Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 2-studie van radiochirugie naar de plexus coeliacus voor pijn in patiënten met gevorderde maligniteiten (0)
2024-07-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  pain in advanced cancer celiac plexus radiosurgery
Dr. Yaacov LawrencePijn in de bovenbuik en/of lage rugpijn (retroperitoneaal pijnsyndroom) gerelateerd aan betrokkenheid van de plexus coeliacus kan een kenmerk zijn van pancreas- of andere gastroïntestinale maligniteiten. Een fase 2-studie in acht centra in vijf landen (Canada, Israël, Polen, Portugal en de Verenigde Staten) heeft ablatieve bestraling van de plexus coeliacus voor deze pijn geëvalueerd. Dr. Yaacov Lawrence (Sheba Medisch Centrum, Ramat Gan, Israël) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1



De studie includeerde volwassen patiënten met een gemiddeld pijnniveau 5 tot en met 10 op de Brief Pain Inventory Short Form (BPI-SF), een ECOG performance status 2 of beter, en pancreascarcinoom of andere celiac axis tumors. De patiënten kregen een enkele fractie van 25 Gy external-beam fotonen naar de plexus coeliacus. Het primaire eindpunt was pijnrespons (afname van de BPI-SF gemiddelde pijnscore met tenminste twee punten tussen voor de behandeling en drie weken na de behandeling.

Tussen begin 2018 en eind 2021 werden 125 patiënten behandeld, onder wie 90 evalueerbare patiënten met stabiele pijnscores. Deze patiënten waren 50 vrouwen en 40 mannen; de mediane leeftijd was 65,5 jaar (IQR 58,3-71,8); 92% van de patiënten hadden pancreascarcinoom; 86% hadden metastatische ziekte. De mediane baseline gemiddelde BPI-SF pijnscore was 6 (IQR 5-7). Tenminste partiële pijnrespons werd gezien in 48 patiënten (53%; 95%-bti 42-64). De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse events waren abdominale pijn (28% van de patiënten) en vermoeidheid (18%). Er waren 11 graad 3 of hoger ernstige adverse events, waarvan twee werden beschouwd als waarschijnlijk samenhangend met de behandeling, en negen als mogelijk samenhangend met de behandeling waaronder twee graad 5 gebeurtenissen.

De onderzoekers concluderen dat radiochirurgie naar de plexus coeliacus een noninvasieve palliatieve optie kan zijn voor patiënten met retroperitoneaal pijnsydroom.

1.Lawrence YR, Miszczyk M, Dawson LA et al. Celiac plexus radiosurgery for pain management in advanced cancer: a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multinational phase 2 trial found that celiac plexus radiosurgery could be a non-invasive palliative option for patients with retroperitoneal pain syndrome.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ziekte van Alzheimer en gerelateerde dementie na hormoonmodulerende therapie voor mammacarcinoom (0)
2024-07-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  HMT for BC ADRD
Dr. Chao CaiHormoonmodulerende therapie (HMT) is een geaccepteerde therapie voor hormoonreceptor-positief mammacarcinoom (HR+ BC). Cognitieve effecten van de therapie zijn niet goed bestudeerd. Een cohortstudie op basis van gegevens in de SEER-Medicare database heeft de associatie tussen HMT en het risico van de ziekte van Alzheimer en gerelateerde dementie (ADRD) in oudere HR+ BC-patiënten geïnventariseerd. Dr. Chao Cai (University of South Carolina, Columbia) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

In de database identificeerden de onderzoekers 18.808 patiënten BC in de leeftijd van 65 jaar en ouder met een nieuwe diagnose HR+BC tussen begin 2007 en eind 2009. Binnen drie jaar na de diagnose kregen 12.356 (65,7%) patiënten HMT en 6452 (34,3%) geen HMT. Gedurende gemiddeld 12 jaar follow-up ontwikkelden 2926 (23,7%) HMT-gebruikers en 1802 (27,9%) niet-HMT gebruikers ADRD. HMT-gebruik was geassocieerd met 7% lager relatief risico van ADRD overall ( HR 0,93; p=0,005). De figuur laat zien dat deze associatie minder sterk werd met toenemende leeftijd en uiteenliep tussen patiënten van verschillende rassen. De met HMT-gebruik samenhangende reductie van ADRD-risico was het sterkst onder zwarte vrouwen in de leeftijd van 65 tot 75 jaar (HR 0,76; 95%-bti 0,62-0,92). De associaties liepen ook uiteen voor verschillende HMT-typen.

De onderzoekers concluderen dat HMT voor HR+ BC in patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder overall geassocieerd was met bescherming tegen ADRD, maar dat dit effect afnam met toenemende leeftijd en uiteenliep voor vrouwen van verschillende rassen.

1.Cai C, Strickland K, Knudsen S et al. Alzheimer disease and related dementia following hormone-modulating therapy in patients with breast cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2422493

Summary: A retrospective cohort study using the SEER-Medicare database found that hormone modulating therapy for newly diagnosed breast cancer in patients aged 65 years or older was associated with protection against Alzheimer disease and related dementia. This effect dimished with age and varied by race.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van multi-orgaan patronen van immuungerelateerde bijwerkingen van immuuncheckpointremmers (0)
2024-07-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs multi-organ irAEs
Dr. Yevgeniy SemenovInzicht in het tezamen optreden en prognostische implicaties van immuungerelateerde bijwerkingen (irAEs) van immuuncheckpointremmers (ICIs) is van groot belang voor het management van de immuuntherapie. Een retrospectieve studie van patiënten in twee cohorten heeft co-occurrence patronen en overlevingsuitkomsten na multi-orgaan irAEs onder ontvangers van ICIs geïnventariseerd. Dr. Yevgeniy Semenov (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1


De studie werd uitgevoerd in een cohort van patiënten die ICIs kregen in Massachusetts General Hospital, Brigham and Women’s Hospital, en Dana-Farber Cancer Institute (MGBD-cohort; n=15.246) en in een cohort van patiënten met gegevens in het USA bevolkings-gebaseerde TriNetX network (n=50.503). Na 1:2 propensity score matching werden twee groepen gevormd, bestaande uit 13.086 MGBD-patiënten en 26.173 TriNetX-patiënten. Na toepassing van irAE-identificatieregels bleven in het MGBD-cohort 8704 patiënten over onder wie 3284 (37,7%) irAEs hadden en 5420 (62,3%) geen irAEs hadden; in het TriNetX-cohort bleven 18.162 patiënten over onder wie 5538 (30,5%) irAEs hadden en 12.624 geen irAEs hadden. De mediane duur van follow-up was 317 dagen in het NGBD-cohort en 249 dagen in het TriNetX-cohort. De onderzoekers voerden zes-maands landmark overall survival analyses uit.

In beide cohorten werden over het algemeen positieve paarsgewijze correlaties van irAEs gezien. De onderzoekers onderscheidden zeven afzonderlijke patiëntclusters (endocrien, cutaan, respiratoir, gastro-intestinaal, hepatisch, musculoskeletaal, en neurologisch). In het MGBD-cohort hadden patiëntclusters die voornamelijk endocriene (HR 0,53; p<0,001) en cutane (0,61; p=0,0007) irAEs hadden gunstige OS-uitkomsten in zes-maands landmark analyse, terwijl andere clusters hetzij ongunstige (respiratoir: 1,60; p=0,0001) of neutrale OS-uitkomsten hadden (gastro-intestinaal 0,86; p=0,23; musculoskeletaal 0,97; p=0,78), hepatisch 1,0; p=0,10; en neurologisch 1,30; p=0,074). In het TriNetX-cohort werden vergelijkbare resultaten gevonden.

De onderzoekers dat het identificeren van de irAE-cluster waartoe een patiënt behoort waardevolle informatie kan opleveren over de prognose.

1.Wan G, Chen W, Khattab S et al. Multi-organ immune-related adverse events from immune checkpoint inhibitors and their downstream implications: a retrospective multicohort study. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective multicohort study found that among patients receiving ICIs, reliably identifying the irAE cluster to which a patient belongs can provide valuable clinical information for prognosticating outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van chirurgische vaardigheid met perioperatieve uitkomsten van robot-geassisteerde partiële nefrectomie (0)
2024-07-16 13:30   ( Nieuws )
Tags:  robot-assisted partial nephrectomy surgical skill and perioperative outcomes
Dr. Craig RogersChirurgische vaardigheid zou klinische uitkomsten van complexe chirurgische kunnen beïnvloeden. Een studie onder tien urologisch-chirurgen in Michigan heeft de associaties van door collega’s beoordeelde vaardigheid met perioperatieve uitkomsten van robot-geassocieered partiële nefrectomie geïnventariseerd. Dr. Craig Rogers (Henry Ford Health, Detroit MI) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

Elk van de tien chirurgen leverde ten hoogste zeven videos van door hem of haar uitgevoerde procedures, die gedeïdentificeerd werden beoordeeld door tenminste drie van 24 geblindeerde collega-chirurgen die zelf ook regelmatig robot-geassisteerde partiële nefrectomie uitvoerden. De beoordelaars kenden scores toe op een schaal van 1 tot vijf (hogere scores duidden op hogere vaardigheid). De scores liepen uiteen van 3,5 tot 4,7 punten, met een gemiddelde van 4,1 ± 0,4 punten. Hogere scores voor chirurgische vaardigheid waren geassocieerd met lagere percentages patiënten met verblijf in het ziekenhuis langer dan drie dagen, geschat bloedverlies meer dan 500 ml, positieve chirurgische marges, dertig-dagen bezoeken aan de afdeling spoedeisende hulp, en dertig-dagen heropname in het ziekenhuis. Hoger jaarlijks partiële nefrectomie-volume was geassocieerd met hogere chirurgische vaardigheid.

De onderzoekers concluderen dat hogere scores bij peer review van chirurgische vaardigheid geassocieerd waren met lagere percentages ongunstige klinische uitkomsten.

1.Wang Y, Wilder S, Hijazi M et al. Surgeon skill and perioperative outcomes in robot-assisted partial nephrectomy. JAMA Network Open 2024;7:e2421696

Summary: In a quality improvement study of video-based evaluation of robot-assisted partial nephrectomy, higher technical skill was associated with lower rates of adverse clinical outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Hidden-genome classifier voor het kwantificeren van heterogeniteit van intrahepatisch cholangiocarcinoom (0)
2024-07-16 12:00   ( Nieuws )
Tags:  heterogeneity of IHC hidden-genome classifier
Dr. William JarnaginIntrahepatisch cholangiocarcinoom (IHC) is een heterogene tumor. Onderzoekers van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) hebben met de hidden-genome classifier, een supervised machine-learning gebaseerd algoritme, de genetische heterogeniteit van IHC gekwantificeerd. Dr. William Jarnagin en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1


De onderzoekers voerden een retrospectief overzicht uit van 1370 patiënten met IHC, extrahepatisch cholangiocarcinoom (EHC), galblaascarcinoom (GBC), levercelcarcinoom (HCC), of bifenotypische tumoren. Een hidden-genome model classificeerde 527 IHC-tumoren op basis van genetische homologie net EHC/GBC of HCC. Van deze IHC tumoren hadden 410 (78%) meer dan 50% genetische homologie met EHC/GBC, waaronder 122 (23%) meer dan 90% genetische homologie hadden (‘biliary class’) gekenmerkt door veranderingen in KRAS of SMAD4 en CDKN2A-verlies. De andere 177 IHC-tumoren (22%) hadden meer dan 50% genetische homologie met HCC, waaronder 30 (5,7%) met meer dan 90% homologie (‘HCC class’) gekenmerkt door TERT-veranderingen. Patiënten met biliary class versus non-biliary class IHC hadden mediane overall survival 1 jaar (95%-bti 0,77-1,5) versus 1,8 jaar (1,6-2,0) voor niet-resectabele ziekte en 2,4 jaar (2,1-NR) versus 5,1 jaar (4,8-6,9) voor resectabele ziekte. De hidden-genome classifier voorspelde OS onafhankelijk van FGFR2- en IDH-veranderingen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten de differentiële responsen op behandeling van IHC zouden kunnen verklaren.

1.Song Y, Boerner T, Drill E et al. A novel approach to quantify heterogeneity of intrahepatic cholangiocarcinoma: the hidden-genome classifier. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective study quantified genetic heterogeneity of intrahepatic cholangiocarcinoma, finding a possible explanation for the differential treatment responses seen in IHC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van GX-188E DNA-vaccin plus pembrolizumab voor HPV16/18-positief gevorderd cervixcarcinoom (0)
2024-07-15 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-567 HPV16- and or HPV18-positive recurrent of advanced cervical cancer GX-188E
Dr. Myong Cheol LimGX-188E (tirvalimogene teraplasmide) is een DNA-vaccin dat codeert voor de E6- en E7-eiwitten van HPV16 en HPV18. De fase 2-studie KEYNOTE-567 in negen centra in Zuid-Korea evalueerde de combinatie van het GX-188E DNA-vaccin met pembrolizumab in patiënten met HPV16- of HPV18-positief recidiverend of gevorderd cervixcarcinoom. In 2021 werd een interimanalyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de combinatie veilig en werkzaam was, en resulteerde in verbeterde mediane progressievrije overleving en overall survival dan eerder was gezien met pembolizumab monotherapie. Dr. Myong Cheol Lim (Katholieke Universiteit van Korea, Seoel) en collega’s publiceren in eClinicalMedicine lange-termijn resultaten van de studie.1

De studie includeerde 60 volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 en 1, die geen baat hadden bij standaard-therapie. De patiënten kregen intramusculair GX-188E 2 mg in week 1, 2, 4, 7, 13, 19, en 46 in combinatie met intraveneus pembrolizumab 200 mg iedere drie weken, voor de duur van twee jaar of tot ziekteprogressie. Het primaire eindpunt was objective response rate. De mediane follow-up was 14,72 maanden. De ORR was 35,0% (95%-bti 23,1-48,4) met complete respons in 8,3% en een mediane duur van respons van 12,3 maanden. De ORR was 38,9% onder patiënten met PD-L1 positieve tumoren en 29,2% onder patiënten met PD-L1 negatieve tumoren. De mediane progressievrije overleving was 4,4 maanden (95%-bti 2,1-8,3) en de mediane overall survival was 23,8 maanden (14,0-NR). Treatment-related adverse events werden gezien in 33,8%; graad 3 of 4 TRAEs in 6,2%; er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van het vaccin en pembrolizumab veilig was een veelbelovende activiteit had onder patiënten met recidiverend of gevorderd HPV-positief cervixcarcinoom.

1.Lim MC, Choi YJ, Hur S-Y et al. GX-188E DNA vaccine plus pembrolizumab in HPV16- and/or 18-positive recurrent or advanced cervical cancer: a phase 2 trial. eClinMed 2024.102716

Summary: The multicenter phase 2 KEYNOTE-567 trial in South Korea found that the GX-188E vaccine combined with pembrolizumab was safe and showed promising activity in patients with recurrent or advanced HPV-positive cervical cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prevalentie van overlevers van maligniteiten in de Verenigde Staten per 1 januari 2022 (0)
2024-07-15 13:30   ( Nieuws )
Tags:  prevalence of US cancer survivors
Dr. Emily TonorezosMet de veroudering van de bevolking en verbeteringen in diagnose, behandeling, en ondersteunende zorg is het aantal overlevers van maligniteiten in de Verenigde Staten toegenomen. Een analyse door onderzoekers van het National Cancer Institute (Rockville, MD) heeft de prevalentie van overlevers per 1 januari 2022 geïnventariseerd. Dr. Emily Tonorezos en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1



De onderzoekers schatten het aantal overlevers van maligniteiten in de Verenigde Staten per begin 2022 op 18,1 miljoen. Dit aantal zal volgens de projecties in 2030 en 2040 zijn toegenomen tot 21,6 miljoen respectievelijk 26 miljoen. Lange-termijn overlevers zijn zeer prevalent: 70% van de overlevers was in 2022 tenminste vijf jaar na de diagnose en 11% meer dan 25 jaar na de diagnose. Onder alle Amerikaanse vrouwen en mannen in de leeftijd van 50 tot 55 jaar waren 3,6% respectievelijk 2,1% overlevers van maligniteiten. In de leeftijdscategorie van 65 tot 75 jaar bedroegen deze percentages 14,5% respectievelijk 16%, en in de leeftijdscategorie 85 jaar en ouder 36,4% respectievelijk 48,3%.

De onderzoekers concluderen dat het aantal overlevers van maligniteiten in de Verenigde Staten toeneemt, en dat de meeste overlevers lange-termijn overlevers zijn en een substantieel percentage van de bevolking uitmaken.

1.Tonorezos E, Devasia T, Mariotto AB et al. Prevalence of cancer survivors in the United States. J Natl Cancer Inst 2024.djae135

Summary: Analysis by reseachers of the National Cancer Institute (Rockville, MD) found that in the US, most cancer survivors are long-term survivors, representing a significant proportion of the US population.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van overlevingsimpact van ICIs onder NSCLC-patiënten met eerder-bestaande auto-immuunziekte (0)
2024-07-15 12:00   ( Nieuws )
Tags:  NEJ047 ICIs for NSCLC in patients with pre-existing autoimmune disorders
Prof. Kazuhisa TakahashiEr is geen duidelijkheid over de overlevingsimpact van immuuncheckpointremming (ICI) onder patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en eerder-bestaande auto-immuunziekte (AID). De retrospectieve studie NEJ047, in twintig centra in Japan, heeft deze impact geïnventariseerd. Prof. Kazuhisa Takahashi (Juntendo Universiteit, Tokio) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1



De studie includeerde 229 patiënten met gevorderd of recidiverend NSCLC en vooraf-bestaande AID. Onder deze patiënten waren er 69 die ICIs kregen. AID-flares werden gezien in 18 patiënten (25,4%; 95%-bti 15,8-37,1) die ICIs kregen. AID-exacerbaties waren meer waarschijnlijk als de NSCLC-diagnose werd gesteld binnen een jaar na de AID-diagnose (OR 5,27; p=0,016). Immuun-gerelateerde bijwerkingen werden gezien in 32 patiënten die ICIs kregen (45,1%; 95%-bti 33,2-57,3); iets meer dan de helft van deze patiënten (n=17) hadden graad 3 of hoger irAEs. Na inverse probability weighting was gebruik van ICIs geassocieerd met langere overleving (HR 0,43; p=0,0006).

De onderzoekers concluderen dat diagnose NSCLC binnen één jaar na de diagnose AID geassocieerd was met verhoogd risico van AID-flares na ICI-behandeling, en dat gebruik van ICIs de overleving van NSCLC-patiënten met vooraf-bestaande AID kan verlengen.

1.Asao T, Shukuya T, Uemara K et al. Risk and survival of patients with non-small cell lung cancer and pre-existing autoimmune disorders receiving immune checkpoint blockader therapy: survival analysis with inverse probability weighting from a nationwide, multi-institutional, retrospective study (NEJ047). Lung Cancer 2024.107894

Summary: The multicenter retrospective NEJ047 study in Japan found that among NSCLC patients with pre-existing autoimmune disorders, ICI treatment may improve survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)