Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Ervaringen met betrekking tot borstvoeding onder jonge overlevers van mammacarcinoom (0)
2024-09-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  young breast cancer survivors breast feeding experiences
Dr. Ann PartridgeNa een diagnose mammacarcinoom (BC) zijn veel jonge vrouwen geïnteresseerd in toekomstige voortplanting, en sommige van deze vrouwen willen wellicht borstvoeding geven. Een analyse onder deelnemers aan de multinationale prospectieve Young Women’s Breast Cancer Study heeft ervaringen met borstvoeding onder deze vrouwen geïnventariseerd. Dr. Ann Partridge (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De onderzoekers stuurden een vragenlijst naar 143 studiedeelnemers in de leeftijd tot en met 40 jaar met een diagnose stadium 0-III BC, die na de diagnose tenminste één kind hadden gekregen. Van deze vrouwen werden 94 opgenomen in de analyse. Tweeënvijftig vrouwen (55%) hadden geprobeerd borstvoeding te beginnen; onder de vrouwen die dit niet geprobeerd hadden meldden 39 van 42 (93%) voorafgaande bilaterale mastectomie. Onder de vrouwen die borstvoeding geprobeerd hadden rapporteerden 36 van 52 (69%) voorafgaande lumpectomie en radiotherapie, onder wie 30 van 36 (83%) geen melkproductie in hun behandelde borst rapporteerden. Vierendertig van 52 vrouwen (65%) waren tenminste enigszins tevreden over hun vermogen tot borstvoeden. Tot de redenen om de borstvoeding te stoppen behoorden voltooien van de geplande duur (36%), en begin of herstarten van endocriene therapie (21%).

De onderzoekers concluderen dat de meeste jonge overlevers van BC die borstvoeding wilden geven dat inderdaad konden doen en tenminste enigszins tevreden waren over hun vermogen tot borstvoeding.

1.Sella T, Sorouri K, Rosenberg SM et al. Breastfeeding experiences among young breast cancer survivors: a survey study. Cancer 2024.35585

Summary: Survey among participants of the multinational prospective Young Women’s Breast Cancer Study found that most young breast cancer survivors who attempted to breastfeed were able to do so, and were satisfied with the experience.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Inclusie van patiënten in industrie-gesponsorde versus overheid-gesponsorde studies in de Verenigde Staten (0)
2024-09-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  patient enrollment to industry-sponsored versus federally sponsored cancer trials
Dr. Joseph UngerKlinische studies van maligniteiten worden in de Verenigde Staten gesponsord door hetzij de industrie of de overheid. Een analyse van gegevens van ClinicalTrials.gov heeft verhouding geïncludeerde patiënten tussen deze beide typen studies onderzocht. Dr. Joseph Unger (Fred Hutchinson Cancer Center, Seattle WA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

In de database identificeerden de onderzoekers 26.080 klinische studies uitgevoerd tussen begin 2008 en eind 2022. De figuur laat zien dat tussen begin 2018 en eind 2022 de enrollment ratio voor industrie-gesponsorde versus overheid-gesponsorde studies 8,1 (IQR 6,2-9,9) bedroeg. Voor studies onder volwassen patiënten nam deze ratio toe van 4,8 (IQR 4,4-5,3) in de periode begin 2008 tot eind 2012 tot 9,6 (7,4-11,8) in de periode van 2018 tot en met 2012; voor studies onder kinderen nam de ratio in deze periode toe van 0,7 (0,6-0,7) tot 2,3 (1,8-2,7). Ondanks de toename van de incidentie van maligniteiten was er in de studieperiode geen toename in de absolute enrollment counts van overheid-gesponsorde studies.

De onderzoekers concluderen dat er in de Verenigde Staten een toenemende afhankelijkheid is van de industrie voor het uitvoeren van studies van maligniteiten.

1.Unger JM, Xiao H, Vaidya R, LeBlanc M. Patient enrollment to industry-sponsored versus federally sponsored cancer clinical trials. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of trial enrollment patterns from 2008 to 2022 using ClinicalTrials.gov data found that in the United States there is a growing reliance on industry to conduct cancer clinical research.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van toripalimab met concurrente platina-gebaseerde chemoradiotherapie voor lokaal-gevorderd cervixcarcinoom (0)
2024-09-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LACC toripalimab plus chemoradiotherapy
Dr. Zhiyong YuanEr is behoefte aan meer-werkzame behandelingen voor patiënten met niet-eerder behandeld lokaal-gevorderd cervixcarcinoom (LACC). Een fase 2-studie van Tianjin Medical University Cancer Institute & Hospital (Tianjin, China) heeft de combinatie van toripalimab (anti-PD-1) met concurrente platina-gebaseerde chemoradiotherapie (CCRT) voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Zhiyong Yuan en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


De studie includeerde 82 patiënten (leeftijd 18 tot en met 75 jaar; ECOG performance status 0 of 1) die toripalimab 240 mg iedere drie weken kregen in combinatie met CCRT, gevolgd door onderhouds-toripalimab iedere zes weken voor de duur van een jaar. Het primaire eindpunt van de studie was objective response rate. De figuur laat zien dat de ORR 87,8% bedroeg. Tijdens mediaan 21 maanden follow-up (range 5,2-44,5) werden mediane progressievrije overleving en overall survival niet bereikt. Er was een trend van langere PFS in de populaties met PD-L1 combined positive score ≥ 10, lagere tumormutatiebelasting, en HLA loss of heterozygosity. Treatment-related adverse events werden gezien in 37 patiënten (45%), en graad 3 of hoger TRAEs in 17 patiënten (20,7%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van toripalimab en concurrente platina-gebaseerde CCRT gevolgd door toripalimab onderhoud veelbelovende antitumorwerkzaamheid en acceptabele veiligheid had onder patiënten met niet-eerder behandeld LACC.

1.Chen J, Shi J, Cao Y et al. A new treatment approach of toripalimab in combination with concurrent platinum-based chemoradiotherapy for locally advanced cervical cancer: a phase II clinical trial. Int J Cancer 2024.35206

Summary: A phase 2 study at Tianjin Medical University Cancer Institute & Hospital (Tianjin, China) found promising antitumor activity and acceptable safety of toripalimab in combination with concurrent platinum-based chemoradiotherapy followed by toripalimab maintenance for previously untreated locally advanced cervical cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van daratumumab plus lenalidomide onderhoud na stamceltransplantatie voor nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (0)
2024-09-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  AURIGA study NDMM daratumumab plus lenalidomide maintenance after transplantation
Dr. Ashraf BadrosDe standard-of-care onderhoudsbehandeling na stamceltransplantatie voor nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (NDMM) is lenalidomide (R). De multicenter fase 3-studie AURIGA in de Verenigde Staten heeft de combinatie van daratumumab plus R (D-R) onderhoud vergeleken met R onder NDMM-patiënten die tenminste zeer goede partiële respons hadden, MRD-positief (drempelwaarde 10-5) waren, en anti-CD38 naïef waren. Dr. Ashraf Badros (University or Maryland, Baltimore) en collega’s publiceren de studie in Blood.1

De studie includeerde 200 patiënten, die werden gerandomiseerd naar D-R (n=99) of R (n=101) onderhoud gedurende ten hoogste 36 cycli. Het primaire eindpunt was conversie naar MRD-negativiteit (10-5) na twaalf maanden. Dit eindpunt werd bereikt door 50,5% van de patiënten in de D-R groep versus 18,8% van de patiënten in de R-groep (OR 4,51: p<0,0001). Ook conversie naar MRD (10-6) werd bereikt door meer patiënten in de D-R groep dan in de R-groep (23,2% versus 5,0%; OR 5,97; p=0,0002). De 30-maands progressievrije-overlevingspercentages waren 82,7% met D-R versus 66,4% met R (HR 0,53; 95%-bti0,29-0,97). De incidentie van graad 3 of 4 cytopenieën (54,2% versus 46,9%) en infecties (18,8% versus 13,3%) waren licht hoger met D-R versus R.

De onderzoekers concluderen dat D-R onderhoud vergeleken met R-onderhoud resulteerde in hogere MRD-negativiteitsconversie en verbeterde PFS na transplantatie voor NDMM, zonder nieuwe veiligheidszorgen.

1.Badros AZ, Foster L, Anderson LD et al. Daratumumab with lenalidomide as maintenance after transplant in newly diagnosed multiple myeloma: the AURIGA study. Blood 2024.025746

Summary: The multicenter phase 3 AURIGA study found that after stem cell transplantation for newly diagnosed multiple myeloma, combined daratumumab and lenalidomide maintenance achieved a higher MRD-negative conversion rate and improved progression-free survival when compared with lenalidomide maintenance alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten met leverslagaderinfusie chemotherapie voor gevorderd intrahepatisch cholangiocarcinoom (0)
2024-09-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  IHC HAI chemotherapy
Dr. Andrea CercekInfusie van chemotherapie in de leverslagader (HAI-chemotherapie) heeft in eerdere studie geleid tot ziektecontrole en aanwijzingen voor verbetering van de overall survival van patiënten met intrahepatisch cholangiocarcinoom (IHC). Een gecombineerde analyse van een fase 2-studie en een retrospectief cohort van patiënten van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft lange-termijn uitkomsten geïnventariseerd met HAI-chemotherapie (floxuridine) plus systemische chemotherapie (gemcitabine en oxaliplatine) voor gevorderd IHC. Dr. Andrea Cercek en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De fase 2-studie includeerde 38 patiënten. De behandeling met HAI-floxuridine plus systemische chemotherapie resulteerde in mediane progressievrije overleving van 11,8 maanden (95%-bti 11,0-15,1) en mediane overall survival van 26,8 maanden (20,9-40,6) met een vijf-jaars OS-percentage van 21%. Het retrospectieve cohort telde 170 patiënten. In dit cohort was de mediane PFS 7,93 maanden (95%-bti 7,27-10,7) en de mediane OS 22,5 maanden (19,5-28,3). Veranderingen in TP53 en genen van de celcyclusroute waren geassocieerd met slechtere PFS.

De onderzoekers concluderen dat HAI-floxuridine in combinatie met systemische chemotherapie kan resulteren in lange-termijn ziektecontrole onder patiënten met gevorderd IHC.

1.Cowzer D, Soares K, Walch H et al. Long term outcomes in patients with advanced intrahepatic cholangiocarcinoma treated with hepatic arterial infusion chemotherapy. J Natl Cancer Inst 2024.djae202

Summary: Combined analysis of a phase II trial and a retrospective cohort at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) showed that in patients with advanced intrahepatic cholangiocarcinoma, hepatic artery infusion of floxuridine in combination with systemic chemotherapy can offer long-term disease control.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde overlevingsanalyse van patiënten met primair spinaal chordoom in de Verenigde Staten, 2000 tot en met 2020 (0)
2024-09-28 13:30   ( Nieuws )
Tags:  SEER database analysis of survival of primary spinal chordoma
Kevin AgnerChordomen zijn zeldzame maligne tumoren die voornamelijk in het axiale skelet worden aangetroffen. Een analyse van de SEER-database heeft overleving geïnventariseerd van patiënten met een diagnose primair spinaal chordoom (PSC) tussen begin 2000 en eind 2021. De studenten Kevin Agner (The Ohio State University, Columbus) en Michael Larkins (East Carolina University, Greenville NC) publiceren de analyse in het Journal of Neuro-Oncology.1

In de SEER-database identificeerden de onderzoekers 896 patiënten met een diagnose PSC in de studieperiode. Patiënten in de leeftijd tot 55 jaar hadden een betere vijf-jaars overall survival dan patiënten in de leeftijd van 55 tot 70 jaar (HR 1,78; p=0,046) en patiënten in de leeftijd van 70 jaar en ouder (HR 3,98; p<0,001). Histologie was eveneens van invloed op de overleving: in univariate analyse hadden patiënten met gededifferentieerd chordoom (1,0% van het cohort) een vijf-jaars OS-percentage van 33,3% (95%-bti 1,9-64,7) en patiënten met chondroïd chordoom (2,0% van het cohort) een vijf-jaars OS-percentage van 52,5% (26,1-78,9); significant lager (p<0,001) dan patiënten met algemeen chordoom (not otherwise specified; 72,0%; 68,8-75,6). Niet-gehuwde patiënten hadden in univariate analyse een lager vijf-jaars OS-percentage (65,2%; 95%-bti 59,4-71,0) dan gehuwde patiënten (76,2%; 72,0-80,4). Behandeling met bruto totale resectie (HR 0,22; p<0,001) en radiotherapie (HR 0,69; p=0,030) was geassocieerd met betere vijf-jaars OS.

De onderzoekers concluderen dat leeftijd en burgerlijke staat significante demografische factoren zijn die zijn geassocieerd met verandering in vijf-jaars OS onder patiënten met PSC.

1.Agner KE, Larkins MC. Population-based survival analysis of primary spinal chordoma in the US from 2000 to 2020. J Neuro-Oncol 2024-04807-y

Summary: SEER database analysis of patients with primary spinal chordoma found that patient age and marital status were significant demografic factors associated with changes in five-year overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen insulineresistentie en het risico van prostaatcarcinoom: secundaire analyse van REDUCE (0)
2024-09-28 12:00   ( Nieuws )
Tags:  REDUCE trial insulin resistance prostate cancer
Dr. Stephen FreedlandDe REDUCE-studie randomiseerde deelnemers met verhoogd risico van prostaatcarcinoom voor de duur van vier jaar naar dutasteride of placebo. In 2010 is gepubliceerd dat het risico van incident prostaatcarcinoom significant lager was in de dutasteridgroep dan in de placebogroep. Een secundaire analyse van de studie was gewijd aan de associatie tussen insulineresistentie en het risico van prostaatcarcinoom. Dr. Stephen Freedland (Cedars-Sinai Medical Center, Los Angeles CA) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1

Onder de 5430 REDUCE-deelnemers werd prostaatcarcinoom tijdens de follow-up gediagnostiseerd in 1212 patiënten: 856 met laaggradige ziekte (grade group 1) en 356 met hooggradige ziekte (GG2 tot en met 5). Insulineresistentie bij inclusie in de studie werd bepaald aan de hand van nuchter insuline en glucose (HOMA-IR). Onder alle patiënten tezamen was hogere HOMA-IR geassocieerd met lager risico van prostaatcarcinoom (p voor trend 0,04). Gestratificeerd naar prostaatcarcinoom-graad was hogere HOMA-IR geassocieerd met lager risico van laaggradig prostaatcarcinoom (p voor trend 0,002) maar niet geassoceerd met het risico van hooggradige ziekte (p voor trend 0,26). Deze resultaten waren vergelijkbaar in de dutasteridegroep en de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat hogere HOMA-IR geassocieerd was met lager risico van laaggradig prostaatcarcinoom maar niet geassocieerd was met het risico van hooggradig prostaatcarcinoom. Mechanismen die deze resultaten kunnen verklaren zijn niet duidelijk.

1.Zheng R, Daniels JP, Moreira DM et al. Does insulin resistance predict prostate cancer? Results from the Reduction by dutasteride of prostate cancer (REDUCE) trial. Cancer 2024.35568

Summary: Secondary analysis of the randomized REDUCE study found that among men with high risk of prostate cancer, higher baseline HOMA-IR was associated with a reduced risk of development of low-grade prostate cancer but not with risk of high-grade prostate cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van consoliderende stereotactische radiotherapie voor oligoresidueel EGFR-gemuteerd mNSCLC na eerstelijns EGFR-TKI (0)
2024-09-27 15:00   ( Nieuws )
Tags:  oligo-residual EGFR-mutant NSCLC SRT
Prof. Zhengfei ZhuEr is geen duidelijkheid over de optimale behandeling van patiënten met oligoresiduele ziekte (ORD) na eerstelijns derdegeneratie EGFR-TKI voor EGFR-gemuteerd metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC). Een fase 2-studie in twee centra in China (Fudan University Shanghai Cancer Center en Tongji Medical College of Huazhong University of Science and Technology) heeft consoliderende stereotactische radiotherapie (SRT) voor de patiënten geëvalueerd. Prof. Zhengfei Zhu (Fudan Universiteit) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1


De studie includeerde 61 patiënten (leeftijd 18 to en met 75 jaar; ECOG performance status 2 of beter; vijftien met hersenmetastasen) met EGFR-gemuteerd mNSCLC, die ORD hadden na eerstelijns derdegeneratie EGFR-TKI. De patiënten ondergingen consoliderende SRT toegevoegd aan EFGFR-TKI; dosering en fractionering werden overgelaten aan de behandelend stralingsoncoloog; craniële SRT was over het algemeen 27 Gy in drie fracties. De mediane follow-up was 21,1 maanden. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 29,9 maanden was (80%-bti 22,4-32,4) onder alle patiënten en 16,9 maanden (16,3-NA) onder de patiënten die SRT kregen voor hersenmetastasen. De mediane overall survival werd niet bereikt; het twee-jaars OS-percentage was 86,4% (80%-bti 79,2-94,3). Treatment-related adverse events werden gezien in 43 patiënten (70%) en graad 3 of hoger TRAEs in 6,6%. Propensity score gematchte vergelijking met een cohort patiënten die geen SRT kregen wees uit dat SRT geassocieerd was met significant betere PFS (HR 0,46; p=0,002).

De onderzoekers concluderen dat consoliderende SRT geassocieerd was met bemoedigende PFS onder eerstelijns derdegeneratie EGFR-TKI behandeld mNSCLC patiënten met ORD, met over het algemeen acceptabele toxiciteit.

1.Zhou Y, Peng L, Liang F et al. Safety and efficacy of consolidative stereotactic radiotherapy for oligo-residual EGFR-mutant non-small cell lung cancer after first-line third-generation EGFR-tyrosine kinase inhibitors: a single-arm phase 2 trial. eClinMed 2024;76:102853

Summary: A https://www.thelancet.com/journals/eclinm/article/PIIS2589-5370(24)00432-2/fulltext phase 2 trial at two centers in China found that consolidative stereotactic radiotherapy is associated with encouraging progression-free survival in first-line third-generation EGFR-TKI-treated metastatic NSCLC patients harboring oligo-residual disase, with generally acceptable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)