Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van sintilimab plus HPV-vaccin voor recidiverend of metastatisch cervixcarcinoom (0)
2024-11-30 13:00   ( Nieuws )
Tags:  R M CC sintilimab plus HPV vaccine
Patiënten met recidiverend of metastatisch cervixcarcinoom (R/M CC)na falen van eerstelijns therapie hebben beperkte behandelingsopties. Een multicenter fase 2-studie in China heeft sintilimab (anti-PD-1) in combinatie met een profylactisch HPV quadrivalent vaccin als tweedelijns behandeling voor R/M CC geëvalueerd. Dr. Buhai Wang (Yangzhou Universiteit, Jiangsu) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 13 patiënten met R/M CC die eerder niet-responsief of intolerant waren voor standaard-behandelingen. De patiënten kregen sintilimab (3 mg/kg voor patiënten met een lichaamsgewicht lager dan 60 kg of 200 mg voor zwaardere patiënten) iedere drie weken gedurende ten hoogste twee jaar, plus drie doses van het vaccin (eerste dosis voor aanvang van sintilimab, met volgende doses na twee en zes maanden. Het primaire eindpunt was objective response rate.

De figuur laat zien dat de ORR 53,8% bedroeg (95%-bti 25,1-80,8) en dat de disease control rate 76,9% was (46,2-95,0). De mediane duur van follow-up was 16,07 maanden (range 3,64-48,2). De mediane progressievrije overleving was 7,16 maanden (95%-bti 1,91-NA) en de mediane overall survival werd niet bereikt (9,89-NA). Hypothyreoïdie in 15,6% van de patiënten was de meest-gerapporteerde treatment-related adverse event; er waren geen graad 3 of hoger TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sintilimab plus profylactisch HPV-vaccin een mogelijk veelbelovende optie is voor patiënten met R/M CC zonder respons op of intolerant tegen standaard-behandelingen.

1.Wang B, Liang Y, Wu Y et al. Sintilimab plus HPV vaccine for recurrent or metastatic cervical cancer. J ImmunoTher Cancer 2024-009898

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that the combination of sintilimab plus prophylactic HPV vaccine offers a potentially promising therapeutic strategy for patients with recurrent or metastatic cervical cancer unresponsive or intolerant to standard therapies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-studie van CTX130 voor recidiverend of refractair T-cel lymfoom (0)
2024-11-29 16:00   ( Nieuws )
Tags:  COBALT-LYM trial R R PTCL or CTCL CTX130
Prof. Swaminathan IyerEr zijn weinig effectieve behandelingsopties voor recidiverend of refractair perifeer T-cel lymfoom (R/R PTCL) of cutaan T-cel lymfoom (R/R CTCL). CTX130 (volamcabtagene durzigedleucel) is een op CD70 gerichte allogene CAR-immuuntherapie, geproduceerd uit T-cellen van gezonde donoren. De multinationale fase 1 doseringsescalatiestudie COBALT-LYM heeft CTX130 voor R/R PTCL en R/R CTCL geëvalueerd. Prof. Swaminathan Iyer (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

COBALT-LYM werd uitgevoerd in tien centra in Australië, Canada, en de Verenigde Staten. De studie includeerde volwassen patiënten die tenminste één eerdere lijn van systemische behandeling hadden gekregen voor R/R PTCL of twee lijnen voor R/R CTCL, en die een ECOG performance status 0 of 1 hadden. Na lymfodepletie kregen de patiënten intraveneus CTX130 in doseringsniveaus uiteenlopende van 3 x 107 CAR T-cellen (doseringsniveau 1) tot 9 x 108 CAR T-cellen (doseringsniveau 4). Het primaire eindpunt van de studie was incidentie van adverse events gedefinieerd als doserings-limiterende toxiciteiten binnen 28 dagen na de infusie.

De studie includeerde 41 patiënten onder wie 39 CTX130 kregen. Het mediane aantal eerdere lijnen therapie was 2,5 (IQR 1,3-4,0) voor patiënten met PTCL en 5,0 (5,0-7,0) voor patiënten met CTCL.De mediane follow-up was 7,4 maanden (IQR 3,1-12,2). Het meest-gerapporteerde adverse event was cytokine release syndrome, in 26 patiënten (67%), graad 1 of 2 in 23 patiënten en graad 3 in twee, en één graad 4 doseringlimiterende toxiciteit bij doseringsniveau 4. Graad 1 of 2 neurotoxische gebeurtenissen werden gezien in vier patiënten (10%). Zestien patiënten overleden aan progressieve ziekte en vijf aan oorzaken die als niet-samenhangend met CTX130 beoordeeld werden. Objectieve respons werd gezien in achttien van 39 patiënten (46,2%; 95%-bti 30,1-62,8) en in zestien van 31 patiënten (51,6%; 33,1-69,8) die doseringsniveau 3 of 4 hadden gekregen, onder wie zes met complete respons (19,4%; 7,5-37,5).

De onderzoekers concluderen dat CTX130 manageable veiligheid en veelbelovende werkzaamheid heeft laten zien onder patiënten met zwaar-voorbehandeld T-cel lymfoom.

1.Iyer SP, Sica A, Ho PJ et al. Safety and activity of CTX130, a CD70-targete allogeneic CRISPR-Cas9-engineered CAR T-cell therapy, in patients with relapsed or refractory T-cell malignancies (COBALT-LYM): a single-arm, open-label phase 1, dose-escalation study. Lancet Oncol 2024-00508-4

Summary: The multinational phase 1 COBALT-LYM trial found manageable safety and promising activity of the allogeneic CAR immunotherapy CTX130 in patients with heavily pretreated T-cell lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3 studie van ibrutinib versus placebo voor vroeg-stadium chronische lymfatische leukemie (0)
2024-11-29 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CLL12 trial early-stage CLL ibrutinib
Dr. Petra LangerbeinsWatch and wait (W&W) is de standaard-strategie voor vroeg stadium CLL. De multicenter fase 3-studie CLL12 in Duitsland evalueerde ibrutinib voor asymptomatisch vroeg-stadium CLL. Dr. Petra Langerbeins (Universiteitsziekenhuis Keulen) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

CLL12 includeerde 363 patiënten met asymptomatisch niet-eerder behandeld Binet stadium A CLL met verhoogd risico van progressie. Deze patiënten werden gerandomiseerd naar ibrutinib 420 mg (n=182) of placebo (n=181) eens per dag. Daarnaast werden 152 laag-risico patiënten opgenomen in een W&W-groep. Ibrutinib was geassocieerd met significant uitstel van progressie tot symptomatische ziekte (HR 0,276; p<0,001) maar niet met overall survival profijt: na mediaan 69,3 maanden follow-up waren twaalf patiënten in de ibrutinbgroep overleden versus veertien patiënten in de placebogroep (p=0,562). In de ibrutinibgroep was één van deze twaalf gevallen CLL-gerelateerd, en in de placebogroep vier van veertien. De vijf-jaars OS-percentages waren 93,3% in de ibrutinibgroep vergeleken met 93,6% in de placebogroep en 97,9% in de W&W-groep. De tien-jaars OS-percentages waren 86,5% in de placebogroep vergeleken met 89,8% in de ibrutinibgroep en 95,3% in de W&W-groep.

De onderzoekers concluderen dat ibrutinib voor vroeg-stadium CLL resulteerde in uitstel van ziekteprogressie maar niet in betere overleving. W&W blijft ook in het tijdperk van gerichte therapie de standaard-strategie ongeacht risicofactoren.

1.Langerbeins P, Robrecht S, Nieper P et al. Ibrutinib in early-stage chronic lymphocytic leukemia: the randomized, placebo-controlled, double-blind phase 3 CLL12 trial. J Clin Oncol 2024.00975

Summary: The multicenter phase 3 CLL12 trial in Germany found that ibrutinib compared to placebo was associated with delay of disease progression but not in overall survival benefit.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1-2 studie van obecabtagene autoleucel voor B-cel ALL in volwassen patiënten (0)
2024-11-29 13:00   ( Nieuws )
Tags:  FELIX study R R-B-ALL in adults obe-cel
Dr. Claire RoddieObecabtagene autoleucel (obe-cel) is een autologe 41BB-ζ anti-CD19 CAR T-celtherapie die een intermediaire-affiniteit CAR gebruikt om toxische effecten te verzwakken en persistentie te verbeteren. De multinationale fase 1-2 studie FELIX heeft obe-cel geëvalueerd voor recidiverend of refractair B-cel acute lymfoblastische leukemie (R/R B-ALL) in volwassen patiënten. Dr. Clair Roddie (University College London, UK) en collega’s publiceren de studie in het New England Journal of Medicine.1

FELIX includeerde patiënten met morfologische ziekte in cohort 2A en patiënten met meetbare residuele ziekte in cohort 2B. Het primaire eindpunt was remissie (complete remissie met of zonder hematologisch herstel) in cohort 2A. Onder de 153 geïncludeerde patiënten kregen 127 (83%) tenminste één infusie van obe-cel. In cohort 2A (94 patiënten met mediaan 20,3 maanden follow-up) werd remissie bereikt in 77% van de patiënten (95%-bti 67-95). Onder alle 127 patiënten die tenminste één obe-cel infusie kregen (mediane follow-up 21,5 maanden) was de mediane gebeurtenisvrije overleving 11,9 maanden (95%-bti 80-22,1), met zes-maands EFS-percentage 65,4% en twaalf-maands EFS-percentage 49,5%. De mediane overall survival was 15,6 maanden (95%-bti 12,9-NE), met zes-maands OS-percentage 80,3% en twaalf-maands OS-percentage 61,1%. Graad 3 of hoger CRS kwam voor in 2,4% van de patiënten en graad 3 of hoger ICANS in 7,1%.

De onderzoekers concluderen dat obe-cel behandeling resulteerde in hoge incidentie van duurzame respons onder volwassen patiënten met R/R B-ALL, met lage incidentie van graad 3 of hoger immuungerelateerde toxische effecten.

1.Roddie C, Sandhu KS, Tholouli E et al. Obecabtagene autoleucel in adults with B-cell acute lymphoblastic leukemia. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 1b-2 FELIX trial ound a high incidence of durable response with obecabtagene autoleucel for R/R B-ALL in adult patients, with a low incidence of grade 3 or higher immune-related toxic effects.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van nivolumab plus ipilimumab voor MSI-H of dMMR metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2024-11-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate & HW trial mCRC
Prof. Thierry AndréPatiënten met MSI-H of dMMR metastatisch colorectaalcarcinoom (CRC) hebben slechte uitkomsten met standaard chemotherapie met of zonder gerichte therapie. De multinationale fase 3-studie CheckMate & HW heeft nivolumab plus ipilimumab voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Thierry André (Sorbonne Universiteit, Parijs) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde patiënten met niet-resectabel of metastatisch CRC, en lokaal-bevestigde MSI-H of dMMR status. De patiënten werden 2:2:1 gerandomiseerd naar nivolumab plus ipilimumab, alleen nivolumab, of chemotherapie met of zonder gerichte therapieën. De twee primaire eindpunten waren progressievrije overleving (PFS) met nivolumab plus ipilimumab vergeleken met chemotherapie als eerstelijns behandeling en PFS met nivolumab plus ipilimumab vergeleken met alleen nivolumab ongeacht eerdere behandelingen voor metastatische ziekte. De nu gepubliceerde interimanalyse heeft betrekking op het eerste eindpunt.

Onder 303 geïncludeerde patiënten die niet eerder systemische behandeling voor metastatische ziekte gekregen hadden waren er 255 met centraal-bevestigde MSI-H of dMMR tumoren. Na mediaan 31,5 maanden follow-up (range 6,1-48,4) was de PFS significant beter met nivolumab plus ipilimumab dan met chemotherapie (p<0,001): de 24-maands PFS-percentages waren 72% (95%-bti 64-79) met nivolumab plus ipilimumab versus 14% (6-25) met chemotherapie. Na 24 maanden was de restricted mean survival time 10,6 maanden langer (95%-bti 8,4-12,9) met nivolumab plus ipilimumab dan met chemotherapie. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 23% van de patiënten in de nivolumab-plus-ipilimumabgroep en 48% van de patiënten in de chemotherapiegroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die niet eerder systemische therapie hadden gekregen voor MSI-H of dMMR niet-resectabel of metastatisch CRC, de PFS langer was met nivolumab plus ipilimumab dan met chemotherapie.

1.André T, Elez E, van Cutsem E et al. Nivolumab plus ipilimumab in microsatellite-instability-high metastatic colorectal cancer. N Engl J Med 2024;391:2014-2026

Summary: The multinational phase 3 CheckMate & HW trial found that among patients who had not previously received systemic treatment for MSI-H or dMMR metastatic or unresectable colorectal cancer, progression-free survival was longer with nivolumab plus ipilimumab than with chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Selectie van patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom die kunnen profiteren van verlenging van endocriene therapie (0)
2024-11-28 14:30   ( Nieuws )
Tags:  IDEAL secondary analysis EET
Prof. Laura van 't VeerEr is behoefte aan biomarkers die laat recidief en profijt van verlengde endocriene therapie (EET) kunnen voorspellen onder patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC). De IDEAL-studie (‘Investigation on the Duration of Extended Adjuvant Letrolole’) randomiseerde postmenopauzale patiënten met HR-positief EBC na vijf jaar standaard adjuvante endocriene therapie naar 2,5 versus 5 jaar additioneel letrozol. Na mediaan 6,5 jaar follow-up was EET niet geassocieerd met significant betere ziektevrije overleving (DFS), overall survival (OS), of afstandsmetastasevrije overleving (DMFS). Een secundaire analyse van IDEAL heeft nu onderzocht of de 70-genenexpressietest MammaPrint patiënten kan identificeren die wel profijt hebben van EET. Prof. Laura van ’t Veer (University of California San Francisco) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

IDEAL includeerde 515 patiënten (gemiddelde leeftijd bij randomisatie 59,9 ± 9,5 jaar) onder wie 265 in de 2,5-jaar groep en 250 in de 5-jaar groep. Het primaire eindpunt van de nu gepubliceerde analyse was afstandsrecidief (DR). De figuur laat de resultaten van de analyse zien. De patiënten met MammaPrint-bepaalde laag-risicotumoren (43,3%) hadden een significant absoluut 10,1% profijt van 5 versus 2,5 jaar EET voor DR (HR 0,32; p=0,03). Behandelingsinteractie was niet significant voor DR. Onder patiënten met MammaPrint-bepaalde hoog-risicotumoren (50,3%) of ultralaag-risicotumoren (6,4%) was 5 versus 2,5 jaar EET niet geassocieerd met verbetering van het DR-risico. De frequentie van adverse events en discontinueringen waren in elk van beide armen niet verschillend tussen de MammaPrint-risicogroepen.

De onderzoekers concluderen dat MammaPrint patiënten met laag-risicotumoren kon identificeren die profijt hadden van 5 versus 2,5 jaar EET. Patiënten in de groepen met hoog-risicotumoren en ultralaag-risicotumoren kunnen mogelijk endocriene overbehandeling vermijden.

1.Van ’t Veer LJ, Meershoek-Klein Kranenbarg E, Duijm-de Carpentier et al. Selection of patients with early-stage breast cancer for extended endocrine therapy. A secondary analysis of the IDEAL randomized clinical trial. JAMA Network Open 2024;7:e2447530

Summary: Secondary analysis of the IDEAL trial found that among postmenopausal patients with HR-positive early-stage breast cancer, the 70-gene assay identified patients with low-risk tumors who could benefit from 5 versus 2,5 years of extended endocrine treatment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 3-studie van vroeg versus uitgesteld gebruik van CDK4/6-remmers voor gevorderd mammacarcinoom (0)
2024-11-28 13:00   ( Nieuws )
Tags:  SONIA trial HR+ HER2- aBC CDK4 6i
Prof. Gabe SonkeCycline-afhankelijke kinase 4- en 6-remmers (CDK4/6i) in combinatie met endocriene therapie verbeteren de uitkomsten van patiënten met HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (aBC), en kunnen vroeg worden gebruikt als eerstelijns behandeling of uitgesteld tot tweedelijns behandeling. Er zijn tot op heden geen gerandomiseerde studies gepubliceerd die gebruik van CDK4/6i in de eerste en tweedelijn vergeleken. De Nederlandse multicenter fase 3-studie SONIA randomiseerde patiënten naar CDK4/6i in de eerste versus de tweede lijn. Prof. Gabe Sonke (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de studie in Nature.1

SONIA includeerde 1050 patiënten die niet eerder behandeld waren voor aBC. De endocriene therapie was dezelfde voor alle patiënten: een aromataseremmer in de eerste lijn en fulvestrant in de tweede lijn. Het primaire eindpunt was tijd tussen randomisatie en progressie na tweedelijns behandeling (PFS2). Er was geen significant verschil is PFS2 tussen beide groepen (mediaan 31,0 maanden met CDK4/6i in eerste lijn versus 26,8 maanden met CDK4/6i in tweede lijn; HR 0,87; p=0,10). De gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven was niet verschillend tussen beide groepen. CDK4/6i-gebruik in eerste lijn was geassocieerd met langere duur van CDK4/6i-behandeling en meer graad 3 of hoger adverse events.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten vragen oproepen over de noodzaak van het gebruik van CDK4/6i in de eerste lijn voor alle patiënten.

1.Sonke GS, van Ommen-Nijhof A, Wortelboer N et al. Early versus deferred use of CDK4/6 inhibitors in advanced breast cancer. Nature 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 SONIA trial in The Netherlands found no significant benefit for the use of CDK4/6i as a first-line compared with second-line treatment for HR-positive, HER2-negative advanced breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Neoadjuvant nab-paclitaxel versus docetaxel-carboplatine, beide met trastuzumab-pertuzumab, voor HER2-positief mammacarcinoom (0)
2024-11-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  HELEN-006 trial early HER2-positive breast cancer
Dr. Zhen-Zhen LiuHet standaard neoadjuvant regime voor vroeg-stadium HER2-positief mammacarcinoom (HER2+ BC) is docetaxel en carboplatine chemotherapie gecombineerd met trastuzumab en pertuzumab. De fase 3-studie HELEN-006, in zes centra in China, heeft neoadjuvant nab-paclitaxel gecombineerd met trastuzumab-pertuzumab voor vroeg-stadium HER2+ BC vergeleken met het standaard regime. Dr. Zhen-Zhen Liu (Henan Cancer Hospital, Zhengzhou) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1



HELEN-006 includeerde 689 patiënten die in de neoadjuvante setting 1:1 werden gerandomiseerd naar zes drie-weekse cycli van nab-paclitaxel (n=343) of docetaxel-carboplatine (n=346), met in beide groepen ook trastuzumab en pertuzumab op dag één van elke cyclus. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR). De full analysis set bestond uit 332 patiënten in de nab-paclitaxelgroep en 337 patiënten in de docetaxel-carboplatinegroep. Het percentage patiënten met pCR was 66,3% in de nab-paclitaxelgroep en 57,6% in de docetaxel-carboplatinegroep (OR 1,54; p=0,011). Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 30% van de patiënten in de nab-paclitaxelgroep en 38% van de patiënten in de docetaxel-carboplatinegroep. Er waren geen graad 5 adverse events.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium HER2+ BC neoadjuvant nab-paclitaxel met trastuzumab en pertuzumab resulteerde in hoger percentage patiënten met pCR dan docetaxel-carboplatine met trastuzumab en pertuzumab.

1.Chen X-C, Jiao D-C, Qiao J-H et al. De-escalated neoadjuvant weekly nab-paclitaxel with trastuzumab and pertuzumab versus docetaxel, carboplatin, trastuzumab, and pertuzumab in patients with HER2-positive early breast cancer (HELEN-006): a multicentre, randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 HELEN-006 trial in China found that among patients with early-stage HER2-positive breast cancer, neoadjuvant nab-paclitaxel with trastuzumab and pertuzumab resulted in higher pCR rate compared with docetaxel-carboplatin with trastuzumab and pertuzumab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)