Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 3-studie van abemaciclib plus fulvestrant voor aBC na progressie op CDK4/6-remming (0)
2024-12-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  postMONARCH trial
Dr. Kevin KalinskyCDK4/6-remmers in combinatie met endocriene therapie (ET) is de standaard eerstelijns behandeling voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (HR+/HER2- aBC). In vrijwel alle patiënten wordt echter na verloop van tijd ziekteprogressie gezien, en er is behoefte aan nieuwe behandelingen. De multinationale fase 3-studie postMONARCH evalueerde abemaciclib plus fulvestrant voor HR+/HER2- aBC na progressie op CDK4/6-remmer plus aromataseremmer als initiële therapie voor gevorderde ziekte. Dr. Kevin Kalinski (Emory University, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 368 patiënten, die werden gerandomiseerd naar abemaciclib plus fulvestrant (n=182) of placebo plus fulvestrant. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de mediane PFS 6,0 maanden bedroeg in de groep met abemaciclib plus fulvestrant versus 5,3 maanden in de groep met placebo plus fulvestrant (HR 0,73; p=0,0017) met zes-maands PFS-percentage 50% versus 37%. Dit resultaat werd bevestigd door centraal onafhankelijke beoordeling (HR 0,55; p<0,001). Het PFS-profijt van toevoegen van abemaciclib aan fulvestrant werd consistent gezien in vooraf-gespecificeerde subgroepen. Onder patiënten met meetbare ziekte was de door lokale onderzoekers beoordeelde objective response rate 17,7% in de abemaciclib plus fulvestrant groep en 7% in de placebo plus fulvestrant groep (p=0,015). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met HR+/HER2- aBC en progressie op eerdere CDK4/6 plus aromataseremmer, abemaciclib plus fulvestrant resulteerde in significant langere PFS dan placebo plus fulvestrant.

1.Kalinsky K, Bianchini G, Hamilton E et al. Abemaciclib plus fulvestrant in advanced breast cancer following progression on CDK4/6 inhibition: results from the phase III postMONARCH trial. J Clin Oncol 2024-02086

Summary: The multinational phase 3 postMONARCH trial found that among patients with HR-positive, HER2-negative advanced breast cancer and disease progression on prior CDK4/6 inhibition plus endocrine therapy, abemaciclib plus fulvestrant significantly improved progression-free survival versus placebo plus fulvestrant.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van incidentie van en risicofactoren voor cutane maligne neoplasmen na bloed- of beenmergtransplantatie (0)
2024-12-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  BMTSS
Dr. Kristy BromanCutane maligne neoplasmen zijn de meest-voorkomende neoplasmen na bloed- of beenmergtransplantatie (BMT). Een analyse van de retrospectieve BMT Survivor Study (BMTSS) heeft incidentie van en risicofactoren voor cutane maligne neoplasmen geïnventariseerd. Dr. Kristy Broman (University of Alabama at Birmingham; UAB) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Dermatology.1

De studie includeerde 3880 overlevers van BMT tussen begin 1974 en eind 2014 in City of Hope, University of Minnesota, en UAB, die tenminste twee jaar na BMT overleefden, en een vergelijkingscohort van siblings. Onder de overlevers was de dertig-jaars cumulative incidentie van een cutaan neoplasme 27,4% (basaal celcarcinoom 18,0%; squameus celcarcinoom 9,8%; melanoom 3,7%). De risico’s van BCC, SCC, en melanoom op de leeftijd van 70 jaar waren hoger onder BMT-overlevers dan onder siblings (18,1% versus 8,2%; 14,7% versus 4,2%; en 4,2% versus 2,4%). Risicofactoren waren leeftijd 50 jaar of ouder bij BMT, chronische graft-versus-host disease onder ontvangers van allogene BMT, pre-BMT blootstelling aan monoklonale antilichamen, post-BMT immuunsuppressie, terwijl totale lichaamsbestraling een risicofactor was voor BCC in ontvangers jonger dan 50 jaar.

De onderzoekers concluderen dat het hoge risico van cutane maligne neoplasmen onder BMT-overlevers vraagt om gepersonaliseerde patiënt counseling en post-BMT dermatologische surveillance.

1.Broman KK, Meng Q, Holmqvist A et al. Incidence of and risk factors for cutaneous malignant neoplasms after blood or marrow transplant. JAMA Dermatol 2024.5129

Summary: The retrospective Blood and Marrow Transplant (BMT) Survivor Study found a 30-year cumulative incidence of any cutaneous malignant neoplasm of 27.4% after BMT.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Perioperatieve immuuntherapie plus chemotherapie versus alleen chemotherapie voor pulmonair lymfo-epitheliaalachtig carcinoom (0)
2024-12-19 10:47   ( Nieuws )
Tags:  resectable PLELC perioperative immunotherapy plus chemotherapy
Dr. Shaodong HongPrimair pulmonair lymfo-epitheliaalachtig carcinoom (PLELC) is een zeldzaam subtype van niet-kleincellig longcarcinoom. Een retrospectieve studie van het State Key Laboratory of Oncology in South China (Guangzhou) heeft toevoeging van PD-1/PD-L1 remmers aan perioperatieve chemotherapie voor stadium II-IIIB PLELC geëvalueerd. Dr. Shaodong Hong en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 72 patiënten met resectabel stadium II-IIIB PLELC, onder wie 48 die alleen perioperatieve chemotherapie gekregen hadden (chemogroep) en 24 die perioperatieve immuunchemotherapie gekregen hadden (IO-chemogroep). De objective response rate was 75,0% in de IO-chemogroep en 58,3% in de chemogroep (p=0,200), majeure pathologische respons werd gezien in 54,2% versus 12,5% (OR 1,91; p<0.001), pathologisch complete respons in 33,3% versus 4,2% (OR 1,44; p=0,002). Met mediaan 47,0 maanden follow-up werd de mediane gebeurtenisvrije overleving niet bereikt in de IO-chemogroep en was 35,0 maanden in de chemogroep (HR 0,42; p=0,031). In multivariate analyse was IO-chemo versus chemo onafhankelijk geassocieerd met langere gebeurtenisvrije overleving (HR 0,32; p=0,043). Adverse events (any grade) werden gezien in 91,7% van de patiënten in de IO-chemogroep en 89,6% van de patiënten in de chemogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van immuuntherapie aan perioperatieve chemotherapie resulteerde in significant langere gebeurtenisvrije overleving en hoger percentage patiënten met majeure pathologische respons en pathologisch complete respons.

  • 1.Lei M, Zhang X, Hu L-N et al. Perioperative immunotherapy plus chemotherapy versus chemotherapy alone for patients with resectable pulmonary lymphoepithelioma-like carcinoma. Lung Cancer 2024.108057

Summary: A https://www.lungcancerjournal.info/article/S0169-5002(24)00591-9/fulltext retrospective study at State Key Laboratory of Oncology in South China (Guangzhou) found that among patients with stage II-IIIB PLELC, addition of PD-1/PD-L1 inhibitor to perioperative chemotherapy was associated with improved ORR, MPR, pCR, and EFS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Eerstelijns avelumab plus axitinib versus sunitinib voor gevorderd niercelcarcinoom: finale analyse van JAVELIN Renal 101 (0)
2024-12-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  JAVELIN Renal 101 aRCC
Dr. Toni ChoueiriDe multinationale fase 3-studie JAVELIN Renal 101 randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom (aRCC) 1:1 naar avelumab plus axitinib of sunitinib. In 2019 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de progressievrije overleving significant langer en de objective response rate significant hoger was in de avelumab-axitinibgroep dan in de sunitinibgroep. Dr. Toni Choueiri (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de finale analyse van de studie in Annals of Oncology.1


De studie includeerde 886 patiënten; 442 in de avelumab-axitinibgroep en 444 in de sunitinibgroep. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de minimum follow-up 68 maanden. De mediane overall survival was 43,2 maanden met avelumab-axitinib en 36,3 maanden met sunitinib in de PD-L1 positieve populatie (HR 0,86; p=0,0755) en 44,8 maanden met avelumab-axitinib versus 38,9 maanden met sunitinib in de overall populatie (0,88; p=0,0669). De progressievrije overleving in de overall populatie bleef langer met avelumab-axitinib dan met sunitinib (12,0% versus 4,4% na vijf jaar). De ORR in de overall populatie was 59,7% met avelumab-axitinib en 32,0% met sunitinib; de percentages met respons vijf jaar of langer waren 16,4% versus 9,2%. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 66,8% versus 61,5%.

De onderzoekers concluderen dat JAVELIN Renal 101 liet zien dat de eerstelijns combinatie van avelumab plus axitinib resulteerde in betere OS dan sunitinib; dat het OS-verschil tussen beide groepen niet significant was kan wellicht worden toegeschreven aan volgende behandelingen.

1.Choueiri TK, Penkov K, Uemara H et al. Avelumab + axitinib vs sunitinib as first-line treatment for patients with advanced renal cell carcinoma: final analysis of the phase 3 JAVELIN Renal 101 trial. Ann Oncol 2024.12.008

Summary: Final analysis of the multinational phase 3 JAVELIN trial found that among patients with previously untreated aRCC, the combination of avelumab plus axitinib resulted in nonsignificantly longer overall survival, prolonged progression-free survival, a nearly doubled objective response rate, and more durable responses when compared with sunitinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische index voor patiënten met KRAS-gemuteerd NSCLC en hersenmetastasen: real-world data (0)
2024-12-18 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KRAS-BPI
Dr. Ioannis ZerdesPatiënten met KRAS-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en hersenmetastasen (BMs) vormen een heterogene populatie. Er is behoefte aan betrouwbare prognostische biomarkers voor deze groep patiënten. Een retrospectieve real-world studie in Karolinska Instituut (Stockholm, Zweden) en de Universiteit van Heidelberg (Duitsland) heeft geresulteerd in de KRAS-BPI (‘brain prognostic index’). Dr. Ioannis Zerdes (Karolinska) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1



De studie includeerde 220 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2020 in Stockholm of Heidelberg werden behandeld. De mediane leeftijd bij diagnose was 65 jaar; 55,9% waren vrouwen; adenocarcinoom was het meest-voorkomende histologische subtype; 91% had een performance status (PS) 2 of beter; en eenderde van de patiënten hadden meer dan 4 BMs. Variabelen die onafhankelijk geassocieerd waren met duur van overall survival vanaf de BM diagnose (BM-OS) waren primaire BM-ziekte, PS, leeftijd, symptomatische CNS-ziekte, extracraniële metastasen, en aantal BMs. Op basis van deze zes factoren ontwikkelden de onderzoeker de KRAS-BPI. Patiënten met een hoge KRAS-BPI hadden significant langere BM-OS dan patiënten met intermediaire of lage KRAS-BPI (mediaan 30,0 versus 9,0 versus 2,0 maanden).

De onderzoekers concluderen dat in deze tot op heden grootste studie van KRAS-gemuteerd NSCLC met BMs de KRAS-BPI een geschikte prognostische tool was voor patiënt-stratificatie.

1.Zerdes I, Kamali C, Johannsdottir B et al. A novel clinical brain prognostic index for KRAS-mutated lung cancer and brain metastases (KRAS-BPI): real-world evidence from two large European centers. Lung Cancer 2024.108065

Summary: A retrospective study at Karolinksa Institute (Stockholm, Sweden) and the University of Heidelberg (Germany) resulted in a prognostic tool for risk stratification of patients with KRS-mutated NSCLC with brain metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van risico-aangepaste therapie na neoadjuvante chemotherapie voor spierinvasief blaascarcinoom (0)
2024-12-18 13:00   ( Nieuws )
Tags:  RETAIN 1 trial MIBC
Dr. Daniel GeynismanCisplatine-gebaseerde neoadjuvante chemotherapie (NAC) gevolgd door cystectomie is de standaard-behandeling voor patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (MIBC). Mutaties in DNA-schadeherstel genen zijn geassocieerd met pathologische downstaging na NAC. De fase 2-studie RETAIN 1 van Fox Chase Cancer Center (Philadelphia PA) heeft de hypothese getoetst dat een combinatie van biomarkerselectie en klinische stadiëring kandidaten kan identificeren voor cystectomie-vermijdende actieve surveillance (AS). Dr. Daniel Geynisman en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 70 patiënten met cT2-T3N0M0 MIBC, die NAC ondergingen met versneld methotrexaat, vinblastine, doxorubicine, en cisplatine (AMVAC). Voor de start van NAC werden tumormonsters getest op mutaties in ATM, ERCC2, FANCC, en RB1. De 25 patiënten met tenminste één mutatie en cT0 na NAC begonnen aan AS. Met mediaan 40 maanden follow-up was het twee-jaars percentage voor metastasevrije overleving (MFS) 72,9% onder alle patiënten waarmee het primaire eindpunt van de studie niet bereikt werd. Het twee-jaars MFS-percentage was 76,0% in de AS-groep en 71,1% in de overige patiënten. In de AS-groep waren 12 patiënten (48%) metastasevrij met een intacte blaas.

De onderzoekers concluderen dat patiënten met MIBC die neoadjuvant AMVAC kregen gevolgd door een risico-gebaseerde benadering van lokale consolidatie een twee-jaars MFS-percentage van 72,9% hadden. Hoewel het primaire eindpunt niet bereikt werd, hadden 17% van alle patiënten en 48% van de AS-groep geen metastatische ziekte zonder cystectomie te ondergaan.

1.Geynisman DM, Abbosh PH, Ross E et al. Phase II trial of risk-enabled therapy after neoadjuvant chemotherapy for muscle-invasive bladder cancer. J Clin Oncol 2024-01214

Summary: The phase 2 RETAIN 1 trial at Fox Chase Cancer Center (Philadelphia, PA) found that among patients with cT2T3N0M0 muscle-invasive bladder cancer a combination of biomarker selection and clinical staging could identify patients for cystectomy-sparing active surveillance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicohortstudie van primair mismatch repair deficiënte gliomen in kinderen, adolescenten, en jongvolwassenen (0)
2024-12-17 16:00   ( Nieuws )
Tags:  MMRD in pediatric gliomas
Prof. Uri TaboriPrimair mismatch repair deficiëntie (MMRD) is een pan-cancer mechanisme met unieke biologie en therapeutische mogelijkheden. Een multicohort studie in Canada heeft de prevalentie en impact van primair MMRD in kinderen, adolescenten, en jongvolwassenen (leeftijd tot en met 40 jaar) geïnventariseerd. Prof. Uri Tabori (The Hospital for Sick Children, Toronto) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1


De studie is gebaseerd op gegevens van twee bevolkings-gebaseerde cohorten in Toronto, met additionele validatie in pediatrische cohorten van St Jude Children’s Research Hospital en van het Children’s Brain Tumor Network. In totaal includeerde de studie 1389 gliomen. De prevalentie van MMRD liep uiteen van 3,7% tot 12,4% in hooggradig glioom (overall 30 van 483; 6,2%) en was lager dan 1% in laaggradig glioom (4 van 899; 0,4%). Er was geen primair MMRD in oligodendrogliomen (0 van 67) en zeldzaam in BRAF-V600E gemuteerde gliomen (1 van 110) en histon-mutant gedreven gliomen (1 van 150). In de leeftijdsgroep jonger dan 18 jaar werd MMRD gezien in 21 van 61 (34,3%) van de IDH-wildtype en H3-wildtype gliomen met pathogene TP53-varianten en in 5 van 8 (62,5%) gliomen met IDH-mutatie. De overleving van patiënten met primair MMRD was slecht, met name onder patiënten met IDH-mutant astrocytoom was primaire MMRD vergeleken met MMR-proficiënt glioom geassocieerd met ruim 12-voudige mortaliteit (HR 12,6; p=0,0011). Immuuncheckpointremming was geassocieerd met betere overleving van patiënten met primair MMRD glioom vergeleken met conventionele chemoradiotherapie-regimes (HR 0,4; p=0,0017).

De onderzoekers concluderen dat primaire MMRD in gliomen in patiënten in de leeftijd tot 40 jaar vaker voorkomt dan vroeger is gerapporteerd, en verrijkt is in specifieke moleculaire subgroepen. En geassocieerd is met slechte uitkomsten.

1.Negm L, Chung J, Nobre L et al. The landscape of primary mismatch repair deficient gliomas in childen, adolescents and young adults: a multi-cohort study. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multi-cohort study in Canada and the United States found that primary mismatch repair deficiency is more common than previously reported in gliomas in childeren, adolescents, and young adults. It is enriched in specific molecular subgroups, and is associated with poor outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van cannabidiol voor scan-gerelateerde angst in vrouwen met gevorderd mammacarcinoom (0)
2024-12-17 14:30   ( Nieuws )
Tags:  aBC CBD for scan-related anxiety
Dr. Ilana BraunIn verscheidene studies is gezien dat cannabidiol (CBD) anxiolytische werkzaamheid heeft zonder neuropsychiatrische risico’s. Een gerandomiseerde fase 2-studie van Dana-Farber Cancer Institute (Boston MA) heeft CBD voor scan-gerelateerde angst in vrouwen met gevorderd mammacarcinoom (aBC) geëvalueerd. Dr. Ilana Braun en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 50 volwassen aBC-patiënten met klinische anxiety. De vrouwen werden 1:1 gerandomiseerd naar oraal CBD 400 mg (n=25) of placebo (n=25) binnen 48 uur voor een scan van de tumor Het primaire eindpunt was intergroep vergelijking van de afraid subscale van de Visual Analog Mood Scale (VAMS) voorafgaand aan en twee tot vier uur na inname van CBD. De VAMS-scores werden omgerekend naar T-scores om de interpretatie te faciliteren. Voor het primaire eindpunt was de verandering in de VAMS afraid subscale numeriek groter in de CBD-groep, maar niet significant verschillend tussen de twee groepen (CBD: -19,1 ± 15,4; placebo -15,0 ± 10,9; p=0,37). Een secundair eindpunt was directe vergelijking van de anxiety niveaus twee tot vier uur na inname van CBD of placebo. Voor dit eindpunt was het verschil tussen de groepen wel significant: CBD 51,5 ± 12,8 en placebo 58,0 ± 11,6 (p=0,02). Er waren geen graad 3 of hoger toxiciteiten.

De onderzoekers concluderen dat CBD veilig kan worden gebruikt in patiënten met aBC en klinische anxiety, en dat de studie aanwijzingen heeft laten zien voor een mogelijk anxiolytisch effect in deze patiëntengroep (visual abstract).

1.Nayak MM, Chai P, Catalano PJ et al. Cannabidiol for scan-related anxiety in women with advanced breast cancer. A randomized clinical trial. JAMA Network Open 2024;7:e2450391

Summary: A randomized phase 2 trial at Dana-Farber Cancer Institute (Boston, MA) found that in women with advanced breast cancer, cannabidiol ingestion before a scan may have an anxiolytic effect.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)