Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve analyse van PARP-remmers voor BRCA-veranderd uterussarcoom (0)
2025-03-23 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BRCA-altered uterine sarcoma PARP inhitibors
Dr. Alison SchramUterussarcoom is een agressieve tumor met beperkte respons op chemotherapie. PARP-remmers hebben activiteit laten zien in meerdere typen tumoren met BRCA-veranderingen. Een retrospectieve studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC; New York) heeft PARP-remmers voor BRCA-veranderd uterussarcoom geëvalueerd. Dr. Alison Schram en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

Onder de 534 patiënten met uterussarcoom die tussen begin 2014 en juli 2024 in MSKCC behandeld werden waren er 35 met BRCA-veranderingen, onder wie 33 met BRCA2-veranderingen. Leiomyosaroom (LMS) was de meest-waargenomen histologie (86%). Dertien patiënten met uterus-LMS werden behandeld met PARP-remmers in de recidiverende of metastatische setting, met een overall response rate van 46% (één van zes patiënten met PARP-remmer monotherapie; vijf van zeven patiënten met PARP-remmer combinatietherapie), een clinical benefit rate van 62%, en mediane progressievrije overleving van 13,2 maanden (range 1,0-71,9). Onder de tien patiënten met somatische BRCA2-deleties was de ORR 60% en de CBR 80%. Eén patiënt met metastatische ziekte en progressie op eerdere hormoon- en chemotherapie had complete respons met PARP-/PD-L1 remmer combinatietherapie, die op het moment van de nu gepubliceerde analyse al 70 maanden ongoing was.

De onderzoekers concluderen dat PARP-remmers veelbelovende werkzaamheid hebben laten zien onder patiënten met uterus-LMS met somatische BRCA2-deleties.

1.Rao M, Merrill M, Troxel M et al. Retrospective analysis of BRCA-altered uterine sarcoma treated with poly(ADP-ribose) polymerase inhibitors. JCO Precision Oncology (2025) 24-00765

Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found promising efficacy of PARP inhibitors for uterine leiomyosarcoma with somatic BRCA2 deletions.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische waarde van baseline EORTC QLQ-C30 scores voor overall survival in zeventien typen maligniteiten (0)
2025-03-23 13:00   ( Nieuws )
Tags:  EORTC QLQ-C30 prognostic value for overall survival
Dr. Luigi LimEen in 2009 gepubliceerde analyse heeft aanwijzingen laten zien voor een prognostisch effect van baseline scores van drie schalen van EORTC QLQ-C30 (fysiek functioneren, pijn, en verlies van eetlust) voor overall survival van patiënten met maligniteiten. Onderzoekers van EORTC (Brussel) hebben deze waarneming gevalideerd in een grotere patiëntenset. Dr. Luigi Lim en collega’s publiceren de validatiestudie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 16.210 patiënten met tezamen zeventien typen maligniteiten die deelnamen aan 46 klinische studies. Het gestratificeerde multivariabele model, gecorrigeerd voor sociaal-demografische en klinische variabelen, bevestigde dat baseline beter fysiek functioneren (HR 0,94; 95%-bti 0,93-0,96), minder pijn (1,02; 1,01-1,03), en verlies van eetlust (1,04; 1,03-1,05) significant geassocieerd waren met overall survival. Ook baseline scores voor global health status/QOL, dyspneu, emotioneel, en cognitief functioneren waren prognostisch. Een model met al deze variabelen had een gecorrigeerde C-index van 0,74.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten laten zien dat baseline scores voor zeven EORTC QLQ-C30 schalen prognostisch zijn voor overall survival van patiënten met maligniteiten.

1.Lim L, Machingura A, Taye M et al. Prognostic value of baseline EORTC QLQ-C30 scores for overall survival across 46 clinical trials covering 17 cancer types: a validation study. eClinMed 2025.103153

Summary: Pooled analysis of 46 clinical trials encompassing 16,210 patients with 17 cancer types found that baseline scores for 7 EORTC QLQ-C30 scales were prognostic for overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van klinische uitkomsten en genomische veranderingen in Gleason score 10 prostaatcarcinoom (0)
2025-03-22 16:00   ( Nieuws )
Tags:  Gleason score 10 prostate cancer
Dr. Mutlay SayanGleason score (GS) 10 prostaatcarcinoom (PrC) is een agressieve gelokaliseerde ziekte. Een retrospectieve analyse van The Cancer Genome Atlas database heeft klinische uitkomsten en genomische veranderingen in GS 10 PrC vergeleken met die van GS 8-9 PrC. Dr. Mutlay Sayan (Harvard Medical School, Boston MA) en collega’s publiceren de analyse in Cancers.1

In de database identificeerden de onderzoekers 192 patiënten met GS 8 tot en met 10 PrC. Dertien van deze patiënten (6,8%) hadden GS 10 PrC. De mediane duur van follow-up was 37,87 maanden. De figuur laat zien dat de tijd tot biochemisch recidief (primair eindpunt) significant korter was in het GS 10-cohort dan in het GS 8-9 cohort (aHR 2,67; p=0,019). Deze figuur laat zien welke genen in GS 10 vergeleken met GS 8-9 significant hogere veranderingsfrequenties hadden. Hoge expressie van veranderde RAD54L, MAST2 en CCHCR1 genen waren gecorreleerd met kortere ziektevrije overleving.

De onderzoekers concluderen dat GS 10 PrC geassocieerd was met kortere tijd tot biochemisch recidief en een onderscheiden genomisch landschap liet zien vergeleken met GS 8-9 PrC, hetgeen de noodzaak van biomarker-gedreven therapeutische benaderingen voor GS 10 PrC onderstreept.

1.Chen LW, Tuac Y, Li S et al. Clinical outcomes and genomic alterations in Gleason score 10 prostate cancer. Cancers 2025;17:1055

Summary: Retrospective analysis of The Cancer Genome Atlas database found that Gleason score 10 prostate cancer confers inferior time to biochemical recurrence and displays a distinct genomic landscape compared to GS 8-9 disease.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van riluzol met mFOLFOX6 en bevacizumab voor metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2025-03-22 14:30   ( Nieuws )
Tags:  mCRC riluzole plus mFOLFOX6 and bevacizumab
Dr. Ning JinDe standard of care voor metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) is 5-fluorouracil (5-FU)-gebaseerde chemotherapie in combinatie met gerichte therapie. In cellijn-experimenten is synergie gezien van riluzol (een oraal middel goedgekeurd voor amyotrofe laterale sclerose) met 5-FU in het verlagen van de viabiliteit van de cellen. Een fase 1-studie van The Ohio State University (Columbus) heeft de combinatie van riluzol met mFOLFOX6 plus bevacizumab voor mCRC geëvalueerd. Dr. Ning Jin en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 14 patiënten die eerder FOLFOX hadden gekregen. De patiënten kregen acht cycli mFOLFOX6-bevacizumab in combinatie met 16 weken riluzol (startdosering 50 mg tweemaal daags), gevolgd door voortzetting van mFOLFOX6-bevacizumab. Onder de 12 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten hadden twee partiële respons, negen stabiele ziekte, en één progressieve ziekte (ORR 16,7%; DCR 91,7%). De mediane duur van respons was 4,9 maanden (95%-bti 1,6-9,8). De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 4,89 maanden respectievelijk 12,98 maanden.

De onderzoekers concluderen dat riluzol in combinatie met mFOLFOX6 en bevacizumab goed werd verdragen en klinische activiteit heeft laten zien onder mCRC-patiënten die eerder FOLFOX hadden gekregen.

1.Li C, Noonan AM, Hays J et al. Riluzole in combination with mFOLFOX6 and bevacizumab in treating patients with metastatic colorectal cancer: a phase 1 clinical trial. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 1 trial at The Ohio State University (Columbus) found tolerability and preliminary activity of the combination of riluzole and mFOLFOX6 plus bevacizumab among patients with metastatic colorectal cancer resistant to FOLFOX.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen presymptomatisch bewustzijn van BRCA1/2-status en uitkomsten van ovariumcarcinoom (0)
2025-03-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ovarian cancer presymptomatic awareness of BRCA1 2 status
Dr. Rachel Michaelson-CohenDragers van kiemlijn BRCA1/2 pathogene varianten (PVs) hebben verhoogd risico van ovariumcarcinoom (OC). Risicoverlagende bilaterale salpingo-ovariëctomie RR-BSO), geassocieerd met lager risico van OC en all-cause mortaliteit, wordt aanbevolen op de leeftijd van 35 tot 40 jaar voor BRCA1 PV-dragers en op de leeftijd van 40 tot 45 jaar voor BRCA2 PV-dragers. Een retrospectieve cohortstudie in twee centra in Israël heeft de associatie tussen presymptomatisch bewustzijn van de BRCA1/2-status en uitkomsten van OC geïnventariseerd. Dr. Rachel Michaelson-Cohen (Shaare Zedek Medisch Centrum, Jerzualem) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 132 PV-dragers met een diagnose OC tussen begin 2000 en eind 2023 (mediane leeftijd op het moment van diagnose 56,9 ± 11,2 jaar). Vierendertig van deze patiënten (25,8%) kenden kun BRCA1/2 PV-status voorafgaand aan de diagnose (‘prediagnosis awareness’) en 98 (74,2%) hadden postdiagnosis awareness. Prediagnosis awareness was geassocieerd met vroeger stadium bij diagnose (stadium I: 32,3% versus 6,3%; p=0,001). In multivariate analyse gecorrigeerd voor leeftijd, jaar van diagnose, familiegeschiedenis, en gen was postdiagnosis awareness geassocieerd met meer gevorderd stadium bij diagnose (OR 4,35; p=0,007). Prediagnosis awareness was geassocieerd met lagere CA-125 niveaus, minder ultrasonografische bevindingen bij diagnose, meer diagnosen door surveillance en RR-BSO, en lagere percentages patiënten met tweedelijns behandeling. De figuur laat de overall survival en ziektevrije overleving in beide groepen zien. In multivariate analyse was de DFS significant beter in de groep met prediagnosis awareness (HR 0,38; p=0,02). Er was geen significant overall survival profijt van prediagnosis awareness, hetgeen samen zou kunnen hangen met het geringe aantal patiënten in de studie, maar ook consistent kan zijn met de waarneming dat in de algemene bevolking dowstaging van OC niet geassocieerd is met verlaagde mortaliteit.

De onderzoekers concluderen dat prediagnosis awareness van de BRCA1/2 PV-status geassocieerd was met betere uitkomsten na een OC-diagnose.

1.Armon S, Hollander A, Segev Y et al. Presymptomatic awareness of BRCA1/BRCA2 status and outcomes in women with ovarian cancer. JAMA Network Open 2025;8:251435

Summary: A retrospective cohort study at two centers in Israel found that among patients with ovarian cancer, presymptomatic awareness of BRCA1/2-status was associated with earlier stage at diagnosis, fewer second-line treatments, and longer disease-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Risico van chronische aandoeningen door versnelde veroudering in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2025-03-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CCSs accelarated aging chronic conditions
Dr. Jennifer YehEr is geen duidelijkheid over het levenslange risico van verouderings-gerelateerde aandoeningen onder overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (CCSs) samenhangend met versnelde veroudering ten gevolge van blootstelling aan behandelingen van de maligniteit. Een simulatiestudie op basis van de Childhood Cancer Survivor Study en nationale databases in de Verenigde Staten heeft het levenslange risico van acht aandoeningen onder CCSs vergeleken met dit risico in de algemene bevolking. Dr. Jennifer Yeh (Harvard Medical School, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De acht betreffende aandoeningen zijn mammacarcinoom, colorectaalcarcinoom, gliatumoren, sarcomen, hartfalen, coronaire hartziekte/myocardinfarct, beroerte, en hartklepziekte. In de algemene bevolking ontwikkelde 20% tenminste één van deze aandoeningen op de leeftijd van 65 jaar; onder CCSs werd deze drempel bereikt op de leeftijd 47,3 jaar; een 17,7 jaar (95% UI 14,0-21,0) vervroeging van het ontstaan van de aandoening. Op de leeftijd van 65 jaar ontwikkelden volgens de projecties 55% van de CSSs tenminste één aandoening, overeenkomend met een 2,7 maal (95% UI 2,2-3,5) verhoogd relatief risico en aan 34,2% maal (28,3-42,5) verhoogd absoluut excess risico vergeleken met de algemene bevolking. De risico’s waren hoger onder CCSs die waren behandeld met radiotherapie voor hun childhood cancer (22,0 jaar vroeger ontstaan; 37,3% excess risico) maar ook verhoogd onder CCSs die niet bloot hadden gestaan aan radiotherapie (13,5 jaar vroeger ontstaan; 31,0% excess risico). Vergeleken met de algemene bevolking hadden CCSs die de leeftijd 40 jaar bereikten een 6,2 maal hoger risico (95% UI 4,8-9,4) van het ontwikkelen van een nieuwe aandoening binnen tien jaar.

De onderzoekers concluderen dat CCSs vervroegd onstaan hebben van leeftijds-gerelateerde aandoendingen.

1.Yeh JM, Ward ZJ, Stratton KL et al. Accelerated aging in survivors of childhood cancer – early onset and excess risk of chronic conditions. JAMA Oncol 2025.0236

Summary: A modeling study found that childhood cancer survivors experience accelerated onset of aging-related diseases, regardless of prior radiation exposure.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van ras/etniciteit met cancer antigen 125 niveaus op het moment van diagnose ovariumcarcinoom (0)
2025-03-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  OC CA 125
Dr. Anna Jo Bodhurta SmithRichlijnen gebruiken cancer antigen (CA) 125 drempelwaarden voor selectie van patiënten met pelvic masses voor aanbeveling van testen op ovariumcarcinoom (OC). Deze CA-125 drempelwaarden berusten echter op resultaten van studies onder blanke patiënten. Een analyse van de National Cancer Database heeft de associatie tussen ras of ethniciteit met de CA-125 niveaus op het moment van OC-diagnose geïnventariseerd. Dr. Anna Jo Bodhurta Smith (University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

De retrospectieve analyse includeerde 250.749 patiënten (mediane leeftijd 62,0 jaar; IQR 52,0-73,0) met een diagnose OC tussen begin 2004 en eind 2020: 0,4% American Indian; 3,7% Asian; 8,6% zwart; 85,2% blank; en 2,0% onbekend ras; 6,7% Hispanic; 88,8% non-Hispanic; en 4,6% onbekende etniciteit. Onder deze patiënten waren er 212.477 met bekende CA-125 bij diagnose; 88,2% had verhoogd CA-125 bij diagnose. Patiënten met American Indian, Asian, of zwart ras hadden lagere waarschijnlijkheid van het hebben van verhoogd CA-125 niveau dan blanke patiënten. In multivariate analyse gecorrigeerd voor stadium, comorbiditeiten, en menopauzale status hadden zwarte patiënten lagere waarschijnlijkheid van verhoogd CA-125 niveau dan blanke patiënten (aOR 0,77; 95%-bti 0,74-0,81); dit was ook het geval voor American Indian patiënten (0,77; 0,62-0,94). Onder alleen patiënten met hooggradig sereus OC hadden zwarte patiënten lagere waarschijnlijkheid van verhoogd CA-125 niveau bij diagnose (aOR 0,81; 95%-bti 0,73-0,91). Patiënten met stadium II tot en met IV OC met vals-negatieve CA-125 resultaten bij diagnose hadden 9,38 dagen (95%-bti 8,43-10,34) langer tijd tot de start van chemotherapie dan patiënten met verhoogd CA-125 niveau.

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie van patiënten met OC, American Indian en zwarte patiënten 23% lagere waarschijnlijkheid hadden van verhoogd CA-125 bij diagnose dan blanke patiënten. De huidige CA-125 drempelwaarden kunnen leiden tot het missen van OC in American Indian en blanke patiënten.

1.Bodurtha Smith AJ, Gleason E, Kadiyala S et al. Cancer antigen 125 levels at time of ovarian cancer diagnosis by race and ethnicity. JAMA Network Open 2025;8:e251292

Summary: A cohort study using the National Cancer Database found that American Indian and Black patients with ovarian cancer were 23% less likely to have an elevated CA-125 level at diagnosis compared with White patients. Current CA-125 thresholds may miss racially and ethnically diverse patients with ovarian cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve cohortstudie van geslacht-specifieke associaties tussen slaap-apneu en longcarcinoom onder COPD-patiënten (0)
2025-03-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  COPD sleep apnea lung cancer risk
Prof. Lies LahousseCOPD is een risicofactor voor longcarcinoom. Slaap-apneu is prevalent onder COPD-patiënten, en de inflammatie die wordt veroorzaakt door intermittente hypoxemie zou het risico van longcarcinoom verder kunnen verhogen. Vrouwen hebben meer systemische inflammatie bij gelijke apneu-hypopneu index dan mannen. Een België-brede prospectieve studie heeft geslacht-specifieke associaties tussen slaap-apneu en het risico van longcarcinoom onder COPD-patiënten geïnventariseerd. Prof. Lies Lahousse (Universtieit van Gent) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Regional Health Europe.1


De onderzoekers identificeerden 62.903 patiënten (42,8% vrouwen) ouder dan 54 jaar met een diagnose COPD tussen begin 2017 en eind 2022, onder wie 2898 (4,6%) longcarcinoom ontwikkelden. De analyse van de associatie tussen slaap-apneu en het risico van longcarcinoom werd gecorrigeerd voor leeftijd, sociaal-economische status, rook- en drankgewoonten, fragiliteit, comorbiditeiten en comedicatie. Onder vrouwen in het cohort was slaap-apneu geassocieerd met verhoogd risico van longcarcinoom (cumulatieve incidentie 1545 versus 1350 per 100.000 persoonsjaren; aHR 1,31; 95%-bti 1,05-1,63) terwijl onder mannen in het cohort slaap-apneu geassocieerd was met lager risico van longcarcinoom (1632 versus 2305; 0,82; 0,70-0,95). De impact van slaap-apneu op het risico van longcarcinoom was met name sterk onder vrouwelijke COPD-patiënten met hypoxie-gerelateerde comorbiditeiten zoals emfyseem (aHR 2,65; 95%-bti 1,11-6,34).

De onderzoekers concluderen dat slaap-apneu geassocieerd was met verhoging van het risico van longcarcinoom onder vrouwen met COPD en verlaging van het risico van longcarcinoom onder mannen met COPD.

1.Proesmans K, Luik AI, Lahousse L. Sex-specific associations between sleep apnoea and lung cancer risk in patients with COPD: a nationwide prospective cohort study. Lancet Regional Health Europe 2025.101269

Summary: A prospectieve study in Belgium found that sleep apnea was associated with a higher risk of lung cancer in female COPD patients and with lower the lung cancer risk in male COPD patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)