eindpunt werd niet bereikt, met mediane OS 9,6 maanden in de fruquintinibgroep versus 8,4 maanden in de placebogroep (HR 0,96; p=0,0604). De meest-gerapporteerd graad 3 of hoger adverse events waren neutropenie, leukopenie, en anemie.

De onderzoekers concluderen dat onder Chinese patiënten met eerder behandeld aG/GEJ-adenocarcinoom fruquintinib plus paclitaxel, vergeleken met placebo plus paclitaxel, resulteerde in verbetering van de PFS maar niet OS.

1.Wang F, Shen L, Guo W et al. Fruquintinib plus paclitaxel versus placebo plus paclitaxel for gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma: the randomized phase 3 FRUTIGA trial. Nature Med 2024-02989-6

Summary: The multicenter phase 3 FRUTIGA trial in China found that fruquintinib plus paclitaxel, compared with placebo plus paclitaxel, as second-line treatment significantly improved PFS, but not OS, in patients with advanced gastric of gastroesophageal junction adenocarcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-2 studie van eerstelijns mitazalimab plus mFOLFIRINOX voor metastatisch pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-06-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  OPTIMIZE-1 trial mPDAC mitazalimab plus mFOLFIRINOX
Prof. Jean-Luc van LaethemDe huidige systemische behandelingen voor metastatisch pancreas ductaal adenocarcinoom (mPDAC) zijn geassocieerd met een vijf-jaars overall survival percentage lager dan 5%. De fase 1b-2 studie OPTIMIZE-1, in veertien centra in drie landen, heeft de combinatie van mitazalimab (een op CD40 gericht IgG1 antilichaam) en mFOLFIRINOX voor niet-eerder behandeld mPDAC geëvalueerd. Prof. Jean-Luc van Laethem (Vrije Universiteit Brussel) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

OPTIMIZE-1 includeerde 70 patiënten met histologisch bevestigd mPDAC en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen veertien-daagse cycli van intraveneus mitazalimab (450 of 900 μg/kg) twee dagen na mFOLFIRINOX. Het primaire eindpunt van fase 1b was het vaststellen van de aanbevolen fase 2-dosering van mitazalimab. Er waren geen doseringslimiterende bijwerkingen met dosering 450 μg/kg; als RP2D werd gekozen voor 900 μg/kg. Het primaire eindpunt van fase 2 was objective response rate. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 12,7 maanden. Onder de 65 patiënten die met de RP2D behandeld werden waren 57 evalueerbaar voor werkzaamheid. De ORR was 40%, waarmee het primaire eindpunt bereikt werd. De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger treatment-related adverse events waren neutropenie (26% van de patiënten), hypokalemie (16%), anemie (11%), en trombocytopenie (11%). Er waren geen graad 5 AEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van mitazalimab en mFOLFIRINOX manageable veiligheid en bemoedigende activiteit had als eerstelijns behandeling voor mPDAC.

1.Van Laethem J-L, Borbath I, Prenen H et al. Combining CD40 agonist mitazalimab with mFOLFIRINOX in previously untreated metastatic pancreatic ductal adenocarcinoma (OPTIMIZE-1): a single-arm, multicentre phase 1b/2 study. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 1b-2 OPTIMIZE-1 study found manageable safety and encouraging activity of the combination of mitazalimab and FOLFIRINOX as first-line treatment for mPDAC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gepersonaliseerde ctDNA bepaling voor monitoren van ziektestatus in HPV-negatief HNSCC (0)
2024-06-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  HPV-negative head and neck squamous cell carcinoma ctDNA for monitoring disease status
Dr. Glenn HannaIn veel patiënten met HPV-negatief squameus celcarcinoom van hoofd en hals (HNSCC) wordt recidief gezien. Circulerend tumor (ct)DNA kan minimaal residuele ziekte identificeren, maar de klinische waarde van bepaling van ctDNA in HPV-negatief HNSCC is niet duidelijk. Een retrospectieve studie van Dana-Farber Cancer Institute en Brigham and Women’s Hospital (beide in Boston MA) heeft de waarde van ctDNA-bepaling voor het gepersonaliseerd monitoren van ziektestatus in patiënten met voornamelijk nieuw-gediagnostiseerd virus-negatief HNSCC geïnventariseerd. Dr. Glenn Hanna (Dana-Farber) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 116 patiënten, onder wie 100 in wie de test succesvol werd uitgevoerd (mediane leeftijd 65 jaar; 68% mannen; 65% rokers). Mondholtetumoren waren de meest-voorkomende tumoren in het cohort; de meeste patiënten hadden stadium IIIof IV ziekte (71%). Voor aanvang van de behandeling hadden 75 van 100 patiënten met succesvolle testen detectabel ctDNA (range 0.03-4050 mean tumor molecules per ml). Na mediaan 5,1 maanden follow-up (range 0,2-15,1) hadden 55 de patiënten (55%) meer dan één testresultaat. Onder deze 55 bleven 17 (31%) ctDNA-positief na start van de behandeling. De progressievrije overleving was significant slechter voor patiënten die na de behandeling ctDNA-positief waren dan voor patiënten die na de behandeling ctDNA-negatief waren (HR 7,33; p<0,001); de één-jaars overall survival percentages in beide groepen was 89,1% versus 100% (HR 7,46; p=0,155).

De onderzoekers concluderen dat ctDNA-testen feasible is in patiënten met niet-viraal HNSCC. ctDNA-positiviteit is een indicator voor ziekteprogressie en is geassocieerd met inferieure overleving.

1.Hanna GJ, Dennis MJ, Scarfo N et al. Personalized circulating tumor DNA for monitoring disease status in head and neck squamous cell carcinoma. Clin Cancer Res 2024-0590

Summary: A retrospective study at Dana-Farber Cancer Institute and Brigham and Women’s Hospital found that ctDNA testing is feasible in non-viral HNSCC. ctDNA positivity is an indicator of disease progression and associated with inferior survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)