Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Tolerabiliteit en werkzaamheid van palbociclib voor metastatisch mammacarcinoom in oudere vrouwen (0)
2024-04-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mBC in elderly women tolerability and efficacy of palbociclib
Joosje BaltussenPalbociclib is de standaard-behandeling voor ER-positief HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (ER+ HER2- mBC). Er is weinig real-world informatie beschikbaar over deze behandeling in oudere vrouwen (70 jaar en ouder). Een retrospectieve studie in zes Nederlandse centra heeft tolerabiliteit en werkzaamheid van palbociclib voor ER+ HER2- mBC in oudere vrouwen geïnventariseerd. PhD-kandidaat Joosje Baltussen (LUMC) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 144 oudere vrouwen (mediane leeftijd 74 jaar) die any line palbociclib kregen voor ER+ HER2- mBC. Het primaire eindpunt was graad 3 of hoger palbociclib-gerelateerde toxiciteit. De figuur laat zien dat deze toxiciteit voorkwam in 54% van de patiënten. Neutropenie (37%) was de meest-frequente graad 3 of hoger toxiciteit. Er was geen neutropene koorts, en er was geen graad 5 toxiciteit. Doseringsreductie was vereist in 50% van de patiënten, 8% discontinueerde de behandeling vanwege toxiciteit, en 3% werd gehospitaliseerd voor toxiciteit. Factoren die geassocieerd waren met graad 3 of 4 toxiciteit waren polyfarmacie (OR 2,50; 95%-bti 1,12-5,58) en laag leukocytenniveau voor aanvang van de behandeling (4,81; 1,27-18,21), maar niet comorbiditeiten. In de groep oudere vrouwen die palbociclib kregen als eerstelijns behandeling was de mediane progressievrije overleving 12 maanden en de mediane overall survival 32 maanden; tweedelijns palbociclib resulteerde in mediane PFS 12 maanden en mediane OS 31 maanden.

De onderzoekers concluderen dat onder oudere vrouwen die palbociclib kregen voor ER+ HER2- mBC graad 3 of 4 toxiciteit frequent voorkwamen, maar in de meeste gevallen verwacht werden en gemanaged konden worden met doseringsreductie.

1.Baltussen JC, Mooijaart SP, Vulink AJE et al. Tolerability and effectiveness of palbociclib in older women with metastatic breast cancer. Breast Cancer Res Treat 202407312-y

Summary: A multicenter retrospective study in The Netherlands found that palbociclib was generally well tolerated and was a valuable treatment option for ER+ HER2- mBC in elderly women.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Cytologie-gebaseerde deep learning methode voor bepalen van oorsprong van tumor in CUP-patiënten (0)
2024-04-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  cancers of unknown primary origin TORCH
Dr. Xiangchun LiCancers of unknown primary site (CUP) vormen een aanzienlijke diagnostische uitdaging. Veel gevallen van CUP manifesteren zich als pleurale of peritoneale sereuze effusie. Een studie van cytologische images van 57.220 patiënten van vier academische ziekenhuizen in China heeft geleid tot de ontwikkeling van een deep-learning methode voor tumor origin differentiation using cytological histology (TORCH), die maligniteit kan identificeren en oorsprong van de tumor kan voorspellen in zowel hydrothorax als ascites. Dr. Xiangchun Li (Medische Universiteit van Tianjin) en collega’s publiceren over de perfomance van TORCH in Nature Medicine.1


TORCH werd uitgevoerd in vijf groepen patiënten (tezamen n=27.337), resulterend in een AUROC uiteenlopende van 0,953 tot 0,991 voor de diagnose van een maligniteit en van 0,953 tot 0,979 voor localisatie van de oorspong van de tumor. In de gecombineerde groepen voorspelde TORCH de oorsprong van de tumor met een top-1 accuratesse van 82,6% en een top-3 accuratesse van 98,9%. De performance van TORCH in het voorspellen van de origine van de tumor was beter dan die van twee junior en twee senior pathologen. Patiënten met CUP van wie de aanvankelijke behandeling concordant was met de TORCH-voorspelde origines hadden betere overall survival dan patiënten met discordante behandeling (mediaan 27 versus 17 maanden; p=0,006).

De onderzoekers concluderen dat TORCH een waardevolle tool is voor het maken van keuzen voor de behandeling van CUP-patiënten.

1.Tian F, Liu D, Wei N et al. Prediction of tumor origin in cancers of unknown primary origin with cytology-based deep learning. Nature Med 2024-02915-w

Summary: Researchers at four centers in China developed a cytology-based deep learning method to predict tumor of origin in cancer of unknown primary site.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-04-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  early-stage NSCLC neoadjuvant chemo-immunotherapy
Dr. Giuseppe Luigi BannaGerandomiseerde klinische studies hebben laten zien dat onder patiënten met vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) neoadjuvante combinatie van immuuncheckpointremmers (ICIs) en chemotherapie kan resulteren in verhoging van het percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR) en verlenging van de gebeurtenisvrije overleving. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde fase 2- of 3-studies heeft de werkzaamheid van neoadjuvante chemo-immuuntherapie voor stadium IB tot en met IIIB NSCLC gekwantificeerd. Dr. Giuseppe Luigi Banna (Portsmouth University, UK) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

In de literatuur tot en met 1 november 2023 vonden de onderzoekers 8 voor het onderwerp relevante studies, die neoadjuvante chemo-immuuntherapie vergeleken met alleen neoadjuvante chemotherapie onder tezamen 3387 patiënten met niet-eerder behandeld vroeg-stadium NSCLC. De figuur laat zien dat neoadjuvante combinatie van ICIs en chemotherapie vergeleken met alleen chemotherapie geassocieerd was met significant hoger twee-jaars gebeurtenisvrije-overlevingspercentage (HR 0,57; p<0,001) en pCR-percentage (RR 5,58; p<0,001). Deze associatie werd niet significant gemodificeerd door patiëntkenmerken, tumorkenmerken, of behandelingskenmerken. Hogere PD-L1 expressie van de tumoren was geassocieerd met hoger profijt van toevoeging van ICI aan neoadjuvante chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium NSCLC toevoeging van ICI aan neoadjuvante chemotherapie geassocieerd was met betere EFS- en pCR-percentages.

1.Banna GL, Hassan MA, Signori A et al. Neoadjuvant chemo-immunotherapy for early-stage non-small cell lung cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Network Open 2024;7:e246837

Summary: Systematic review and meta-analysis of 8 phase 2 or 3 randomized controlled trials found that among patients with early-stage NSCLC, addition of ICIs to neoadjuvant chemotherapy was associated with improve EFS and pCR.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve real-world studie van HAIC gecombineerd met lenvatinib en anti-PD-1 voor hoog-risico gevorderd levercelcarcinoom (0)
2024-04-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC hepatic arterial infusion chemotherapy
Er is geen standaard-behandeling voor patiënten met gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) met hoog-risico kenmerken (Vp4 en/of galweginvasie en/of tumor occupancy 50% of hoger). Een retrospectieve studie van de Eerste Medische Universiteit van Shandong (China) heeft de combinatie van chemotherapie-infusie van de leverslagader (HAIC) met lenvatinib en anti-PD-1 (LEN-PD1) voor deze patiënten vergeleken met alleen LEN-PD1. Dr. Shangkun Ning en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

Tussen juni 2019 en oktober 2022 werden in het ziekenhuis van de universiteit 61 patiënten behandeld met LEN-PD1 en 103 patiënten met HAIC-LEN-PD1. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 4,9 maanden was in de LEN-PD1-groep en 9,6 maanden was in de HAIC-LEN-PD1 groep (HR 0,48; p<0,001) en dat de mediane overall survival 9,8 maanden was in de LEN-PD1 groep en 19,3 maanden in de HAIC-LEN-PD1 groep (HR 0,43; p<0,001). De objective response rate in de beide groepen was 23,0% versus 76,7% (p<0,001) en de disease control rate was 72,1% versus 92,2% (p=0,001). Adverse events waren meer frequent in de HAIC-LEN-PD1 groep dan in de LEN-PD1 groep, maar werden over het algemeen goed verdragen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van HAIC met lenvatinib en anti-PD-1 veilig was en veelbelovende antitumoractiviteit had in vergelijking met alleen lenvatinib en anti-PD-1 voor aHCC met hoog-risico kenmerken.

1.Chang X, Li X, Sun P et al. HAIC combined with lenvatinib plus PD-1 versus lenvatinib plus PD-1 in patients with high-risk advanced HCC: a real-world study. BMC Cancer 2024;24:480

Summary: A retrospective study at Shandong First Medical University (China) found that among patients with advanced hepatocellular carcinoma with high-risk features, the combination of hepatic arterial infusion chemotherapy with lenvatinib and anti-PD-1 was safe and showed promising antitumor activity compared with lenvatib and anti-PD-1 alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van risico van COVID-19 mortaliteit in Amerikaanse patiënten met maligniteiten (0)
2024-04-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  US cancer patients COVID-19 mortality risk
Kyle ManiPatiënten met maligniteiten hebben een hoog risico van overlijden aan COVID-19. Een bevolkings-gebaseerde studie op basis van de SEER-database heeft dit risico gekwantificeerd. Medisch student Kyle Mani (Albert Einstein College of Medicine, New York) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie includeerde 4.020.669 patiënten met tezamen 15 typen maligniteiten in 2020. Onder de 291.323 patiënten die overleden was voor 14.821 (5,1%) COVID-19 de doodsoorzaak. Het COVID-19 ziektespecifieke-mortaliteitspercentage was 11,81 per 10.000 persoonsjaren. Daarmee kwam de standardized mortality ratio versus de algemene bevolking van de Verenigde Staten uit op 2,30 (95%-bti 2,26-2,34). COVID-19 was tweede op de lijst van 26 non-cancer doodsoorzaken van patiënten met maligniteiten, na ischemische hartziekte (5,2%). Verhoogd risico van COVID-19 mortaliteit werd gezien onder oudere patiënten (80 jaar of ouder versus jonger dan 50: HR 21,47; 95%-bti 19,34-23,83), mannen (versus vrouwen: 1,46; 1,40-1,51), ongehuwden (versus gehuwden: 1,47; 1,42-1,53), en Hispanic of non-Hispanic Afrikaans Amerikanen (versus non-Hispanic White 2,04; 1,94-2,14 respectievelijk 2,03; 1,94-2,14).

De onderzoekers concluderen dat Amerikaanse patiënten met maligniteiten een ruim tweemaal hoger risico van overlijden aan COVID-19 hebben in vergelijking met de algemene bevolking.

1.Mani KA, Wu X, Spratt DE et al. A population-based study of COVID-19 mortality risk in US cancer patients. J Natl Cancer Inst 2024;djae086

Summary: A population-based study using the SEER database found that people living with cancer are at two times greater risk of dying from COVID-19 compared to the general US population.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van sociale en economische uitdagingen van volwassen overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2024-04-16 13:30   ( Nieuws )
Tags:  adult childhood cancer survivors social and economic challenges
Dr. Miklós GaramiBelangrijke verbetering in de pediatrisch oncologie hebben geresulteerd in een voortdurend toenemend aantal overlevers. De korte- en lange-termijn somatische effecten van maligniteiten tijdens de jeugd worden uitgebreid onderzocht. Er is veel minder informatie beschikbaar over psychociale reïntegratie van overlevers. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft sociale en economische uitdagingen van volwassen overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (CCSs) geïnventariseerd. Dr. Miklós Garami (Semmelweis Universiteit, Boedapest) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Pediatrics.1


In de literatuur tot en met 31 juli 2023 vonden de onderzoekers 280 voor het onderwerp relevante studies met tezamen 389.502 volwassen CCSs. In vergelijking met bevolkings-gebaseerde gematchte controlepersonen hadden de CCSs lagere waarschijnlijkheid van het voltooien van hoger niveau opleidingen (OR 0,69; 95%-bti 0,40-1,18), hogere waarschijnlijkheid van gezondheids-gerelateerde werkloosheid (2,94; 1,90-4,57), lagere waarschijnlijkheid van gehuwd te zijn (0,72; 0,63-0,84), en lagere waarschijnlijkheid van ouderschap (0.60; 0,49-0,74).

De onderzoekers concluderen dat CCSs verscheidene sociaal-economische problemen ervaren.

1.Hernádföi MV, Koch DK, Kói T et al. Burden of childhood cancer and the social and economic challenges in adulthood. A systematic review and meta-analysis. JAMA Pediatr 2024.0642

Summary: Systematic review and meta-analysis of 280 studies with 389,502 adult survivors of childhood cancer found that these survivors experience notable challenges in areas such as education, employment, marriage, and parenthood, when compared with their unaffected peers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Achterwege laten van postmastectomie-radiotherapie na downstaging tot ypN0 na neoadjuvante chemotherapie (0)
2024-04-16 12:00   ( Nieuws )
Tags:  clinically node-positive breast cancer with downstaging to ypN0 after NACT
Er is geen duidelijkheid over de noodzaak van postmastectomie-radiotherapie (PMRT) voor patiënten met aanvankelijk klierpositief (cN+) mammacarcinoom (BC) dat na neoadjuvante chemotherapie (NACT) downstaging tot ypN0 bereikt. Een retrospectieve studie van Sichuan Universiteit (China) heeft de oncologische veiligheid van achterwege laten van PMRT onder deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Lei Liu en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 333 cN+ BC patiënten patiënten die tussen begin 2008 en eind 2019 in het West China Hospital van de universiteit NACT kregen en ypN0 BC werden. Onder deze patiënten kregen 189 (56,8%) PMRT en 144 (43,2%) geen PMRT. De mediane follow-up was 71 maanden. In het gehele cohort waren vijf-jaars percentages voor locoregionale recidiefvrije overleving (LRFS), afstandsmetastasevrije overleving (DMFS), mammacarcinoom-specifieke overleving (BCSS) en overall survival (OS) 99,1% respectievelijk 93,4%, 96,4%, en 94,3%. De vijf-jaars percentages voor deze uitkomsten waren 98,8%; 93,8%; 96,7%; en 94,5% met PMRT, versus 99,2%; 91,3%; 94,9%; en 92,0% zonder PMRT (verschillen niet statistisch significant). In multivariate analyse was PMRT geen significant risicofactor voor elk van deze eindpunten. Gestratificeerd naar stadium was PMRT niet geassocieerd met enig overlevingsvoordeel onder patiënten met stadium II of III ziekte.

De onderzoekers concluderen dat het achterwege laten van PMRT veilig kan zijn onder cN+ patiënten die na NACT ypN0 worden.

1.Tan C-f, Wang J, Zhong X-r et al. Is postmastectomy radiotherapy necessary for breast cancer patients with clinically node-positive downstaging to ypN0 after neoadjuvant chemotherapy? Breast Cancer Res Treat 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at Sichuan University (China) found that among patients with cN+ breast cancer who turn ypN0 after neoadjuvant chemotherapy, omission of postmastectomy radiotherapy was oncologically safe.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends en voorspellers van kwaliteit van leven in overlevers van niet-kleincellig en kleincellig longcarcinoom (0)
2024-04-15 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC survivors HRQOL
Prof. Melinda IrwinOverlevers van longcarcinoom hebben vaak te kampen met minder dan optimale gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven (HRQOL). Een retrospectieve studie onder overlevers van kleincellig longcarcinoom (SCLC) en niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) in de Yale Lung Cancer Biorepository (Yale Cancer Center, New Haven CT) heeft trends in HRQOL en voorspellers van die trends geïnventariseerd. Prof Melinda Irwin en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1



De onderzoekers bepaalden met de FACT-L vragenlijst de HRQOL van 513 patiënten bij diagnose, na zes maanden, na één jaar, en na twee jaar. Er waren 355 patiënten met vroeg-stadium (I-II) NSCLC, 158 met gevorderd-stadium (III-IV) NSCLC, en 21 met SCLC. De gemiddelde FACT-L scores bij diagnose in deze drie groepen waren 121,0 ± 11,4; 109,2 ± 18,7; en 98,7 ± 20,2). Op alle tijdstippen was de gemiddelde HRQOL hoger onder de patiënten met vroeg-stadium NSCLC dan onder de patiënten met gevorderd-stadium NSCLC. Onder patiënten met vroeg-stadium NSCLC en met gevorderd-stadium NSCLC was de HRQOL niet-significant hoger na één en twee jaar dan bij diagnose. Bij de diagnose NSCLC was hogere HRQOL geassocieerd met hogere leeftijd, betere performance status, fysieke activiteit, adenocarcinoom histologie, en (in gevorderd-stadium NSCLC) geanticipeerde chemotherapie. Bij follow-up onder NSCLC-patiënten was de HRQOL hoger onder patiënten met hogere BMI en betere performance status.

De onderzoekers concluderen dat onder overlevers van longcarcinoom de HRQOL-scores beïnvloed worden door patiëntfactoren, tumorfactoren, en behandelingsfactoren. De HRQOL is hoger onder patiënten met vroeg-stadium ziekte dan onder patiënten met gevorderd-stadium ziekte.

1.Bade BC, Zhao J, Li F et al. Trends and predictors of quality of life in lung cancer survivors. Lung Cancer 2024.107793

Summary: A retrospective study among patients with data in the Yale Lung Cancer Biorepository (New Haven, CT) found that among NSCLC survivors, HRQOL was higher in patients with early-stage disease than patients with advanced-stage disease. In patients surviving at least 2 years after diagnosis, HRQOL was stable over time. HRQOL was impacted by patient factors, tumor factors, and treatment factors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)