Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Checkpointremmer-geassocieerde pneumonitis na neoadjuvante immuuntherapie voor niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-10-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC neoadjuvant immunotherapy CIP
Prof. Qingquan LuoNeoadjuvante immuuntherapie met checkpointremmers kan de oncologische uitkomsten van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) verbeteren, maar is ook geassocieerd met een risico van immuungerelateerde bijwerkingen, waaronder checkpointremmer-geassocieerde pneumonitis (CIP). Een retrospectieve studie van Jiao Tong Universiteit (Shanghai, China) heeft incidentie en management van CIP na start van neoadjuvante immuuntherapie voor NSCLC geïnventariseerd. Prof. Qingquan Luo en collega’s publiceren de studie in Clinical Lung Cancer.1

De studie includeerde 197 NSCLC-patiënten die neoadjuvante immuuntherapie kregen. Vierentwintig van deze patiënten (12,2%) ontwikkelden CIP. Patiënten met CIP hadden langere duur van de immuuntherapie en een hoger baseline CRP-niveau dan patiënten zonder CIP. De meeste gevallen van CIP waren mild tot matig in ernst en werden gemanaged met corticosteroïden: elf patiënten graad 1, zes patiënten graad 2, en vijf patiënten graad 3. De twee overige patiënten hadden graad 4 respiratoir falen waarvoor mechanische beademing vereist was. Geen van de patiënten overleed aan CIP.

De onderzoekers concluderen dat CIP een potentiële complicatie is van neoadjuvante immuuntherapie voor NSCLC, waarvoor close monitoring en prompt management vereist zijn.

1.Jiang L, Jiang S, Miao W et al. Clinical characteristics and management of checkpoint inhibitor pneumonitis in non-small cell lung cancer patients after neoadjuvant immunotherapy. Clin Lung Cancer 2024.10.012

Summary: A retrospective study at Jiao Tong University (Shanghai, China) found checkpoint inhibitor pneumonitis in 12.2% of patients receiving neoadjuvant immunotherapy for NSCLC. Most cases were mild to moderate in severity and managed with corticosteroids.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht van gepubliceerde studies van sacituzumab govitecan voor triple-negatief mammacarcinoom (0)
2024-10-28 14:30   ( Nieuws )
Tags:  SG for TNBC
Prof. Maria Teresa Murillo-LlorenteSacituzumab govitecan (SG) is een op Trop-2 gericht antibody-drug conjugate. Een systematisch overzicht van gepubliceerde studies heeft werkzaamheid van SG monotherapie (10 mg/kg op dagen één en acht van drieweekse cycli) voor triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) vergeleken met werkzaamheid van chemotherapie (CT). Prof. Maria Teresa Murillo-Llorente (Katholieke Universiteit van Valencia, Spanje) en collega’s publiceren het overzicht in Cancers.1

In de literatuur tussen september 2022 en januari 2024 identificeerden de onderzoekers 38 voor het onderwerp relevante publicaties. Vergeleken met CT resulteerde SG in significante verbeteringen van objective response rate, clinical benefit rate, progressievrije overleving en overall survival. Vergeleken met CT resulteerde SG ook in verbetering van de gezondheids-gerlateerde kwaliteit van leven. De werkzaamheid van SG werd niet significant beïnvloed door leeftijd van de patiënt (jonger dan 65 jaar versus 65 jaar of ouder), ras/etniciteit, metastasestatus, aanwezigheid van hersenmetastasen, aantal eerdere lijnen behandeling, en recidief binnen twaalf maanden na de laatste standaard-therapie. SG resulteerde vergeleken met CT in hogere incidentie van adverse events, met name neutropenie en diarree, die soms discontinuering van SG noodzakelijk maakten.

De onderzoekers concluderen dat het systematisch overzicht gebruik van SG voor TNBC steunt.

1.Pérez-Bermejo M, Caballero-Pascual M, Legidos-Garcia ME et al. Sacituzumab govitecan in triple-negative breast cancer: a systematic review of clinical trials. Cancers 2024;16:3622

Summary: Systematic review of 38 published clinical trials found that sacituzumab govitecan,compared with conventional chemotherapy, significantly improves clinical outcomes among patients with TNBC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1b-studie van eerstelijns ivonescimab plus chemotherapie voor extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (0)
2024-10-28 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ES-SCLC ivonescimab plus etoposide and carboplatin
Prof. Shun LuIvonescimab is een gehumaniseerd IgG1 bispecifiek anti-PD-1/VEGF antilichaam. Een multicenter fase 1b-studie in China heeft ivonescimab in combinatie met etoposide en carboplatine als eerstelijns behandeling voor extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (ES-SCLC) geëvalueerd. Prof. Shun Lu (Jiao Tong Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic Oncology.1


De studie includeerde 35 patiënten die ivonescimab 3 mg/kg, 10 mg/kg, of 20 mg/kg iedere drie weken kregen in combinatie met vier drie-weekse cycli etoposide en carboplatine, gevolgd door ivonescimab onderhoudsbehandeling. De primaire eindpunten waren veiligheid en objective response rate. De mediane follow-up was 13,3 maanden (range 0,3-28,5). Onder alle patiënten tezamen was de ORR 80% en de disease control rate 91,4%. De ORR was 66,7% in de groep die ivonescimab 3 mg/kg kreeg; 90,9% in de groep die10 mg/kg kreeg; en 76,2% in de groep die 20 mg/kg kreeg. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 21 patiënten (60%), met name afname van neutrofielen en leukocyten, en anemie. Graad 3 of hoger TRAEs werden gezien in 66,7%; 54,4%; en 61,9% van de patiënten met 3 mg/kg respectievelijk 10 mg/kg en 20 mg/kg. Twee patiënten overleden aan oorzaken die werden beschouwd als samenhangend met de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat ivonescimab in combinatie met etoposide en carboplatine goed verdragen werd en veelbelovende antitumor-activiteit had onder patiënten met ES-SCLC.

1.Chen Z, Wu L, Wang Q et al. Brief report: ivonescimab combined with etoposide plus carboplatin as first-line treatment for extensive-stage small-cell lung cancer: results of a phase Ib clinical trial. J Thorac Oncol 2024.10.013

Summary: A multicenter phase 1b study in China found that the combination of ivonescimab with etoposide and carboplatin was well tolerated and had promising antitumor activity in patients with extensive-stage small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van eerstelijns zuberitamab plus CHOP versus rituximab plus CHOP voor CD20-positief DLBCL (0)
2024-10-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CD20-positive diffuse large B-cell lymphoma first-line zuberitamab plus CHOP
Prof. Jun ZhuZuberitamab is een in China ontwikkeld biosimilar van het anti-CD20 monoklonaal antilichaam rituximab. Een multicenter fase 3-studie in China heeft eerstelijns zuberitamab plus CHOP vergeleken met rituximab plus CHOP voor CD20-positief diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL). Prof. Jun Zhu (Peking University Cancer Hospital & Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 487 patiënten met niet-eerder behandeld DLBCL, die 2:1 werden gerandomiseerd naar zes drie-weekse cycli zuberitamab plus CHOP (Hi-CHOP) of rituximab plus CHOP (R-CHOP). Het primaire eindpunt was objective response rate na de zesde cyclus. Voor dit eindpunt waren 287 patiënten in de Hi-CHOP groep en 136 in de R-CHOP groep evalueerbaar. In de full analysis set (FAS) en de per-protocol set (PPS) was de centraal-beoordeelde ORR 83,5% respectievelijk 95,3% in de Hi-CHOP groep versus 81,4% respectievelijk 93,7% in de R-CHOP groep, waarmee noninferioriteit van Hi-CHOP versus R-CHOP vastgesteld werd. De centraal-beoordeelde complete response rate was in de PPS significant hoger met Hi-CHOP dan met R-CHOP (85,7% versus 77,3%; p=0,037). De figuur laat zien dat in de Hi-CHOP groep vergeleken met de R-CHOP groep de duur van respons, progressievrije overleving, gebeurtenisvrije overleving, en overall survival niet-significant beter waren. In de subgroep van patiënten met germinal-center B cell-like subtype waren ORR, CRR, EFS, en OS wel significant beter met Hi-CHOP dan met R-CHOP. Treatment-emergente adverse events waren vergelijkbaar tussen de groepen, met uitzondering van graad 1 tot en met 3 infusiereacties (32,1% in de Hi-CHOP groep versus 19,9% in de R-CHOP groep).

De onderzoekers concluderen dat Hi-CHOP niet-inferieur was aan R-CHOP in termen van ORR en superieur was in termen van CRR, en goed verdragen werd onder patiënten met niet-eerder behandeld CD20-positief DLBCL.

1.Li Z, Jiang W, Zhou H et al. Comparison of zuberitamab plus CHOP versus rituximab plus CHOP for the treatment of drug-naïve patients diagnosed with CD20-positive diffuse large B-cell lymphoma: a phase 3 trial. J ImmunoTher Cancer 2024-008895

Summary: A multicenter phase 3 trial in China found that first-line zuberitamab plus CHOP for CD20-positive DLBCL was non-inferior to rituximab plus CHOP regarding ORR but exhibited a higher complete response rate and was well tolerated.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Single-center fase 2-studie van anlotinib plus TQB2450 voor gevorderd alveolair wekedelensarcoom (0)
2024-10-27 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ASPS anlotinib plus TQB2450
Prof. Jiaqong LiuAlveolair wekedelensarcoom (ASPS) is een agressief sarcoom zonder vastgestelde behandeling. Een fase 2-studie in Peking University Cancer Hospital & Institute heeft de combinatie van de tyrosinekinaseremmer anlotinib en het op PD-L1 gerichte monoklonaal antilichaam TQB2450 (aka benmelstobart) voor gevorderd ASPS geëvalueerd. Prof. Jiayong Liu en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1


De studie includeerde 29 volwassen patiënten met gevorderd ASPS, van wie 28 drieweekse cycli kregen van oraal anlotinib (12 mg eenmaal daags op dagen één tot en met vijftien) plus intraveneus TQB2450 (1200 mg op dag één); de 29e patiënt werd uit de studie teruggetrokken wegens acute pancreatitis. Het primaire eindpunt was overall response rate. De ORR was 82,1%, met vier complete responsen en negentien partiële responsen. De mediane tijd tot respons was 2,8 maanden en de mediane duur van respons werd niet bereikt. De mediane progressievrije overleving was 35,2 maanden. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 44,8% van de patiënten; er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van anlotinib en TQB2450 werkzaam en tolerabel is onder patiënten met gevorderd ASPS.

1.Tan Z, Wu Y, Fan Z et al. Anlotinib plus TQB2450, a PD-L1 antibody, in patients with advanced alveolar soft part sarcoma: a single-arm, phase 2 trial. Clin Cancer Res 2024-2444

Summary: A phase 2 study at Peking University Cancer Hospital & Institute (Beijing, China) found that the combination of anlotinib and the PD-L1 targeting monoclonal antibody TQB2450 was effective and tolerable in patients with advanced alveolar soft part sarcoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van neoadjuvant pembrolizumab plus ramucirumab voor PD-L1 positief niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-10-27 13:00   ( Nieuws )
Tags:  EAST ENERGY trial PD-L1 positive NSCLC neoadjuvant pembrolizumab plus ramucirumab
Prof. Masahiro TsuboiAngiogeneseremmers kunnen tumor-immuniteit modificeren. De multicenter fase 2-studie EAST ENERGY in Japan heeft de neoadjuvante combinatie van pembrolizumab (anti-PD-1) en ramucirumab (VEGFR2-antagonist) voor PD-L1 positief niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) geëvalueerd. Prof. Masahiro Tsuboi (National Cancer Center Hospital East, Chiba) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 24 patiënten met PD-L1 positief stadium IB tot en met IIIA. De patiënten kregen twee drie-weekse cycli van pembriolizumab 200 mg en ramucirumab 10 mg/kg, gevolgd door chirurgie gepland vier tot acht weken na de laatste dosis. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met majeure pathologische respons (MPR). MPR werd gezien in 50% van de patiënten (90%-bti 31,9-68,1) met pathologisch complete respons in zes patiënten (25%). Graad 3 adverse events werden gezien in negen patiënten (37,5%) inclusief immuun-gerelateerde AEs in drie patiënten (12,5%). Er waren geen graad 4 of 5 AEs. Exploratieve analyse suggereerde dat tumoren met meer CD8+ T-celinfiltralie en hogere expressie van effectormoleculen bij aanvang van de behandeling betere respons op de behandeling hadden.

De onderzoekers concluderen dat deze nieuwe neoadjuvante combinatie van pembrolizumab en ramucirumab feasible en werkzaam was voor PD-L1 positief NSCLC.

1.Aokage K, Koyama S, Kumagai S et al. Efficacy, safety, and influence on tumor microenvironment of neoadjuvant pembrolizumab plus ramucirumab for PD-L1 positive NSCLC: a phase 2 trial (EAST ENERGY). Clin Cancer Res 2024-1561

Summary: The multicenter phase 2 EAST ENERGY trial in Japan found activity and tolerability of the neoadjuvant combination of pembrolizumab and ramucirumab among patients with PD-L1 positive NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van irinotecan en TAS-102 plus bevacizumab als laterelijns behandeling voor metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2024-10-26 15:00   ( Nieuws )
Tags:  mCRC later-line irinotecan and TAS-102 plus bevacizumab
Er is behoefte aan nieuwe behandelingen voor patiënten met metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) die refractair zijn tegen standaard eerste- en tweedelijns therapie. Een fase 2-studie in het Cancer Hospital van de Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College (Beijing, China) heeft de combinatie van irinotecan en TAS-102 plus bevacizumab voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Baoqi Li en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

De studie includeerde 35 patiënten die tenminste twee eerdere lijnen standaard-behandeling voor mCRC hadden gekregen. De patiënten kregen twee-weekse cycli van intraveneus irinotecan en bevacizumab op dag één en TAS-102 tweemaal daags op dagen één tot en met vijf. De behandeling werd voortgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het mediane aantal cycli was 9 (range 1-19). Het primaire eindpunt was objective response rate. De figuur laat zien dat onder de 31 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten de ORR 25,8% was (8/31) en de disease control rate 93,5% (29/31). Deze figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 9,2 maanden was (95%-bti 6,3-12,1) terwijl de mediane overall survival niet bereikt werd met een één-jaars OS-percentage van 73,5%. De meest-waargenomen graad 3 of 4 treament-related adverse events waren neutropenie (34,3% van de patiënten), anemie (17,1%) en trombocytopenie (8,6%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van irinotecan met TAS-102 en bevacizumab veelbelovende werkzaamheid en tolerabele toxiciteit had als latere-lijns therapie voor mCRC.

1.Li B, Yang W, Liu N et al. Phase II study of irinotecan, trifluridine/tipiracil (TAS-102) plus bevacizumab as a later-line therapy for patients with metastatic colorectal cancer (mCRC): a prospective single-center explorative study. Br J Cancer 2024-02885-3

Summary: A single-center phase 2 trial in Beijing (China) found promising efficacy and tolerability of the combination of irinotecan with TAS-102 plus bevacizumab as later-line treatment in mCRC patients who were refractory to standard first-line and second-line treatments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Drie-jaar follow-up van fase 1-2 studie van mosunetuzumab voor eerder-behandeld recidiverend of refractair folliculair lymfoom (0)
2024-10-26 13:30   ( Nieuws )
Tags:  RRFL mosunetuzumab
Dr. Elizabeth BuddeMosunetuzumab is een CD20xCD3 bispecifiek antilichaam dat T-cellen in contact brengt met maligne B-cellen. Een multinationale fase 1-2 studie in de Verenigde Staten heeft fixed duration mosunetuzumab geëvalueerd onder patiënten met recidiverend of refractair folliculair lymfoom (RRFL) die tenminste twee eerdere lijnen van therapie hadden gekregen. Dr. Elizabeth Budde (City of Hope National Medical Center, Duarte CA) en collega’s publiceren in Blood drie-jaars follow-up resultaten van de studie.1

De studie includeerde 90 patiënten die mosunetuzumab kregen in drie-weekse cycli. Patiënten met complete respons kregen acht cycli, terwijl in patiënten met partiële respons of stabiele ziekte de behandeling werd voortgezet tot en met cyclus zeventien. Complete respons werd gezien in 60% van de patiënten (95%-bti 49,1-70,2) en objectieve respons in 77,8% (67,8-85,9). De mediane duur van respons was 35,9 maanden (95%-bti 20,7-NE). Onder 54 patiënten met complete respons bleven 49 in complete respons aan het eind van de behandeling; de mediane duur van complete respons was niet bereikt na mediaan 37,4 maanden follow-up, en het 30-maands remissiepercentage was 72,4%. De mediane progressievrije overleving was 24,0 maanden (95%-bti 12,0-NE) en de mediane overall survival werd niet bereikt, met 36-maands OS-percentage 82,4% (73,8-91,0). Er waren geen graad 3 of hoger adverse events.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die tenminste twee eerdere lijnen behandelingen hadden gekregen voor folliculair lymfoom, mosunetuzumab resulteerde in hoge responspercentages, duurzame remissies, en manageable veiligheid.

1.Sehn LH, Bartlett NL, Matasar MJ et al. Long-term 3-year follow-up of mosunetuzumab in relapsed or refractory follicular lymphoma after ≥ 2 prior therapies. Blood 2024.025454

Summary: Three-year follow-up of a multinational phase 1-2 trial found high response rates, durable remissions, and manageable safety with mosunetuzumab for R/R follicular lymphoma after two or more previous lines of therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)