Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 3-studie van CAPOX met of zonder zolbetuximab voor CLDN18.2-positief G/GEJ-adenocarcinoom (0)
2023-08-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GLOW trial CLDN18.2-positive gastric or gastroesophageal adenocarcinoma zolbetuximab
Prof. Ruihua XuEr is behoefte aan opties voor eerstelijns behandeling voor HER2-negatief, lokaal-gevorderd niet resectabel of metastatisch adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (G/GEJ-adenocarcinoom). Claudine-18 isovorm 2 (CLND18.2) komt tot expressie op maligne G/GEJ-adenocarcinoomcellen. Zolbetuximab is een op CLND18.2 gericht monoklonaal antilichaam De multinationale fase 3-studie GLOW evalueerde zolbetuximab plus CAPOX als eerstelijns behandeling voor CLDN18.2-positief HER2-negatief lokaal-gevorderd niet-resectabel of metastatisch G/GEJ-adenocarcinoom. Prof. Ruihua Xu (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1


GLOW werd uitgevoerd in 131 centra in 18 landen. De studie includeerde 507 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerd naar zolbetuximab plus CAPOX (‘zolbetuximabgroep’; n=254) of placebo plus CAPOX (‘placebogroep’; n=253). Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. Na mediaan 12,62 maanden follow-up in de zolbetuximabgroep en 12,09 maanden follow-up in de placebogroep was mediane PFS significant langer in de zolbetuximabgroep dan in de placebogroep. Een secundair eindpunt was overall survival. Na mediaan 17,71 respectievelijk 18,43 maanden follow-up was mediane OS significant langer in de zolbetuximabgroep dan in de placebogroep. Graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events werden gerapporteerd voor 72,8% van de patiënten in de zolbetuximabgroep en 69,9% van de patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat zolbetuximab plus CAPOX een eerstelijns optie kan zijn voor patiënten met CLDN18.2-positief HER2-negatief lokaal-gevorder niet-resectabel of metastatisch G/GEJ-adenocarcinoom.

1.Shah MA, Shitara K, Ajani JA et al. Zolbetuximab plus CAPOX in CLDN18.2-positive gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma: the randomized, phase 3 GLOW trial. Nature Med 2023; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 GLOW trial found that zolbetuximab plus CAPOX represents a potential first-line therapy for patients with CLDN18.2-positive, HER2-negative locally advanced unresectable or metastatic G/GEJ adenocarcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingsuitkomsten na preoperative chemoradiotherapie met of zonder pazopanib voor niet-RMS wekedelensarcoom (0)
2023-08-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ARST1321 study non-rhabdomyosarcoma STS pazopanib
Dr. Aaron WeissDe multicenter gerandomiseerde fase 2-studie ARST1321 in de Verenigde Staten evalueerde preoperatieve chemoradiotherapie met of zonder pazopanib voor kinderen en volwassenen met intermediair- of hoog-risico niet-rhabdomyosarcoom wekedelensarcoom. In 2020 is gepubliceerd dat een interimanalsye liet zien dat het percentage patiënten met pathologisch bijna complete respons significant hoger was in de groep met pazopanib dan in de groep zonder pazopanib, en werd de recrutering gestopt. Dr. Aaron Weiss (Maine Medical Center, Portland ME) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology overlevingsuitkomsten in de studie.1



De studie includeerde 85 patiënten die werden gerandomiseerd naar neoadjuvante CRT (ifosfamide plus doxorubicine plus 45 Gy radiotherapie) met of zonder pazopanib, gevolgd door resectie na dertien weken en voortzetting van de chemotherapie tot week 25. De mediane follow-up was 3,3 jaar (range 0,1-5,8). Het drie-jaars gebeurtenisvrije-overlevingspercentage was 52,5% in de groep met pazopanib versus 50,6% in de groep zonder pazopanib (p=0,8677) en het drie-jaars overall survival percentage was 75,5% in de groep met pazopanib versus 65,4% in de groep zonder pazopanib (p=0,1919).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van pazopanib aan preoperatieve CRT voor intermediair- of hoog-risico niet-rhabdomyosarcoom wekedelensarcoom niet resulteerde in langere EFS of OS.

1.Weiss AR, Chen Y-L, Scharschmidt TJ et al. Outcomes after preoperative chemoradiation with or without pazopanib in non-rhabdomyosarcoma soft tissue sarcoma: a report from Children’s Oncology Group and NRG Oncology. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 ARST1321 study found that among children and adults with non-rhabdomyosarcoma soft tisue sarcoma, addition of pazopanib to preoperative chemoradiotherapy resulted in greater rate of near complete pathologic response but not in statistically significant longer event-free or overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prevalentie van pathogene of waarschijnlijk pathogene kiemlijnvarianten in Chinese patiënten met gynecologische maligniteiten (0)
2023-08-01 12:00   ( Nieuws )
Tags:  gynecologic cancers P LP variants
Er is weinig informatie beschikbaar over de prevalentie van pathogene of waarschijnlijk pathogene (P/LP) kiemlijnvarianten in niet-geselecteerde patiënten met gynecologische maligniteiten. Een multicenter retrospectieve cross-sectionele studie in China heeft deze prevalentie en de associatie met somatische fenotypen geïnventariseerd. Prof. Xiaohuia Wu (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 1610 vrouwen (mediane leeftijd 54 jaar; 74,6% met stadium III of IV ziekte; 945 met ovariumcarcinoom; 307 met endometriumcarcinoom; 358 met cervixcarcinoom) tussen oktober 2017 en juni 2021. Met een 520-gene panel bepaalden de onderzoekers de prevalentie van P/LP kiemlijnvarianten in 62 cancer predisposition genes. De prevalentie bedroeg 20,5% voor ovariumcarcinoom; 13,4% voor endometriumcarcinoom; en 6,4% voor cervixcarcinoom. Van deze varianten was 95,1% potentieel actionabel, vooral varianten in HRR/MMR-genen. De Chinese patiënten met endometriumcarcinoom hadden een hogere prevalentie van P/LP varianten dan blanke patiënten met gegevens in The Cancer Genome Atlas (6,5%; p=0,003). Onder patiënten met endometrium- en cervixcarcinoom was de prevalentie van P/LP varianten hoger in de groep patiënten met diagnose voor de leeftijd 45 jaar dan in de groep met diagnose op leeftijd 45 jaar of ouder. MMR P/LP varianten waren geassocieerd met diagnose op lagere leeftijd voor ovarium- en endometriumcarcinoom, terwijl HRR P/LP varianten geassocieerd waren met diagnose op lagere leeftijd voor cervixcarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat deze bevindingen een tot op heden niet geapprecieerde erfelijke factor in cervixcarcinoom onderstrepen, en suggereren dat next-generation sequencing gebaseerd genetisch testen voor gynecologische maligniteiten van belang kan zijn.

1.Wen H, Xu Q, Sheng X et al. Prevalence and landscape of pathogenic or likely pathogenic germline variants and their association with somatic phenotype in unselected Chinese patients with gynecologic cancers. JAMA Network Open 2023;6:e2326537

Summary: A multicenter retrospective cross-sectional study in China evaluated the prevalence of germline pathogenic or likely pathogenic (P/LP) variants and their association with somatic phenotype in 1610 unselected patients with gynecological cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Veranderingen in gemiddelde leeftijd bij eerste diagnose mammacarcinoom in Duitsland in 2010 versus 2022 (0)
2023-07-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  age at first breast cancer diagnosis
Dr. Niklas GremkeRecente studies hebben lager zien dat de incidentie van mammacarcinoom (BC) onder jonge patiënten (voor de leeftijd 50 jaar) toeneemt. Een retrospectieve cross-sectionele studie in Duitsland heeft de leeftijd bij een eerste BC-diagnose vergeleken voor de jaren 2010 versus 2020. Dr. Niklas Gremke (Philipps Universiteit in Marburg) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie werd uitgevoerd in 300 huisartsenpraktijken en 95 praktijken van gynecologen. De studie includeerde 2359 patiënten in 2010 en 3228 patiënten in 2022. Deze figuur laat zien dat in beide typen praktijken de leeftijd bij eerste BC-diagnose in 2022 significant hoger was dan in 2010. Deze figuur laat zien dat early-onset BC in beide typen praktijken afnam, terwijl het percentage BC-diagnosen in de leeftijdsgroep 50 tot en met 65 toenam in de gynecologiepraktijken maar niet in de huisartsenpraktijken.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten dienen te worden geïnterpreteerd in het kader van het Duitse mammografiescreenings-programma (tweejaarlijkse screening voor vrouwen in de leeftijd van 50 tot 70 jaar), dat in 2005 werd gelanceerd en in 2009 landelijk dekkend was.

1.Gremke N, Wagner U, Kalder M, Kostev K. Changes in the incidence of early-onset breast cancer in Germany between 2020 and 2022. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective cross-sectional study in Germany found that breast cancer was diagnosed at higher age in 2022 than in 2010. The proportion of early-onset breast cancer was lower in 2022 than in 2010.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Testen van aanwezigheid van bovine leukemia virus DNA in mammatumoren (0)
2023-07-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  breast tumors BLV DNA
Dr. Jessica Cintolo-GonzalezBovine leukemia virus (BLV) is een deltaretrovirus dat wereldwijd lymfomen en lymfosarcomen veroorzaakt in runderen. BLV heeft een hoge prevalentie in Amerikaans melkvee (niet in Nederland). Er zijn associaties tussen aanwezigheid van BLV-DNA in menselijk borstweefsel en mammacarcinoom gepubliceerd. Een studie van de University of Vermont, een staat met een intensieve zuivelindustrie, heeft aanwezigheid van BLV-DNA in menselijke mammatumoren geïnventariseerd. Dr. Jessica Cintolo-Gonzalez en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1



De onderzoekers zuiverden DNA uit 51 fresh-frozen mammatumor-monsters, 5 monsters van normaal borstweefsel (aanliggend aan tumoren), en bekende BLV-DNA positieve controlemonsters, waaronder bloedmonsters van BLV-positieve runderen en een permanent-geïnfecteerd cellijn. De mediane leeftijd van de patiënten die de monster hadden gedoneerd was 60 jaar (range 40-93); allen waren vrouw. Negentig procent had invasief ductaal carcinoom. Met PCR-testen vonden de onderzoekers geen BLV-DNA in de mammatumormonsters, maar wel in alle bekend-positieve controlemonsters.

De onderzoekers concluderen dat ze geen BLV-DNA hebben gedecteerd in mammatumoren van patiënten in Vermont. De studieresultaten suggereren dat de prevalentie van BLV onder patiënten met mammacarcinoom laag is.

1.Amato S, Ramsey J, Ahern TP et al. Exploring the presence of bovine leukemia virus among breast cancer tumors in a rural state. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print

Summary: A study at the University of Vermont, a rural state with an active dairy industry, investigated the presence of BLV DNA in fresh-frozen breast cancer tissue samples and in known positive control samples, including blood from BLV positive cattle. On PCR, none of the breast cancer tissue samples tested positive for BLV DNA, despite consistent signals in positive controls


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Schatten van risico van ipsilateraal recidief in vrouwen met DCIS van de borst: waarde van VNPI en MSKCC-nomogram (0)
2023-07-31 12:00   ( Nieuws )
Tags:  DCIS Van Nuys Prognostic Index Memorial Sloan Kettering Cancer Center nomogram
Dr. Manisha BahlDe Van Nuys Prognostic Index (VNPI) en de Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC) ductal carcinoma in situ (DCIS) nomogram zijn beide ontworpen voor het schatten van het risico van ipsilateraal recidief in vrouwen met DCIS van de borst. Een retrospectieve studie in Massachusetts General Hospital (MGH, Boston) heeft de VNPI en het MSKCC-nomogram toegepast op DCIS-patiënten met bekende lange-termijn uitkomsten. Dr. Kimberlee Hashiba en dr. Manisha Bahl publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

Tussen begin 2007 en eind 2014 ondergingen in MGH 456 vrouwen (leeftijd 30-87 jaar; gemiddeld 57) borstsparende chirurgie voor DCIS met tenminste vijf jaar follow-up. Eenendertig vrouwen (6,8%) hadden ipsilateraal recidief. Onder vrouwen met versus zonder recidief waren de gemiddelde baseline VNPI scores 7 (range 5-9) respectievelijk 7 (range 4-10) met p-waarde voor het verschil 0,14. Volgens het baseline MSKCC-nomogram was het gemiddelde vijf-jaars risico van recidief 5% (range 1-12%) in de groep vrouwen met werkelijk recidief tijdens de follow-up en 4% (range 1-38) in de groep vrouwen zonder recidief (p=0,09).

De onderzoekers concluderen dat de VNPI en het MSKCC-nomogram resulteren in gelijke schattingen onder vrouwen met versus zonder recidief. Er is behoefte aan meer-robuuste prognostische modellen.

1.Hashiba KA, Bahl M. Ipsilateral tumor recurrence risk in women with ductal carcinoma in situ: application of the Van Nuys Prognostic Index and the Memorial Sloan Kettering Cancer Center nomogram. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at Massachusetts General Hospital (Boston) found that baseline Van Nuys Prognostic Index and Memorial Sloan Kettering Cancer Center DCIS nomogram both did not significantly discriminate between DCIS patients with versus without recurrence.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van protonentherapie versus transarteriële chemo-embolisatie voor levercelcarcinoom (0)
2023-07-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HCC PBT versus TACE
Dr. David BushDe incidentie van levercelcarcinoom (HCC) neemt toe. Chirurgische resectie is in de meerderheid van de patiënten niet mogelijk vanwege onderliggende cirrose of andere comorbiditeiten. Een gerandomiseerde studie van Loma Linda University Medical Center en Jerry Pettis Memorial Veterans Hospital (Loma Linda, CA) heeft proton beam radiotherapy (PBT) vergeleken met transarterial chemoembolization (TACE) voor HCC. Dr. David Bush en collega’s publiceren de studie in Cancer.1


Deze figuur toont het CONSORT-diagram van de studie. De 76 geïncludeerde patiënten, met niet-eerder behandeld HCC, werden gerandomiseerd naar PBT (70,2 Gy in vijftien fracties over drie weken; n=36) of TACE (herhaald tot complete of maximale respons; n=40). Het primaire eindpunt was overall survival.

Deze figuur toont resultaten van de studie. Er was geen significant verschil tussen beide groepen voor het eindpunt overall survival percentage na twee jaar (68% met PBT versus 65% met TACE). De mediane progressievrije overleving was niet bereikt met PBT versus 12 maanden met TACE (HR 3,62; p=0,002), en ook lokale controle was beter met PBT dan met TACE (HR 5,64; p=0,003). Het gemiddelde aantal posttreatment dagen in het ziekenhuis was 24 voor PBT versus 166 voor TACE. De totale kosten per patiënt kwamen 28% lager uit met PBT dan met TACE.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld HCC, PBT vergeleken met TACE niet resulteerde in betere OS maar wel in verbetering in secundaire eindpunten en lagere kosten.

1.Bush DA, Volk M, Smith JC et al. Proton beam radiotherapy versus transarterial chemoembolization for hepatocellular carcinoma: results of a randomized trial. Cancer 2023.34965

Summary: A randomized trial compared proton beam radiotherapy (PBT) versus transarterial chemoembolization (TACE) for previously untreated hepatocellular carcinoma. The study found no significant difference between the two groups in two-year overall survival. Median progression-free survival and local control were improved with PBT versus TACE.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Onderhoudsbehandeling met lenalidomide-dexamethason met of zonder ixazomib na transplantatie voor multipel myeloom (0)
2023-07-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MM posttransplantation maintenance with IRd versus Rd
Dr. Laura RosiñolEen multicenter gerandomiseerde studie in Spanje includeerde 332 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom na bortezomib-lenalidomide-dexamethason (VRd) inductie, autologe stamceltransplantatie, en VRd consolidatie. De patiënten werden gerandomiseerd naar onderhoudsbehandeling met Rd met of zonder ixazomib (I). Dr. Laura Rosiñol (IDIBAPS, Barcelona) en collega’s publiceren in Blood resultaten van de studie.1

De Rd-groep bestond uit 161 patiënten en de IRd-groep uit 171 patiënten. Het percentage patiënten met minimaal residuele ziekte (MRD)-negativiteit (2 x 10-6) na twee jaar nam toe van 50,9% tot 71,8% in de Rd-groep en van 59,6% tot 72,4% in de IRd-groep. Na twee jaar onderhoudsbehandeling werd de behandeling gestaakt in de MRD-negatieve groep. Mediaan 69 maanden na begin van de onderhoudsbehandeling was de progressievrije overleving in geen van beide groepen bereikt, zonder significant verschil tussen de groepen (na zes jaar 61,3% met Rd en 55,6% met IRd; HR 1,136; 95%-bti 0,809-1,603). Discontinuering van de behandeling onder de patiënten die na twee jaar MRD-negatief waren resulteerde in laag progressiepercentage (17,2% na vier jaar).

De onderzoekers concluderen dat Rd-onderhoud resulteerde in een zes-jaars PFS-percentage van 61,3%. Toevoegen van I aan Rd-onderhoud resulteerde niet in verbetering van de PFS. Discontinuering van de onderhoudsbehandeling onder MRD-negatieve patiënten was geassocieerd met laag progressiepercentage.

1.Rosiñol L, Oriol A, Ríos-Tamayo R et al. Lenalidomide and dexamethasone with or without ixazomib maintenance tailored by residual disease status in myeloma. Blood 2023; epub ahead of print

Summary: A multicenter trial in Spain found that among patients with newly diagnosed myeloma, posttransplant maintenance with lenalidomide and dexamethasone resulted in 6-year PFS of 61.3% without benefit of adding ixazomib. Discontinuation of maintenance in patients with MRD negativity at two years was associated with a low progression rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)