Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Associatie van prediagnostische 5-alfa reductaseremmers met progressie van blaascarcinoom onder Zuidkoreaanse mannen (0)
2023-05-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  5-ARIs bladder cancer progression
Prof. Seok Ho KangDe anti-androgene werkzaamheid van 5-alfa reductaseremmers (5-ARIs) kan wellicht resulteren in preventie van maligniteiten die voornamelijk bij mannen voorkomen. Een retrospectieve cohortstudie in Zuid-Korea heeft de associatie van prediagnostisch gebruik van 5-ARIs met progressie van blaascarcinoom (BC) geïnventariseerd. Prof. Seok Ho Kang (Korea Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde alle mannelijke patiënten met een BC-diagnose in Zuid-Korea tussen begin 2008 en eind 2019 (n=22.845). Na propensity score matching werden twee groepen van ieder 5300 patiënten gevormd die tot twaalf maanden voor de BC-diagnose alleen α-blokkers voorgeschreven hadden gekregen (gemiddelde leeftijd 68,3 ± 8,8 jaar) of α-blokkers plus 5-ARIs voorgeschreven hadden gekregen (67,8 ± 8,6 jaar). Vergeleken met de alleen α-blokkergroep had de α-blokker plus 5-ARIgroep lager risico van mortaliteit (aHR 0,83; 95%-bti 0,75-0,91), blaasinstillatie (0,84; 0,77-0,92), en radicale cystectomie (0,74; 0,62-0,88). De verschillen in restricted mean survival time waren 92,6 dagen voor all-cause mortaliteit, 88,1 dagen voor blaasinstillatie, en 68,0 dagen voor radicale cystectomie.


De onderzoekers concluderen dat prediagnostisch voorschrijven van 5-ARIs geassocieerd was met verlaagd risico van BC-progressie, hoewel een gerandomiseerde studie vereist is om deze conclusie te bevestigen.

1.An MH, Kim MS, Kim C et al. Association of 5α-reductase inhibitor prescription with bladder cancer progression in males in South Korea. JAMA Network Open 2023;6:2313667

Summary: A retrospective cohort study of patients with bladder cancer (BC) in South Korea found that patients prescribed prediagnostically a 5-ARI compared to an α-blocker had a lower risk of mortality and BC progression.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid van verschillende typen chemotherapie voor EGFR-gemuteerd NSCLC na progressie op EGFR-TKIs (0)
2023-05-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  EGFR-mutated NSCLC chemotherapy after progression on EGFR-TKIs
Prof. Anne-Marie DingemansOnder patiënten met EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom is na progressie op EGFR-TKIs chemotherapie de standaard-behandeling. Een retrospectieve studie in het Erasmus MC en het NKI heeft werkzaamheid van verschillende typen chemotherapie in deze setting vergeleken. Prof. Anne-Marie Dingemans (Erasmus MC) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1



De studie includeerde achtereenvolgende patiënten die na progressie op EGFR-TKIS in de twee centra chemotherapie kregen. De onderzoekers identificeerden 171 lijnen chemotherapie: platina-pemetrexed (PP; n=95), carboplatine-paclitaxel-bevacizumab-atezolizumab (CPBA; n=32), paclitaxel-bevacizumab (PB; n=36), en carboplatine-paclitaxel-bevacizumab (CPB; n=8). Van deze 171 lijnen werden 106 gegeven als eerste lijn na de EGFR-TKI. De mediane PFS was niet significant verschillend (p=0,50) tussen de eerstelijns regimes. De langste mediane PFS werd gezien met PP (5,2 maanden; 95%-bti 4,5-5,9) en CPBA (5,9; 3,8-89). De meerderheid van de patiënten in de PB groep (n=32) kreeg dit regime in tweede of latere lijn, met mediane PFS 4,9 maanden (95%-bti 3,3-3,6). De mediane OS met eerstelijns regimes was 15,3 maanden (95%-bti 11,6-18,9) zonder significante verschillen tussen de regimes (p=0,85).

De onderzoekers concluderen patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC na progressie op EGFR-TKIs substantieel profijt hebben met verschillende chemotherapieregimes.

1.Steendam CMJ, Ernst SM, Badrising SK et al. Chemotherapy for patients with EGFR-mutated NSCLC after progression on EGFR-TKI’s: exploration of efficacy of unselected treatment in a multicenter cohort study. Lung Cancer 2023.107248

Summary: A retrospective study in The Netherlands found that after progression on EGFR-TKIs, patients with EGFR-mutated NSCLC had substantial benefit from various chemotherapy regimes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-2 studie van oncolytische virotherapie plus pembrolizumab voor recidiverend glioblastoom (0)
2023-05-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  recurrent glioblastoma oncolytic DNX-2401 virotherapy plus pembrolizumab
Prof. Gelareh ZadehImmuun-gemedieerde anti-tumor respons die wordt opgewekt door oncolytische virussen en versterkt door immuuncheckpointremming zou een effectieve behandeling kunnen zijn voor glioblastoom. Een fase 1-2 studie in dertien centra in Canada en de Verenigde Staten heeft van intratumorale toediening van het oncolytisch virus DNX-2401 gevolgd door intraveneus pembrolizumab (anti-PD-1) voor recidiverend GBM geëvalueerd. Prof. Gelareh Zadeh (University of Toronto) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De figuur geeft een overzicht van de studie. De escalatiefase includeerde 10 patiënten en de expansiefase 39. Aan het primaire eindpunt veiligheid werd voldaan. Er waren geen doseringslimiterende toxiciteiten, en de volledige doserings-combinatie werd goed verdragen. Het primaire eindpunt objective response rate was met 10,4% (90%-bti 4,2-20,7) niet statistisch significant hoger dan het vooraf-gespecificeerde criterium van 5%, hoewel 56,2% van de patiënten klinisch profijt hadden (stabiele ziekte of beter). Het secundaire eindpunt overall survival percentage na twaalf maanden was met 52,7% (95%-bti 40,1-69,2) significant hoger dan het vooraf-gespecificeerde criterium van 20%. De mediane OS was 12,5 maanden (95%-bti 10,7-13,5).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van intratumoraal DNX-2401 gevolgd door pembrolizumab veilig was en resulteerde in opmerkelijk overlevingsprofijt in patiënten met recidiverend glioblastoom.

1.Nassiri F, Patil V, Yefet L et al. Oncolytic DNX-2401 virotherapy plus pembrolizumab in recurrent glioblastoma: a phase 1/2 trial. Nature Medicine 2023; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 1-2 trial showed that the combination of intratumoral DNX-2401 followed by pembrolizumab was safe with notable survival benefit in select patients with recurrent glioblastoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multidisciplinaire consensus-richtlijnen voor gebruik van radiotherapie voor thymuscarcinoom (0)
2023-05-16 13:30   ( Nieuws )
Tags:  thymic carcinoma appropriate use criteria for radiation therapy
Dr. Stephen ChunThymuscarcinoom (TC) is een zeldzame aandoening, en er is controverse over het TC-management bij gebrek aan prospectieve data. De vijftien leden van het Thoracic Appropriate Use Criteria (AUC) expertpanel van de American Radium Society hebben een literatuuroverzicht uitgevoerd om te komen tot consensus-richtlijnen over het TC-management. Dr. Stephen Chun (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de richtlijnen in JAMA Oncology.1

In de Engelstalige literatuur tussen begin 1980 en eind 2021 identificeerden de experts 89 voor het onderwerp relevante publicaties. Uit de publicaties concluderen de experts dat minimaal-invasieve thymectomie gewoonlijk niet doelmatig is (ongeacht het stadium) vanwege de infiltratieve aard van TCs. Er was consensus dat conventioneel-gefractioneerde bestraling (1,8-2,0 Gy per dag) tot een dosering van 45 tot 60 Gy in de adjuvante setting en 60 tot 66 Gy in de definitieve setting doelmatig is, en dat electieve nodale bestraling niet doelmatig is. Het panel adviseert gebruik van IMRT of protontherapie in plaats van 3-dimensionele conformele radiotherapie om blootstelling van hart en longen aan straling te verminderen.

De experts concluderen dat ze multidisciplinaire richtlijnen voor het management van TC hebben geformuleerd.

1.Chun SG, Rimner A, Amini A et al. American Radium Society appropriate use criteria for radiation therapy in the multidisciplinary management of thymic carcinoma. JAMA Oncol 2023.1175

Summary: The Thoracic Appropriate Use Criteria expert panel of the American Radium Society reviewed the medical literature from 1980 to 2021 to inform consensus guidelines for the oncologic management of thymic carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van ropeginterferon versus standaard-therapie voor laag-risico polycythemia vera (0)
2023-05-16 12:00   ( Nieuws )
Tags:  PV ropeg
Prof. Tiziano BarbuiPolycythemia vera (PV) wordt gekenmerkt door niet-gecontroleerde klonale proliferatie van beenmerg-progenitors, voornamelijk gedreven door mutaties in het JAK2-gen. Therapie is gericht op het handhaven van hematocriet op een niveau van 45% of lager. De richtlijnen bevelen flebotomie plus lage-dosering aspirine aan voor patiënten met laag-risico ziekte (patiënten jonger dan 60 jaar zonder geschiedenis van trombose). Een gerandomiseerde fase 2-studie in 31 centra in Italië heeft toevoeging van ropeginterferon aan deze standaard-therapie geëvalueerd. Prof. Tiziano Barbui (Fondazione per la Ricerca Ospedale, Bergamo) en collega’s publiceren de studie in NEJM Evidence.1

De studie includeerde 127 patiënten met laag-risico PV, die werden gerandomiseerd naar ropeg (100 μg iedere twee weken) plus flebotomie en lage-dosering aspirine (n=64) of alleen flebotomie en lage-dosering aspirine (n=63). Het primaire eindpunt was handhaven van mediane hematocriet –waarde 45% of lager gedurende twaalf maanden. Dit eindpunt werd bereikt door 81% in de ropeg-groep versus 51% in de standaard-groep (p<0,001). De responders zetten de behandeling voort tot maand 24, en behielden de respons in 83% respectievelijk 59% (p=0,02). Ropeg-responders hadden minder frequent matige of ernstige symptomen (33% versus 67% in standaard-groep) en palpabele splenomegalie (14% versus 37%). Discontinuering van ropeg wegens adverse events vond plaats in zeven patiënten (10,9%).

De onderzoekers concluderen dat ropeg plus flebotomie superieur was aan alleen flebotomie.

1.Barbui T, Vannucchi AM, De Stefano V et al. Ropeginterferon versus standard therapy for low-risk patients with polycythemia vera. NEJM Evidence 2023.2200335

Summary: A phase 2 trial randomized patients with low-risk polycythemia vera to phlebotomy plus ropeginterferon alfa-2b (‘ropeg’, 100 μg every two weeks) or phlebotomy only. Primary end point was maintenance of the median hematocrit value less than or equal to 45% for 12 months. This end point was met in 81% of the ropeg group versus 51% of the standard group.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten van SAFRON II studie: single- versus multifraction SABR voor pulmonaire oligometastasen (0)
2023-05-15 15:00   ( Nieuws )
Tags:  SAFRON II pulmonary oligometastases SABR
Dr. Shankar SivaDe gerandomiseerde fase 2-studie SAFRON II van de Trans Tasman Radiation Oncology Group, in dertien centra in Australië en Nieuw-Zeeland, vergeleek stereotactische ablatieve radiotherapie (SABR) in een enkele (28 Gy) versus vier fracties (ieder 12 Gy) voor patiënten met ten hoogste drie pulmonaire metastasen (ten hoogste 5 cm) van niet-hematologische maligniteiten. In 2021 is gepubliceerd dat er met mediaan 36,5 maanden follow-up onder de 90 patiënten met tezamen 133 longmetastasen geen verschillen tussen de twee armen waren voor het primaire eindpunt toxiciteit en evenmin voor de secundaire eindpunten lokaal falen, overall survival, ziektevrije overleving, en patiënt-gerapporteerde uitkomsten. Dr. Shankar Siva (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology finale analyses van de studie.1




De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was 5,4 jaar. De drie- en vijf-jaars overall survival percentages onder alle patiënten tezamen waren 70% (95%-bti 59-78) respectievelijk 51% (39-61). De figuur laat zien dat er tussen de armen geen significante verschillen waren voor OS, DFS, of modified disease-free survival, gedefinieerd als overleving zonder progressie die niet kon worden behandeld met lokale therapie (of overlijden).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met één, twee, of drie longmetastasen enkele fractie SABR niet minder werkzaam was dan multifractie SABR, en dat in deze patiëntenpopulatie die geen systemische behandeling kreeg een substantieel percentage lange-termijn ziektevrij bleef.

1.Siva S, Sakyanun P, Mai T et al. Long-term outcomes of TROG 13.01 SAFRON II randomized trial of single-versus multifraction for pulmonary oligometastases. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Final analysis of the multicenter randomized phase 2 SAFRON II trial found no differences in outcomes between single- versus multifraction SABR for pulmonary oligometastases. One-in-three patients were alive without disease in the long term.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen slaapkenmerken en uitkomsten na resectie van stadium III coloncarcinoom (0)
2023-05-15 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CALGB SWOG 80702 resected stage III colon cancer sleep and cancer recurrence and survival
Prof. Jeffrey MeyerhardtCALGB/SWOG 80702 randomiseerde 2526 patiënten na resectie van stadium III coloncarcinoom naar 3 versus 6 maanden FOLFOX en naar drie jaar celecoxib versus placebo. Een prospectieve observationale studie onder 1175 van deze patiënten heeft de associatie tussen slaapkenmerken en uitkomsten geïnventariseerd. Prof. Jeffrey Meyerhardt (Harvard Medical School, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1



Tussen 14 en 16 maanden na de randomisatie beantwoordden de patiënten een vragenlijst over hun leefstijlkenmerken, waaronder slaapgewoonten. De figuur laat zien dat patiënten die per nacht negen uur of langer sliepen in vergelijking met patiënten die per nacht zeven uur sliepen slechtere ziektevrije overleving hadden (HR 1,62; 95%-bti 1,01-2,58). Zowel patiënten die per nacht vijf uur of korter sliepen (HR 2,14; 95%-bti 1,14-4,03) als patiënten die per nacht negen uur of langer sliepen (2,34; 1,26-4,33) hadden vergeleken met patiënten die per nacht zeven uur sliepen slechtere overall survival. Zelf-gerapporteerde sleep adequacy en slaperigheid overdag waren niet geassocieerd met uitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die uniforme behandeling en follow-up kregen in een klinische studie na resectie van stadium III coloncarcinoom, zowel lange als korte duur van de slaap geassocieerd waren met hogere mortaliteit.

1.Lee S, Ma C, Shi Q et al. Sleep and cancer recurrence and survival in patients with resected stage III colon cancer: findings fro, CALGB/SWOG 80702 (Alliance). Br J Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A prospective observational study prospective observational study among resected stage III colon cancer patients enrolled in the CALGB/SWOG 80702 randomized trial found that very long and very short sleep durations were significantly associated with increased mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overleving na minimaal-invasieve versus open chirurgie voor uterus-beperkt kliernegatief cervixcarcinoom (0)
2023-05-15 12:00   ( Nieuws )
Tags:  uterine-confined and node-negative cervical cancer minimally invasive surgery
Studies die uitkomsten van minimaal-invasieve chirurgie (MIS) en open chirurgie voor cervixcarcinoom vergeleken hebben tegenstrijdige resultaten laten zien. Een retrospectieve bevolkings-gebaseerde studie in de regio Osaka (Japan) heeft MIS versus open chirurgie vergeleken onder patiënten met tot de uterus beperkt en kliernegatief cervixcarcinoom (FIGO 2018 stadium I). Dr. Seiji Mabuchi (Osaka International Cancer Institute) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 2279 patiënten die tussen begin 2011 en eind 2018 chirurgie ondergingen: 225 in de MIS-groep en 2054 in de open-chirurgiegroep. De vier-jaars overall survival percentages waren 99,5% in de MIS-groep versus 97,2% in de open-chirurgiegroep (p=0,1110). Ook bij afzonderlijke analyse van patiënten met chirurgie in de periode 2011 tot en met 2014 of 2015 tot en met 2018 waren er geen significante verschillen in overall survival tussen de MIS-groep en de open-chirurgiegroep.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met open chirurgie, MIS niet resulteerde in slechtere overleving onder Japanse patiënten met tot de uterus beperkt en kliernegatief cervixcarcinoom.

1.Mabuchi S, Sasano T, Komura N et al. Comparison of the survival outcomes of minimally invasive surgery with open surgery in patients with uterine-confined and node-negative cervical cancer: a population-based study. Cancers 2023; 15:2756

Summary: A retrospective population-based study in Japan found that among patients with uterine-confined and node-negative cervical cancer, minimally invasive surgery did not compromise survival outcomes when compared with conventional open surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)