Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Gepoolde analyse van prognostische en predictieve waarde van Immuunscore in stadium III colorectaalcarcinoom (0)
2024-03-16 13:00   ( Nieuws )
Tags:  IS in stage III CRC prognostic and predictive value
Dr. David ChurchDe huidige risicostratificatie op basis van patiënt- en tumorkenmerken onder patiënten met stadium III colorectaalcarcinoom (CRC) is niet in staat betrouwbaar patiënten te identificeren die baat hebben bij adjuvante chemotherapie en wat de optimale duur van adjuvante chemotherapie is. Een gepoolde analyse van patiënten in de studies SCOT en IDEA-HORG (12 versus 24 weken mFOLFOX4/6 of CAPOX na curatieve resectie van stadium III of hoog-risico stadium II CRC) heeft de prognostische en predictieve waarde van de Immuunscore (IS) geïnventariseerd. Dr. David Church (University of Oxford, UK) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde 2608 patiënten (68% behandeld met CAPOX; 32% behandeld met mFOLFOX) met beschikbare tumormonsters voor IS-bepaling. Van deze monsters was 33,7% IS-laag volgens vooraf-gedefinieerde afsnijwaarden. IS-laag tumoren waren vaker hoog-risico (T4 en/of N2; 52,9% IS-laag versus 42,2% IS-hoog; p<0.001) en kwamen meer voor in jongere patiënten (p=0,024). Patiënten met IS-laag tumoren hadden in multivariate analyse significant kortere ziektevrije overleving in het CAPOX-cohort (HR 1,52; 95%-bti 1,28-1,82), het FOLFOX-cohort (1,58; 1,22-2,04), en het gecombineerde cohort (1,55; 1,34-1,79), ongeacht geslacht, BMI, klinisch-risicogroep, tumorlokatie, duur van behandeling, of chemotherapieregime. De prognostische waarde van IS was hoger in patiënten jonger dan 66 jaar dan in patiënten ouder dan 65 jaar in het CAPOX-cohort (HR 1,92; 95%-bti 1,50-2,46 versus 1,28; 1,01-1,63; p voor interactie 0,026) en in patiënten met MMRp versus MMRd ziekte (1,68; 1,41-2,00 versus 0,67; 0,30-1,49; p voor interactie 0,03). Toevoeging van IS aan een model met klinische variabelen resulteerde in significant betere voorspelling van DFS (p<0,001), ongeacht MMR-status.

De onderzoekers concluderen dat IS prognostisch was in stadium III CRC behandeld met FOLFOX of CAPOX.

1.Domingo E, Kelly C, Hay J et al. Prognostic and predictive value of immunoscore in stage III colorectal cancer: pooled analysis of cases from the SCOT and IDEA-HORG studies. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Pooled analysis of patients from the SCOT and IDEA-HORG studies found the immunoscore is prognostic in stage III colorectal cancer treated with FOLFOX or CAPOX, including within clinically relevant tumor subgroups.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van sintilimab plus anlotinib voor eerder-behandeld extensieve-ziekte kleincellig longcarcinoom (0)
2024-03-15 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ED-SCLC sintilimab plus anlotinib in second or later line
Patiënten met extensieve-ziekte kleincellig longcarcinoom (ED-SCLC) hebben na eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie weinig behandelopties voor de tweede of latere lijn. Een fase 2-studie in het ziekenhuis van Zhengzhou Universiteit (China) heeft de combinatie van sintilimab (anti-PD-1) en anlotinib (anti-VEGFR) voor eerder-behandeld ED-SCLC geëvalueerd. Dr. Qiming Wang en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 42 patiënten met ED-SCLC en ziekteprogressie op tenminste één lijn platina-gebaseerde chemotherapie en ECOG performance status 2 of beter (84% ECOG PS 1). De patiënten kregen drie-weekse cycli van intraveneus sintilimab 200 mg op dag één en oraal anlotinib 12 mg per dag op dagen één tot en met veertien. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat onder de 37 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten de mediane PFS 6,1 maanden bedroeg (95%-bti 5,0-7,3), en dat de mediane overall survival 12,7 maanden was (7,1-18,2). De objective response rate was 56,8% (95%-bti 40,0-73,5) en de disease control rate was 89,2% (78,7-99,7). Veertig patiënten (95%) hadden tenminste één treatment-related adverse event, onder wie 39 met een immune-related adverse event (93%), onder wie elf patiënten met graad 3 of hoger irAEs (26%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sintilimab en anlotinib veelbelovende antitumor-werkzaamheid had onder patiënten met eerder-behandeld ED-SCLC, met manageable toxiciteit.

1.Ma S, He Z, Liu Y et al. Sintilimab plus anlotinib as second or further-line therapy for extensive disease small cell lung cancer: a phase2 investigator-initiated non-randomized controlled trial. eClinMed 2024.102543

Summary: A phase 2 study at Zhengzhou University (China) found promising activity and manageable toxicity of the combination of sintilimab and anlotinib in patients with previously treated extensive disease small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Celvrij-DNA bloed-gebaseerde test voor screening op colorectaalcarcinoom (0)
2024-03-15 14:30   ( Nieuws )
Tags:  cfDNA blood-based test for CRC screening
Prof. William GradyVroege detectie van colorectaalcarcinoom (CRC) zou kunnen resulteren in substantiële afname van de met CRC samenhangende mortaliteit. De ECLIPSE-studie in de Verenigde Staten en Canada heeft een bloed-gebaseerde test voor screening op CRC geëvalueerd. Prof. William Grady (Fred Hutchinson Cancer Center, Seattle WA) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

ECLIPSE includeerde 7861 personen die in aanmerking kwamen voor CRC-screening. Onder de deelnemers met coloscopie-gedetecteerd CRC had 83,1% een positieve cfDNA-test, overeenkomend met een sensitiviteit voor de detectie van CRC van 83,1% (95%-bti 72,2-90,3). De sensitiviteit voor stadium I, II, of III CRC was 87,5% (95%-bti 75,3-94,1) en de sensitiviteit voor gevorderde premaligne lesies was 13,2% (11,3-15,3). Onder de patiënten zonder gevorderde colorectale neoplasie (CRC of gevorderd lesies) geïdentificeerd met coloscopie had 89,6% een negatieve cfDNA-test, overeenkomend met specificiteit voor gevorderde neoplasie van 89,6% (95%-bti 88,8-90,3). De specificiteit voor negatieve coloscopie (geen CRC of premaligne lesies) was 89,9% (95%-bti 89,0-90,7).

De onderzoekers concluderen dat in deze gemiddeld-risico screeningpopulatie die cfDNA bloed-gebaseerde test 83% sensitiviteit voor CRC had, 90% specificiteit voor gevorderde neoplasie, en 13% sensitiviteit voor gevorderde premaligne lesies.

1.Chung DC, Gray DM, Singh H et al. A cell-free DNA blood-based test for colorectal cancer screening. N Engl J Med 2024; 973-983

Summary: The ECLIPSE clinical trial in the United States and Canada found that in an average-risk screening population, a cfDNA blood-based test had 83% sensitivity for colorectal cancer, 90% specificity for advanced neoplasia, and 13% sensitivity fo advanced precancerous lesions.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Hypo- versus conventioneel-gefractioneerde postprostatectomie radiotherapie: GU- en GI-symptomen (0)
2024-03-15 13:00   ( Nieuws )
Tags:  NRG-GU003 trial postprostatectomy HYPORT versus COPORT
Prof. Mark BuyyounouskiRadiotherapie naar de prostaat fossa is een potentieel curatieve tweedelijns behandeling na prostatectomie voor prostaatcarcinoom. De fase 3-noninferioriteitsstudie NRG GU003, in 93 centra in de Verenigde Staten en Canada, heeft hypogefractioneerde postprostatectomie radiotherapie (HYPORT) vergeleken met conventioneel-gefractioneerde postprostatectomie radiotherapie (COPORT) voor de eindpunten genito-urinaire (GI) en gastro-intestinale (GU) klachten. Prof. Mark Buyyounouski (Stanford University, Stanford CA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 296 patiënten (mediane leeftijd 65 jaar; range 44-81) die werden gerandomiseerd naar HYPORT (62,5 Gy in 25 fracties; n=144) of COPORT (66,6 Gy in 37 fracties; n=152). Aan het eind van de radiotherapie was er geen verschil tussen beide groepen voor patiënt-gerapporteerde GU-toxiciteit. HYPORT was vergeleken met COPORT geassocieerd met hogere patiënt-gerapporteerde GI-toxiciteit, maar dit verschil was niet meer statistisch significant na zes maanden. Eén en twee jaar na de radiotherapie waren er tussen de groepen geen significante verschillen voor GI- en GU-toxiciteit. Er was ook geen verschil tussen beide groepen voor het eindpunt biochemisch falen (p=0,28).

De onderzoekers concluderen dat HYPORT een nieuwe acceptabele standaard is voor postprostatectomie radiotherapie (visual abstract).

1.Buyyounouski MK, Pugh SL, Chen RC et al. Noninferiority of hypofractioated vs conventional postprostatectomy radiotherapy for genitourinary and gastrointestinal symptoms. The NRG-GU003 phase 3 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The phase 3 noninferiority NRGU003 randomized trial, at 93 centers in the US and Canada, found that among patients receiving postprostatectomy radiotherapy, hypofractionated RT at 2 years was noninferior to conventionally fractionated RT in terms of patient-reported GU or GI toxic effects.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in incidentie van en mortaliteit door maligniteiten onder 35- tot 70-jarigen in het Verenigd Koninkrijk, 1993-2019 (0)
2024-03-14 16:00   ( Nieuws )
Tags:  trends in cancer incidence and mortality in the UK
Dr. Jon SheltonEen retrospectieve studie in het Verenigd Koninkrijk heeft de incidentie van maligniteiten en de daarmee samenhangende mortaliteit onder vrouwen en mannen in de leeftijd van 35 tot en met 69 jaar geïnventariseerd. De studie is gebaseerd op gegevens van registraties in Engeland, Noord-Ierland, Schotland en Wales over de periode van 1993 tot en met 2018. Dr. Jon Shelton (Cancer Research UK, Londen) en collega’s publiceren de studie in BMJ.1

De figuur laat zien dat de incidentie van alle maligniteiten tezamen toenam met 57% onder mannen (van 55.014 in 1993 tot 86.297 in 2018) en met 48% onder vrouwen (van 60.187 tot 88.970). Deze toename werd voornamelijk gedreven door toenames van prostaatcarcinoom en mammacarcinoom. De figuur laat ook zien dat de mortaliteit door maligniteiten afnam met 20% onder mannen (van 32.878 tot 26.322) en met 17% onder vrouwen (van 28.516 tot 23.719). Deze figuur toont de leeftijd-gestandaardiseerde incidentie en mortaliteit. In beide geslachten werd een jaarlijkse toename van de leeftijds-gestandaardiseerde incidentie met 0,8% gezien, terwijl de leeftijds-gestandaardiseerde mortaliteit afnam met 2,0% per jaar onder mannen en met 1,6% per jaar onder vrouwen.

De onderzoekers concluderen dat de mortaliteit door maligniteiten tussen 1993 en 2019 in het Verenigd Koninkrijk substantieel is afgenomen.

1.Shelton J, Zotow E, Smith L et al. 25 year trends in cancer incidence and mortality among adults aged 35-69 years in the UK, 1993-2018: retrospective secondary analysis. BMJ 2024;384:e076962

Summary: A retrospective analysis in the UK found that from 1993 to 2018 the incidence of cancers increased among both sexes, while the cancer mortality decreased.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van centrumvolume op uitkomsten van adverse events met immuuncheckpointremmers voor maligniteiten: meta-analyse (0)
2024-03-14 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for cancer impact of center volume on outcomes of adverse events
Dr. Mohamed RahoumaImmuuncheckpointremmers (ICIs) hebben geleid tot verbetering van de oncologische uitkomsten onder patiënten met verscheidene typen maligniteiten, maar zijn ook geassocieerd met bijwerkingen (irAEs) die ernstige gevolgend kunnen hebben. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de incidentie van deze irAEs en de impact van het patiëntvolume van het behandelcentrum op de uitkomsten van irAEs geïnventariseerd. Dr. Mohamed Rahouma (Weill Cornell Medicine, New York) en collega’s publiceren de analyse in Cancers.1



In de literatuur tot februari 2022 identificeerden de onderzoekers 147 voor het onderwerp relevante prospectieve studies die in de meta-analyse werden opgenomen. De studies telden tezamen 4940 patiënten die ICIs kregen voor solide maligniteiten. De pooled events rates van graad 5, graad 3-4, en any grade AE waren 2,75% (95%-bti 2,18-4,37) respectievelijk 26,69% (21,60-32,48) en 77,80% (70,91-83,44). De figuur laat zien dat een hoger patiëntvolume per centrum significant geassocieerd was met lagere incidentie van graad 5, graad 3-4, en cardiaal-gerelateerde AEs.

De onderzoekers concluderen dat de meta-analyse het belang onderstreept van een hoog patiëntenvolume van centra waarin ICIs worden gebruikt voor solide maligniteiten.

1.Rahouma M, Mynard N, Baudo M et al. Impact of center volume on cardiopulmonary and mortality outcomes after immune-checkpoint inhibitors for cancer: a systematic review and meta-analysis. Cancers 2024;16:1136

Summary: Systematic review and meta-analysis of 147 trials found that higher center volume was associated with improved outcomes of adverse events from ICIs for solid organ malignancies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale gerandomiseerde studie van post-transplant gilteritinib onderhoud voor FLT3-ITD AML (0)
2024-03-14 13:00   ( Nieuws )
Tags:  FLT3-ITD AML gilteritinib as post-transplant maintenance
Prof. Mark LevisAllogene hematopoïetische celtransplantatie (HCT) verbetert de uitkomsten van patiënten met FLT3-ITD AML in eerste remissie. NCCN-richtlijnen bevelen post-HCT onderhoudsbehandeling met FLT3-remmers aan om het risico van relapse te verlagen, maar deze aanbeveling berust op slechts beperkte evidentie. Een multinationale gerandomiseerde studie heeft post-HCT onderhoud met de FLT3-remmer gilteritinib vergeleken met placebo. Prof. Mark Levis (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie, uitgevoerd in 122 centra in zestien landen, randomiseerde 356 volwassen patiënten met FLT3-ITD AML na HCT in eerste remissie 1:1 naar gilteritinib 120 mg eenmaal daags of placebo gedurende twee jaar (twee groepen van 178 patiënten). Het primaire eindpunt was recidiefvrije overleving. De RFS was langer in de gilteritinibgroep dan in de placebogroep, maar dit verschil was niet statistisch significant (HR 0,679; p=0,0518). Onder de deelnemers hadden 50,5% meetbare residuele ziekte voor of na de HCT. Panel C laat zien dat in een vooraf-gespecificeerde subgroepanalyse onder deze deelnemers gilteritinib versus placebo wel geassocieerd was met betere RFS (HR 0,515; p=0,0065), terwijl onder de patiënten zonder MRD gilterinib niet resulteerde in betere RFS dan placebo (panel D). Panels A en B laten zien dat RFS en overall survival ongeacht de behandelarm significant beter waren onder patiënten zonder MRD dan onder patiënten met MRD.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met FLT3-ITD AML na HCT in eerste remissie gilteritinib onderhoud geassocieerd was met betere RFS in de groep met pre- of post-HCT meetbare residuele ziekte.

1.Levis MJ, Hamadani M, Logan B et al. Gilteritinib as post-transplant maintenance for acute myeloid leukemia with internal tandem duplication mutation of FLT3. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multinational randomized trial found that among patients with FLT3-ITD AML after allogeneic hematopoietic cell transplantation in first remission, gilteritinib maintenance was associated with improved relapse-free survival in the group with pre- or post transplant measurable residual disease.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische waarde van PSA-niveau zes maanden na radiotherapie voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom (0)
2024-03-13 16:00   ( Nieuws )
Tags:  localized prostate cancer prognostic value of PSA at 6 months after RT
Prof. Christopher SweeneyDe prognostische betekenis van het PSA-niveau na radiotherapie (RT) met of zonder androgeendeprivatie (ADT) voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom is niet duidelijk. Een analyse van individual patient data van zestien gerandomiseerde studies heeft deze betekenis onderzocht. Prof. Christopher Sweeney (University of Adelaide, Australië) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde zestien studies van RT met of zonder korte-termijn (st; 3 tot 6 maanden) of lange-termijn (lt; 24-36 maanden) ADT voor prostaatcarcinoom, begonnen tussen 1987 en 2011. De onderzoekers identificeerden het laagste PSA-niveau in de eerste zes maanden na voltooiing van de RT, en categoriseerden dit niveau als lager dan 0,1 ng/ml versus 0,1 ng/ml of hoger. Primaire uitkomsten van de analyse waren metastasevrije overleving (MFS), PCa-specifieke mortaliteit (PCSM), en overall survival (OS) vanaf twaalf maanden na randomisering.

Onder de patiënten die alleen RT kregen (n=2376) had 98% PSA ≥ 0,1 ng/ml in de eerste zes maanden na de RT. Onder de patiënten die RT + stADT kregen (n=5658) was dit het geval voor 84%, en onder de patiënten die RT + ltADT kregen (n=1626) voor 77%. PSA ≥ 0,1 ng/ml in de eerste zes maanden na de RT was onder patiënten die alleen RT kregen geassocieerd met kortere MFS (HR 2,24; 95%-bti 1,21-4,16), hogere PCSM (1,82; 0,51-6,49), en kortere OS (1,72; 0,97-3,05). Ook onder patiënten die RT ± stADT kregen was PSA ≥0,1 ng/ml in de eerste zes maanden na de RT geassocieerd met kortere MFS (HR 1,27; 95%-bti 1,12-1,44), hogere PCSM (2,10; 1,52-2,92), en kortere OS (1,26; 1,11-1,44). Ook onder patiënten die RT +ltADT kregen was PSA ≥ 0,1 ng/ml in de eerste zes maanden na RT geassocieerd met kortere MFS (HR 1,58; 95%-bti 1,27-1,96), hogere PCSM (1,97; 1,11-3,49), en kortere OS (1,59; 1,27-1,99). De vijf-jaars MFS-percentages onder patiënten met alleen RT, RT + stADT, en RT ± ltADT waren 91% versus 79%, 83% versus 76%, en 87% versus 74% in geval van PSA < 0,1 ng/ml versus ≥ 0,1 ng/ml.

De onderzoekers concluderen dat PSA ≥ 0,1 ng/ml in de eerste zes maanden na voltooiing van de RT prognostisch was voor lange-termijn uitkomsten van patiënten die RT met of zonder ADT kregen voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom.

1.Kwak L, Ravi P, Armstrong JG et al. Prognostic impact of prostate-specific antigen at 6 months after radiotherapy in localized prostate cancer: an individual patient data analysis of randomized controlled trials. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Pooled analysis of randomized trials found that among patients receiving radiotherapy with or without androgen deprivation therapy for localized prostate cancer, a PSA level ≥ 0.1 ng/ml within 6 months after completion of RT was prognostic for long-term outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)