
De analyse includeerde 105 patiënten die tussen september 2017 en mei 2021 CRT ondergingen gevolgd door consolidatie met N (arm A) of N plus I (arm B). In arm A ontwikkelden 65% van de patiënten irAEs, zonder significante verschillen in progressievrije overleving of overall survival tussen patiënten met en zonder irAEs. In arm B ontwikkelden 84% van de patiënten irAEs, zonder verschillen in OS, maar met langere PFS in de patiënten die irAEs hadden (30,9 maanden versus 6,8 maanden; p=0,010). Patiënten die in arm A de behandeling discontinueerden wegens irAEs hadden kortere PFS (8,2 versus 31,9 maanden; p<0,0001) en OS (12,3 maanden versus NE; p<0,0001) dan patiënten die de behandeling niet discontinueerden. Patiënten in arm B die de behandeling discontinueerden wegens irAEs hadden niet slechtere PFS of OS dan patiënten die de behandeling niet discontinueerden.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die na CRT voor niet-resectabel stadium III NSCLC N or N+I consolidatie kregen, ontwikkeling van irAEs niet resulteerde in slechtere werkzaamheids-uitkomsten maar wel in betere PFS in de combinatie-arm.
1.Wei CX, Althouse SK, Mamdani H et al. Association of immune-related adverse events with efficacy in consolidation nivolumab plus ipilimumab or nivolumab alone after chemoradiation in patients with unresectable stage III non-small cell lung cancer: an exploratory analysis of the Big Ten Cancer Research Consortium study BTCRC LUN 16-081. Clin Lung Cancer 2024.12.007
Summary: Retrospective exploratory analysis of the randomized phase 2 BTCRC LUN 16-081 trial found that among patients receiving nivolumab with or without ipilimumab consolidation after chemoradiotherapy for stage III NSCLC, development of irAEs did not result in reduced efficacy outcomes, with an observed improvement in PFS in the combination arm.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)