Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale gerandomiseerde fase 1b-studie van olverembatinib na falen van TKIs voor CML of Ph+ ALL (0)
2024-11-22 16:00   ( Nieuws )
Tags:  olverembatinib
Prof. Hagop KantarjianPatiënten met CML of Philadelphia chromosoom-positief ALL met resistentie of intolerantie voor BCR-ABL1 tyrosinekinaseremmers (TKIs) hebben slechts beperkte behandelingsopties. Olverembatinib is een nieuwe oraal beschikbare derdegeneratie BCR-ABL1 TKI die in China is goedgekeurd voor volwassen patiënten met CML, maar nog niet is getest in niet-Chinese patiënten. Een gerandomiseerde fase 1b-studie in de Verenigde Staten en Rusland heeft olverembatinib geëvalueerd in patiënten met CML of Ph+ ALL die tenminste twee eerdere TKIs gekregen hadden. Prof. Hagop Kantarjian (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 80 patiënten (58% mannen, mediane leeftijd 54,0 jaar; range 21-80). De patiënten werden gerandomiseerd naar oraal 30, 40, 0f 50 mg olverembatinib iedere twee dagen. De mediane follow-up was 48 weken (range 0-166). Zestig patiënten (75%) hadden tenminste één treatment-related adverse event; graad 3 of 4 TRAEs werden gezien in 32 patiënten (40%); er waren geen graad 5 TRAEs. Onder de geïncludeerde patiënten waren er 62 met chronische-fase (CP) CML. Onder de voor werkzaamheid evalueerbare CP CML patiënten waren er 31 van 51 met complete cytogenetische respons (CcyR; 61%; 95%-bti 46,1-74,2) en 25 van 59 met majeure moleculaire respons (MMR; 42%; 29,6-55,9). CCyRs en MMRs werden gezien in patiënten met en zonder T315I-varianten. Onder de patiënten die eerder ponatinib hadden gekregen waren er 15 van 26 met CCyR (58%; 95%-bti 36,9-76,6) en 11 van 30 met MMR (37%; 19,9-56,1), en onder de patiënten die eerder asciminib hadden gekregen waren er vier van acht met CCyR (50%; 15,7-84,3) en vier van twaalf met MMR (33%; 9,9-65,1).

De onderzoekers concluderen dat olverembatinib goed verdragen werd en sterke antileukemische werkzaamheid had in patiënten met eerder-behandeld CP CML met of zonder T315I-varianten.

1.Jabbour E, Oehler VG, Koller PB et al. Olverembatinib after failure of tyrosine kinase inhibitors, including ponatinib or asciminib. A phase 1b randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.5157

Summary: A multinational phase 1b trial found tolerability and strong antileukemic activity of olverembatinib in patients with heavily pretreated chronic-phase CML with or without T351I variants, including prior ponatinib and/or asciminib failure.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van eerstelijns perioperatief tislelizumab plus neoadjuvante chemotherapie voor resectabel NSCLC (0)
2024-11-22 14:30   ( Nieuws )
Tags:  RATIONALE-315 stage II-IIIA NSCLC tislelizumab
Prof. Changli WangRichtlijnen bevelen neoadjuvante of adjuvante chemotherapie met of zonder immuuncheckpointremmers aan voor resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). De fase 3-studie RATIONALE-315, in 50 centra in China, evalueerde perioperatief tislelizumab (anti-PD-1) plus neoadjuvante chemotherapie voor niet-eerder behanded stadium II-IIIA resectabel NSCLC. Prof. Changli Wang (Medische Universiteit van Tianjin) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The Lancet Respiratory Medicine.1

RATIONALE-315 includeerde 453 volwassen patiënten die werden gerandomiseerd naar drie of vier neoadjuvante cycli tislelizumab 200 mg (n=226) of placebo (n=227) iedere drie weken plus platina-gebaseerde doublet chemotherapie, gevolgd door chirurgie en ten hoogste acht cycli adjuvant tislelizumab 400 mg of placebo iedere zes weken. De coprimaire eindpunten waren majeure pathologische respons (MPR) en gebeurtenisvrije overleving (EFS).

Op het moment van de nu gepubliceerde interimanalyse was de mediane duur van follow-up 22,0 maanden (IQR 15,5-28,0). Het MPR-percentage was significant hoger in de tislelizumabgroep dan in de placebogroep (56% versus 15%; p<0,0001). De mediane EFS werd in geen van beide armen bereikt maar de EFS was significant beter met tislelizumab dan met placebo (HR 0,56; p=0,0003). Graad 3 of hoger adverse events werden gezien 72% versus 66%, en ernstige treatment-related adverse events in 15% versus 8%. Tijdens de studie overleden 31 patiënten (14%) in de tislelizumabgroep en 45 patiënten (20%) in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van perioperatief tislelizumab aan platina-gebaseerde doublet chemotherapie resulteerde in significante verbetering van MPR en EFS onder patiënten met resectabel stadium II-IIIA NSCLC, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Yue D, Wang W, Liu H et al. Perioperative tislelizumab plus neoadjuvant chemotherapy for patients with resectable non-small-cell lung cancer (RATIONALE-315): an interim analysis of a randomised clinical trial. Lancet Respir Med 2024-00269

Summary: The multicenter RATIONALE-315 trial in China found that addition of perioperative tislelizumab to neoadjuvant platinum-based doublet chemotherapy resulted in improved efficacy with manageable safety in patients with resectable stage II-IIIA NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Eerstelijns systemische behandeling voor aanvankelijk niet-resectabele colorectale levermetastasen: post hoc analyse van CAIRO5 (0)
2024-11-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  CAIRO5 post hoc analysis
Prof. Kees PuntEr is geen duidelijkheid over de optimale inductie systemische behandeling voor patiënten met colorectaalcarcinoom en aanvankelijk niet-resectabele alleen-lever metastasen (CRLM). De gerandomiseerde fase 3-studie CAIRO5, in 46 centra in Nederland en één centrum in België, vergeleek inductiebehandeling met FOLFOXIRI plus bevacizumab (groep 1) versus FOLFOX/FOLFIRI plus bevacizumab (groep 2) voor RAS/BRAFV600E-variant en/of rechtszijdige tumoren, en FOLFOX/FOLFIRI plus panitumumab (groep 3) versus FOLFOX/FOLFIRI plus bevacizumab (groep 4) voor RAS/BRAFV600E-wildtype linkszijdige tumoren. Adjuvante chemotherapie na lokale behandeling werd aangeraden maar was niet standaard. Prof. Kees Punt (UMC Utrecht) en collega’s publiceren een post-hoc analyse van de studie in JAMA Oncology.1

De studie randomiseerde 530 patiënten (62% mannen; mediane leeftijd 62 jaar; IQR 54-69) naar groep 1 (n=148), groep 2 (n=146), groep 3 (n=118) of groep 4 (n=118). De mediane overall survival was 23,6 maanden in groep 1 versus 24,1 maanden in groep 2 (HR 0,90; p=0,44), en 39,9 maanden in groep 3 versus 38,3 maanden in groep 4 (0,95; p=0,75). De OS was het langst na complete lokale behandeling zonder vroeg recidief binnen zes maanden (mediaan 64,3 maanden) gevolgd door patiënten zonder salvage lokale behandeling na vroeg recidief (30,5 maanden), patiënten met incomplete lokale behandeling (28,7 maanden), en patiënten met aanhoudende niet-resectabiliteit (18,3 maanden). Na correctie voor confounding was adjuvante chemotherapie geassocieerd met langere OS (HR 0,66; 95%-bti 0,44-0,98) en recidiefvrije overleving (0,65; 0,48-0,88) en minder vroeg recidief zonder salvage lokale behandeling (OR 0,46; 95%-bti 0,25-0,85).

De onderzoekers concluderen dat de studie gebruik van FOLFOX/FOLFIRI-bevacizumab steunt onder patiënten met aanvankelijk niet-resectabele CRLM, ongeacht V600E-status en sidedness van de primaire tumor.

1.Bond MJG, Bolhuis K, Loosveld OJL et al. First-line systemic treatment for initially unresectable colorectal liver metastases. Post hoc analysis of the CAIRO5 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.5174

Summary: Post hoc analysis of the multicenter phase 3 CAIRO5 trial supports the use of induction FOLFOX/FOLFIRI-bevacizumab for patients with initially unresectable colorectal cancer with liver-only metastases irrespective of RAS/BRAFV600E variant status and tumor sidedness.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen eerste-cyclus toxiciteit en overleving met immuuncheckpointremmers voor zeldzame maligniteiten (0)
2024-11-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for rare cancers first cycle toxicity and survival
Prof. Megan OthusIn een aantal studies is gezien dat ontwikkeling van immuun-gerelateerde bijwerkingen (irAEs) geassocieerd is met betere uitkomsten van patiënten die immuuncheckpointremmers (ICIs) kregen voor maligniteiten. Het is niet duidelijk of dit ook het geval is onder patiënten met zeldzame maligniteiten. Een multicenter basket-studie (NCT02834013) in de Verenigde Staten heeft de associatie tussen irAEs en overlevingsuitkomsten van deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Megan Othus (Fred Hutchinson Cancer Center, Seattle WA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie includeerde 684 patiënten die nivolumab en ipilimumab kregen voor zeldzame tumoren. Graad 1 of 2 behandelings-gerelateerde irAEs in de eerste cyclus, vergeleken met geen irAEs, waren geassocieerd met langere overall survival (HR 0,61; p<0,001), terwijl graad 3 of 4 irAEs versus geen irAEs geassocieerd waren met kortere OS (HR 1,41; p=0,025). Gelijksoortige maar zwakkere associaties werden gezien voor progressievrije overleving: graad 1 of 2 irAEs versus geen irAEs HR 0,83 (p=0,067) en graad 3 of 4 irAEs versus geen irAEs HR 1,31; p=0,037). Graad 1 of 2 dermatologische toxiciteit was geassocieerd met betere OS vergeleken met graad 1 of 2 andere toxiciteiten (HR 0,67; p=0,002).

De onderzoekers concluderen dat in dit grote cohort van patiënten die ICIs kregen voor zeldzame tumoren, de graad van irAEs in de eerste cyclus voorspellend was voor de overleving.

1.Othus M, Patel SP, Chae YK et al. First cycle toxicity and survival in patients with rare cancers treated with checkpoint inhibitors. J Natl Cancer Inst 2024.djae297

Summary: Analysis of a cohort of patients receiving ICIs for rare cancers found that grade of irAEs in the first cyclie was predictive for survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van ROR1-specifieke CAR T-cellen voor gevorderde hematopoïetische en epitheliale maligniteiten (0)
2024-11-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ROR1-specific CAR-T cells
Prof. Stanley RiddellDe receptor tyrokinase-like orphan receptor 1 (ROR1) wordt tot expressie gebracht in cellen van hematopoïetische en epitheliale maligniteiten maar niet in normaal weefsel van volwassenen. Een fase 1-studie van Fred Hutchinson Cancer Center (Seattle WA) evalueerde ROR1-specifieke CAR T-cellen onder patiënten met ROR1-positieve tumoren. Prof. Stanley Riddell en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1



De studie includeerde 21 patiënten met ROR1-positieve gevorderd maligniteiten: drie patiënten met CLL, tien patiënten met TNBC, en acht patiënten met NSCLC. Na lymfodepletie kregen de patiënten CAR T-cellen in één van vier doseringsniveaus uiteenlopend van 3,3 x 105 tot 1 x 107 cellen per kg lichaamsgewicht. Eén patiënt in het CLL-cohort met residuele ziekte in het beenmerg en drie patiënten in het TNBC-cohort met stabiele ziekte kregen een tweede infusie. De behandeling werd goed verdragen, met slechts één doseringlimiterende toxiciteit in een NSCLC-patiënt die 1 x 107 cellen per kg had gekregen. Twee patiënten in het CLL-cohort (66,7%) hadden robuuste expansie van de CAR T-cellen en snelle antitumor respons. In de beide andere cohorten was er slechts beperkte expansie en tumorinfiltratie door de CAR T-cellen en werd partiële respons gezien in één patiënt (5,5%).

De onderzoekers concluderen dat ROR1-gerichte CAR T-cellen goed verdragen werden door de meeste patiënten, en antitumoractiviteit hadden voor CLL, maar slechts beperkte activiteit voor TNBC en NSCLC.

1.Jaeger-Ruckstuhl CA, Specht JM, Voutsinas JM et al. Phase I study of ROR1-specific CAR-T cells in advanced hematopoietic and epithelial malignancies. Clin Cancer Res 2024-2172

Summary: A phase 1 study at Fred Hutchinson Cancer Center (Seattle, WA) found that ROR1-directed CAR-T cells were well tolerated in most patients with ROR1-positive CLL, TNBC, and NSCLC, but had robust activity in CLL alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in actieve surveillance of watchful waiting voor intermediair-risico prostaatcarcinoom, 2010 tot en met 2020 (0)
2024-11-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  intermediate-risk prostate cancer temporal trends in active surveillance and watchful waiting
Dr. Michael LeapmanActieve surveillance en watchful waiting (AS/WW) worden gezien als het optimale initiële management voor patiënten met niet-agressief prostaatcarcinoom (PrC). Een studie op basis van gegevens in de SEER-database heeft temporele trends in gebruik van AS/WW voor intermediair-risico (GG2 of GG3, PSA 10-20 ng/ml, of stadium cT2b) in de periode van 2010 tot en met 2020 geïnventariseerd. Dr. Michael Leapman (Yale School of Medicine, New Haven CT) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1

De studie includeerde 147.205 patiënten met intermediair-risico PrC in de studieperiode. Het percentage patiënten met intermediair-risico ziekte nam toe van 41,7% in 2010 tot 47,3% in 2020 (p<0,001). Gebruik van AS/WW voor deze patiënten nam toe van 5,0% in 2010 tot 12,3% in 2020 (p<0,001). Het gebruik nam toe van 13,2% tot 53,8% onder intermediair-risico patiënten met GG1 (p<0,001), van 4,0% tot 11,6% onder patiënten met GG2, en van 2,5% tot 2,8% onder patiënten met GG3 (p=0,85), van 3,4% tot 9,2% onder patiënten met PSA lager dan 10 ng/ml (p<0,001), en van 9,3% tot 20,7% onder patiënten met PSA 10 tot 20 ng/ml (p<0,001). In multivariate analyse waren hogere GGs en hoger PSA-waarden geassocieerd met lagere waarschijnlijkheid van gebruik van AS/WW.

De onderzoekers concluderen dat tussen 2010 en 2020 het gebruik van AS/WW voor intermediair-risico PrC significant is toegenomen.

1.Ajjawi I, Loeb S, Cooperberg MR et al. Active surveillance or watchful waiting for intermediate-risk prostate cancer, 2010-2020. JAMA 2024.2826615

Summary: Analysis of the SEER database found a significant increase in the use of active surveillance or watchful waiting for intermediate-risk prostate cancer between 2010 and 2020.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van ipilimumab plus nivolumab voor zeldzame tumoren: resultaten in het vulvacarcinoom-cohort (0)
2024-11-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  DART SWOG S1609 vulvar cancers cohort
Prof. Young Kwang ChaeDuale remming van PD-1 en CTLA-4 heeft geleid tot bemoedigende resultaten in verscheidene maligniteiten. De multicenter Dual Anti-CTLA-4 and Anti-PD-1 Blockade in Rare Tumors (DART)-studie evalueert de combinatie van ipilimumab en nivolumab voor zeldzame tumoren. Prof. Young Kwang Chae (Northwestern University, Chicago IL) en collega’s publiceren in Clinical Cancer Research resultaten van de studie in het cohort van patiënten met vulvacarcinoom.1

Het cohort telde zestien patiënten (mediane leeftijd 55,5 jaar; 0 tot 6 eerdere lijnen van behandeling; geen eerdere immuuntherapie) met vulvacarcinoom van squameus celcarcinoom histologie. De patiënten kregen intraveneus ipilimumab 1 mg/kg iedere zes weken plus intraveneus nivolumab 240 mg iedere twee weken. Het primaire eindpunt was objectieve respons. Deze werd gezien in drie patiënten (ORR 18,8%), één andere patiënt had stabiele ziekte (CBR 25%), en één andere patiënt had niet-bevestigde partiële respons (CBR plus unconfirmed PR rate 31%). De progressievrije overleving in deze vijf patiënten was 34,1; 16,7; 15,5; 7,2; en 7,0 maanden. De mediane progressievrije overleving was 2,2 maanden en de mediane overall survival was 7,6 maanden. De meest-waargenomen adverse events waren diarree, vermoeidheid, pruritus, anorexie, en misselijkheid (alle in vier patiënten; 25%). Graad 3 of 4 AEs werden gezien in vier patiënten. Er was één AE resulterend in discontinuering en één graad 5 AE.

De onderzoekers concluderen dat ipilimumab plus nivolumab voor vulvacarcinoom resulteerde in meer dan een jaar aanhoudende objectieve respons in drie van zestien patiënten.

1.Chae YK, Corthell L, Pravin S et al. A phase II basket trial of dual anti-CTLA-4 and anti-PD-1 blockade in rare tumors (DART) SWOG S1609: vulvar cancers. Clin Cancer Res 2024-1957

Summary: In the vulvar cancers cohort of DART SWOG S1609, ipilimumab plus nivolumab treatment resulted in an objective response in three out of 16 patients, all of whom had durable responses lasting of one year, whereas two additional patients experienced durable stable disease and unconfirmed partial response.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Intralesionaal T-VEC plus topsich imiquimod voor in-transit metastase van melanoom (0)
2024-11-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  in-transit metastatic melanoma T-VEC plus imiquimod
Dr. Jennifer ChoiIn-transit metastase van melanoom vormen een aanzienlijke klinische uitdaging, in het bijzonder in patiënten met contraïndicaties voor systemische behandelingen. Een studie van Northwestern Memorial Hospital (Chicago IL) heeft gelokaliseerde therapie met intralesionaal talimogene laherparepvec (T-VEC) en topisch imiquimod in vijf patiënten met in-transit metastasen van melanoom geëvalueerd. Dr. Jennifer Choi en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De mediane leeftijd van de twee vrouwen en drie mannen op het moment van diagnose van in-transit melanoom was 58 jaar (range 43-85). Vier van vijf patiënten waren eerder systemisch behandeld (drie met adjuvant immuuntherapie en één met adjuvante gerichte therapie). De patiënten kregen mediaan 13 (range 8-20) T-VEC injecties over een periode van mediaan 6 maanden (range 5-9), gedurende 4 maanden concurrent met imiquimod. De behandeling werd goed verdragen, zonder bijwerkingen die tot discontinuering leidden. Vier van vijf patiënten bereikten complete respons; de vijfde patiënt ontwikkelde systemische progressie resulterend in vroeg staken van de behandeling. Alle patiënten met complete respons zetten topisch imiquimod voort als onderhoud na staken van T-VEC. Eén patiënt met complete respons ontwikkelde nodale ziekte 10 maanden na de laatste T-VEC injectie. De drie andere patiënten zijn vrij van cutane en systemische ziekte 2 tot 57 maanden na hun laatste injectie.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van intralesionaal T-VEC en topisch imiquimod een effectieve en veilige behandeling kan zijn van in-transit metastasen van melanoom.

1.Lenga M, Choi E, Sosman J et al. Successful treatment of in-transit metastatic melanoma with combiniation intralesional T-VEC and topical imiquimod immunotherapy. J ImmunoTher Cancer 2024-009581

Summary: A case series of five patients with in-transit metastatic melanoma found tolerability and activity of the combination of intralesional T-VEC and topical imiquimod.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)