Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve cohortstudie van overleving met verlengde postgastrectomie follow-up voor maagcarcinoom (0)
2024-06-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  gastric cancer extended postgastrectomy follow-up
Prof. Ju-Hee LeeDe meeste tot op heden gepubliceerde studies en richtlijnen van postgastrectomie follow-up voor patiënten met maagcarcinoom zijn beperkt tot de eerste vijf jaar na de gastrectomie. Een bevolkings-gebaseerde retrospectieve studie in Zuid-Korea heeft de associatie van langere follow-up met overall survival en overleving na recidief geïnventariseerd. Prof. Ju-Hee Lee (Hanyang Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1


De studie is gebaseerd op gegevens in de database van de Korean National Health Insurance, betreffende 40.468 patiënten met een diagnose maagcarcinoom tussen begin 2005 en eind 2014, met follow-up tot eind 2021. Patiënten die vijf jaar na gastrectomie geen recidief of andere maligniteiten hadden werden verdeeld in twee groepen: patiënten met verlengde regelmatige follow-up en patiënten zonder verlengde regelmatige follow-up. Laat recidief of gastric remnant cancer (GRC) werd gezien in 7,8% van de patiënten. Verlengde regelmatige follow-up was geassocieerd met significant lagere overall mortaliteit (vijftien-jaars postgastrectomie mortaliteit (36,9% versus 49,4%; p<0,001) en significante verbetering van de vijf-jaars postrecidief of post GRC-diagnose overleving (71,5% versus 32,7%; p<0,001). Vergelijking van verschillende follow-up methoden liet zien dat de combinatie van endoscopie en abdominopelvische CT tot betere overlevingsresultaten leidde dan elk van beide methoden afzonderlijk.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat verlengde regelmatige follow-up na vijf jaar postgastrectomie de overlevingsuitkomsten verbetert.

1.Lee J-H, Kim J, Choi JY. Feasibility of extended postoperative follow-up in patients with gastric cancer. JAMA Surg 2024.1753

Summary: A retrospective study in South Korea found that among patients with gastric cancer, continuing follow-up after 5 years postgastrectomy was associated with improved postrecurrence survival rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-2a studie van duvelisib plus romidepsine voor recidiverend of refractair T-cel lymfoom (0)
2024-06-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R R TCL duvelisib plus romidepsin
Dr. Santosha VardhanaIn eerdere studies is activiteit gezien van PI3K-δ remmers voor lymfoïde maligniteiten, die echter ook resulteerde in verhoogd risico van inflammatie. Een fase 1b-2a studie in Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York NY) en Dana-Farber Cancer Institute (Boston MA) heeft de impact van toevoeging van de HDAC-remmer romidepsine of de proteasoomremmer bortezomib aan de PI3K-δγ remmer duvelisib voor recidiverend of refractair T-cel lymfoom (R/R TCL) geïnventariseerd. Dr. Santosha Vardhana (MSKCC) en collega’s publiceren publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 98 patiënten die hetzij duvelisib plus romidepsine kregen (n=66) of duvelisib plus bortezomib (n=32). Het primair eindpunt van fase 1b was identificeren van de hoogst-verdragen dosering van duvelisib, die 75 mg tweemaal daags bleek te zijn in combinatie met romidepsine en 25 mg tweemaal daags in combinatie met bortezomib. De met deze doseringen meest-gerapporteerde adverse events (primair eindpunt van fase 2a) waren neutropenie (42%) en vermoeiheid (37%) met duvelisib plus romidepsine en diarree (48%) en neutropenie (30%) met duvelisib plus bortezomib. Duvelisib plus romidepsine resulteerde in minder hepatotoxiciteit (14%) dan duvelisib monotherapie in een eerdere studie (40%).

Secundaire eindpunten van fase 2a waren overall response rate (ORR) en complete response rate (CRR). ORR en CRR waren 55% respectievelijk 34% onder patiënten die werden behandeld met duvelisib plus romidepsine en 34% respectievelijk 13% onder patiënten die werden behandeld met duvelisib plus bortezomib. Onder patiënten met perifeer T-cel lymfoom die duvelisib plus romidepsine kregen waren ORR en CRR 56% respectievelijk 44%, met in exploratieve analyses hogere responspercentages in patiënten met folliculair helper T-cel subtype.

De onderzoekers concluderen dat combinatie van PI3K- en HDAC-remming veelbelovende activiteit had onder patiënten met R/R TCL.

1.Horwitz SM, Nirmal AJ, Rahman J et al. Duvelisib plus romidepsin in relapsed/refractory T cell lymphomas: a phase 1b/2a trial. Nature Med 2024-03076-6

Summary: A phase 1b-2a trial at two centers in the USA found promising activity and acceptable toxicity of the combination of duvelisib and romidepsin in patients with relapsed or refractory T cell lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van skelet-gerelateerde gebeurtenissen in patiënten met botmetastasen van melanoom (0)
2024-06-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  bone metastatic melanoma SREs
Dr. Joseph SchwabMetastische botziekte wordt gezien in tot 17% van de patiënten met melanoom. Een retrospectieve studie heeft de incidentie van skelet-gerelateerde gebeurtenissen (SREs) en voorspellers daarvan na de diagnose botmetastase geïnventariseerd. Dr. Joseph Schwab (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Surgical Oncology.1

De studie includeerde 481 patiënten met een diagnose botmetastase van melanoom tussen 2008 en 2018. Het primaire eindpunt was incidentie van SRE. Eén jaar na de diagnose hadden 258 patiënten (52%) een SRE doorgemaakt, en was pathologische botfractuur gezien in 137 patiënten (28%). Baseline-voorspellers van SREs na negentig dagen en één jaar waren lytische lesies, botpijn, verhoogd calcium, verhoogd lymfocytengetal, en afgenomen albumine- en hemoglobineniveaus. Dezelfde factoren met uitzondering van hemoglobine voorspelden SREs na een jaar.

De onderzoekers concluderen dat patiënten met botmetastasen van melanoom een hoog risico van SREs en fracturen hebben.

1.Shimizu MR, de Groot TM, Twining PK et al. Factors associated with skeletal-related events in patient with bone metastatic melanoma: a retrospective study of 481 patients. J Surg Oncol 2024.27731

Summary: A retrospective study at Massachusetts General Hospital found that among patients with bone metastatic melanoma, the incidence of skeletal-related events and pathological fracture was 52% and 28% at one year, respectively.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-2 studie van linvoseltamab voor recidiverend of refractair multipel myeloom (0)
2024-06-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  RRMM linvoseltamab
Prof. Madhav DhodapkarLinvoseltamab is een BCMA x CD3 bispecifiek antilichaam. Een multicenter fase 1-2 studie in de Verenigde Staten heeft linvoseltamab geëvalueerd voor recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM) met progressie na tenminste drie lijnen behandeling of triple-refractair tegen proteasoomremmer, immuunmodulerend agens, en een anti-CD38 monoklonaal antilichaam. Prof. Madhav Dhodapkar (Emory University, Atlanta GA) en collega’s publiceren fase 2-resultaten van de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

Fase 2 includeerde 117 patiënten die linvoseltamab 200 mg kregen (eens per week tot en met week veertien, en vervolgens eens per twee weken; patiënten met tenminste zeer goede partiële respons na 24 weken kregen vanaf dat moment linvoseltamab 200 mg eens per vier weken. De mediane leeftijd van de patiënten was 70 jaar, 39% had high-risk cytogenetics, en 28% had penta-refractaire ziekte. Het primaire eindpunt van fase 2 was overall response rate (ORR). Na mediaan 14,3 maanden follow-up was de ORR 71%, met complete respons in 50%. De mediane duur van respons onder de 83 patiënten met respons was 29,4 maanden (95%-bti 19,2-NE). De meest-gerapporteerde adverse events waren cytokine release syndrome (35,0% graad 1; 10,3% graad 2; 0,9% graad 3), neutropenis 0,9% graad 2; 18,8% graad 3; 23,1% graad 4), en anemie (3,4% graad 1; 4,3% graad 2; 30,8% graad 3). ICANS werd gezien in 7,7% (2,6% elk graad 1, 2, en 3). Infecties werden gerapporteerd voor 74,4% (33,3% graad 3; 2,6% graad 4), met afnemende frequentie en ernst van de infecties in de loop van de tijd.

De onderzoekers concluderen dat linvoseltamab 200 mg onder RRMM-patiënten diepe en duurzame responsen induceerde, met een mediane duur van respons van 29,4 maanden, en een acceptabel veiligheidsprofiel had.

1.Bumma N, Richter J, Jagannath S et al. Linvoseltamab for treatment of relapsed/refractory multiple myeloma. J Clin Oncol 2024.01008

Summary: A multicenter phase 1-2 trial in the United States found an acceptable safety profile and promising activity of linvoseltamab for relapsed or refractory multiple myeloma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn follow-up van multinationale fase 3-studie CASSIOPEIA (0)
2024-06-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  long-term follow-up of CASSIOPEIA transplantation-eligible NDMM D-VTd versus VTd
Prof. Philippe MoreauDe fase 3-studie CASSIOPEIA, in 111 centra in Europa, randomiseerde (voor transplantatie in aanmerking komend)e patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (NDMM) naar pre-transplantatie inductie en post-transplantatie consolidatie met daratumumab, bortezomib, thalidomide, en dexamethason (D-VTd; n=543) of alleen VTd (n=542), gevolgd door re-randomisatie naar daratumumab-onderhoudsbehandeling (n=442) of observatie (n=444) van patiënten met partiële respons of beter. Eerder is gepubliceerd dat in de D-VTd-groep, vergeleken met de VTd-groep, diepte van respons en progressievrije overleving superieur waren, en dat na de tweede randomisatie daratumumab-onderhoudsbehandeling, vergeleken met observatie, resulteerde in significant betere PFS en minimaal residuele ziekte (MRD)-negativiteitspercentages. Prof. Philippe Moreau (Academisch Ziekenhuis Nantes, Frankrijk) en collega’s publiceren nu in The Lancet Oncology lange-termijn follow-up resultaten van CASSIOPEIA.1


Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 80,1 maanden (IQR 75,7-85,6) na de eerste randomisatie en 70,6 maanden (66,4-76,1) na de tweede randomisatie. De mediane PFS vanaf de tweede randomisatie was significant langer in de daratumumab-onderhoudsgroep dan in de observatiegroep (niet bereikt versus 45,8 maanden; HR 0,49; p<0,0001). D-VTd gevolgd door daratumumab-onderhoud vergeleken met D-VTd gevolgd door observatie resulteerde in niet-bereikte mediane PFS versus 72,1 maanden (HR 0,76; p=0,048). VTd gevolgd door daratumumab-onderhoud versus VTd gevolgd door observatie resulteerde in niet-bereikte mediane PFS versus 32,7 maanden (HR 0,34; p<0,0001).

De onderzoekers concluderen dat deze lange-termijn resultaten van CASSIOPEIA laten zien dat inclusie van daratumumab in de inductie-, consolidatie-, en onderhoudsfase resulteerde in significante verbetering van de PFS van NDMM-patiënten.

1.Moreau P, Hulin C, Perrot A et al. Bortezomib, thalidomide, and dexamethasone with or without daratumumab and followed by daratumumab maintenance or observation in transplant-eligible newly diagnosed multiple myeloma: long-term follow-up of the CASSIOPEIA randomised controlled phase 3 trial. Lancet Oncol 2024-00282-1

Summary: Long-term follow-up of the multinational phase 3 CASSIOPEIA trial found that among transplant-eligible NDMM patients, inclusion of daratumumab in both the induction and consolidation phase and the maintenance phase led to superior PFS outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Chemotherapie plus osimertinib na progressie van EGFR-gemuteerd aNSCLC op eerstelijns osimertinib: real-world uitkomsten (0)
2024-06-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  EGFR-mutated advanced non-small cell lung cancer
Dr. Stephanie SawPatiënten met EGFR-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) hebben na progressie op eerstelijns osimertinib weinig opties. Een retrospectieve studie in Singapore en Hong Kong heeft real-world uitkomsten met toevoegen van pemetrexed-platina chemotherapie aan voortzetting van osimertinib geïnventariseerd. Dr. Stephanie Saw (National Cancer Centre, Singapore) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 60 patiënten (32 mannen en 28 vrouwen; mediane leeftijd bij diagnose 62 jaar). L858R-mutatie werd gezien in 43,3%. Baseline CNS metastasen waren aanwezig in 66,7%. De mediane tijd tot behandelfalen op osimertinib (TTF1) was 14,4 maanden, en de mediane tijd tot toevoegen van pemetrexed-platina aan voortgezet osimertinib was 41 dagen na progressie (range 0-652). Partiële respons of stabiele ziekte op pemetrexed-platina-osimertinib werd gezien in 81,7%, en intracraniële ziektecontrole in 90,6% van patiënten met meetbare CNS-metastasen.


De figuur laat zien dat de mediane tijd tot behandelfalen op pemetrexed-platina-osimertinib (TTF2) 6,6 maanden was. De mediane TTF1 plus TTF2 was 23,4 maanden. De mediane overall survival was 34,2 maanden. De behandeling was ook effectief onder patiënten met L858R-mutatie en onder patiënten met baseline CNS-metastasen. Duur van TTF1 was niet significant geassocieerd met TTF2 (p=0,76). Patiënten die chemotherapie-osimertinib startten binnen twintig dagen na progressie hadden significant langere TTF2 dan patiënten die pas later chemotherapie-osimertinib startten (mediaan 8,4 versus 6,0 maanden; p=0,03).

De onderzoekers concluderen dat deze real-world spoedig toevoegen van chemotherapie na progressie op eerstelijns osimertinib steunen.

1.Saw SPL, Low YF, Lai GGY et al. Real-world outcomes of pemetrexed-platinum chemotherapy plus osimertinib after progression on first-line osimertinib in advanced EGFR-mutated NSCLC. Lung Cancer 2024.107856

Summary: A retrospective study at three centers in Singapore and Hong Kong found that among real-world patients with progression of EGFR-mutated aNSCLC on first-line osimertinib, addition of pemetrexed-platinum chemotherapy to osimertinib is effective, including patients with L858R disease and patients with baseline CNS metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Secundaire primaire maligniteiten na CD19-gerichte CAR T-celtherapie voor lymfomen (0)
2024-06-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CART-SIE study CAR-T for lymphomas SPMs
Dr. Annalisa ChiappellaIn patiënten met hematologische maligniteiten kunnen tweede primaire maligniteiten (SPMs) voorkomen, zowel als gevolg van genetische gevoeligheid als vanwege DNA-beschadigende behandelingen, zoals chemotherapie, radiotherapie en autologe of allogene stamceltransplantatie. Er is geen duidelijkheid over het risico van SPMs na CAR T-celtherapie voor hematologische maligniteiten. De prospectieve observationele CART-SIE studie, in 21 centra in Italië, heeft voorkomen van SPMs na CD19-gerichte CAR T-celtherapie voor recidiverende of refractaire non-Hodgkin lymfomen geïnventariseerd. Dr. Annalisa Chiappella (Istituto Nazionale dei Tumori, Milaan) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 651 patiënten die tussen begin 2019 en eind 2023 CAR T-celtherapie kregen en tenminste 30 dagen follow-up hadden. Iets meer dan driekwart (75,1%) van de patiënten had diffuus grootcellig B-cel lymfoom of hooggradig B-cel lymfoom; 12,9% had mantelcellymfoom; 11,7% had primair mediastinaal B-cel lymfoom. De CAR T-celtherapie was axicabtagene ciloleucelcel in 47,9% van de patiënten, tisagenlecleucel in 38,9% en brexucabtagene autoleucel in 13,2%. De mediane follow-up was 12,2 maanden. SPMs werden gediagnostiseerd in 28 patiënten (4,3%) waaronder 25 hematologische SPMs (3,8%) waaronder 21 myeloïde maligniteiten en 4 lymfoïde maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat de frequentie van SPMs na CD19-gerichte CAR T-celtherapie voor lymfomen relatief laag was.

1.Barone A, Chiapella A, Casadei B et al. Secondary primary malignancies after CD-19 directed CAR-T-cell therapy in lymphomas: a report from the Italian CART-SIE study. Br J Haematol 2024.19590

Summary: The multicenter prospective CART-SIE study in Italy found that the frequency of secundary primary malignancies after CD19-directed CAR T-cell therapy in lymphomas was relatively low.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van epcoritamab voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom (0)
2024-06-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  EPCORE NHL-1 R R FL epcoritamab
Dr. Kim LintonEpcoritamab is een nieuw CD3 x CD20 bispecifiek antlichaam. In een fase 2-cohort van de multicohort EPCORE NHL-1, in 88 centra in vijftien landen, is epcoritamab monotherapie geëvalueerd als derde- of laterelijns behandeling voor recidiverend of refractair folliculair lymfoom (R/R FL). Dr. Kim Linton (University of Manchester, UK) en collega’s publiceren resultaten van het cohort in The Lancet Haematology.1


Het cohort telde 128 patiënten (mediane leeftijd 65 jaar; IQR 55-72) met CD20+ R/R FL en een ECOG performance status 2 of beter die tenminste twee eerdere lijnen behandeling hadden gekregen.De patiënten kregen subcutaar epcoritamab in vier-weekse cycli: wekelijks in de eerste drie cycli, tweewekelijks in cycli vier tot en met negen, en vervolgens elke vier weken tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Om het risico van cytokine release syndrome te verlagen werd in de eerste cyclus step-up dosing plus profylactisch prednisolon gebruikt. Primaire eindpunten waren centraal onafhankelijk beoordeelde respons en veiligheid.

De overall response rate was 82,0% (95%-bti 74,3-88,3) met complete respons in 62,5% (53,5-70,9). De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 treatment-emergent adverse event was neutropenie (25% van de patiënten). Graad 1 of 2 CRS werd gerapporteerd voor 65% van de patiënten en graad 3 CRS voor twee patiënten (2%). Graad 1 of 2 ICANS werd gezien in acht patiënten (6%).

De onderzoekers concluderen dat epcoritamab monotherapie klinisch relevante activiteit en manageable veiligheid had onder patiënten met R/R FL.

1.Linton KM, Vitolo U, Jurczak W et al. Epcoritamab monotherapy in patients with relapsed or refractory follicular lymphoma (EPCORE NHL-1): a phase 2 cohort of a single-arm, multicentre study. Lancet Haematol 2024-00166-2

Summary: A phase 2 cohort of the multinational, multicohort EPCORE NHL-1 study found clinically meaningful activity of epcoritamab monotherapy as third or later line therapy for relapsed or refractory follicular lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)