Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van neoadjuvant camrelizumab plus chemotherapie en apatinib voor squameus celcarcinoom van de slokdarm (0)
2024-04-07 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ESCC neoadjuvant camrelizumab plus chemotherapy and apatinib
Immuuntherapie heeft werkzaamheid laten zien voor gevorderd squameus celcarcinoom van de slokdarm (ESCC). Immuuntherapie in combinatie met chemotherapie en anti-angiogene therapie voor ESCC zou synergistische werkzaamheid kunnen hebben. Een fase 2-studie van Zhejiang Universiteit (Hangzhou, China) heeft deze combinatie als neoadjuvante therapie voor resectabel lokaal-gevorderd (LA)-ESCC geëvalueerd. Dr. Ming Wu en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde LA-ESCC patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar. De patiënten kregen twee of drie twee-weekse cycli neoadjuvante therapie met camrelizumab, nedaplatine, nab-paclitaxel, en apatinib, gevolgd door chirurgie vier tot zes weken na voltooiing van de neoadjuvante therapie. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR) in de tumor en lymfeklieren.

De studie includeerde 42 patiënten. Ziektecontrole werd gezien in alle patiënten, en objectieve respons in 83,3% (95%-bti 68,6-93,0). Zes patiënten (14,3%) hadden graad 3 adverse events. Minimaal-invasieve oesofagectomie werd uitgevoerd in 41 patiënten (in alle gevallen R0 resectie). pCR werd gezien in 18 patiënten (43,9%; 95%-bti 28,5-60,3). De mediane duur van follow-up was 23 maanden, en het twee-jaars overall survival percentage bedroeg 85,9%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van camrelizumab, chemotherapie, en apatinib als neoadjuvant therapie voor LA-ESCC veelbelovende werkzaamheid en acceptabele veiligheid had.

1.Wu Z, Wu C, Zhao J et al. Camrelizumab, chemotherapy and apatinib in the neoadjuvant treatment of resectable oesophageal squamous cell carcinoma: a single-arm phase 2 trial. eClinMed 2024.102579

Summary: A phase 2 trial at Zhejiang University (Hangzhou, China) found that the combination of camrelizumab, chemotherapy, and apatinib had promising activity and acceptable safety as neoadjuvant treatment for locally advanced esophageal squamous cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Assocatie tussen PSA-screening en prostaatcarcinoom-mortaliteit na vijftien jaar follow-up (0)
2024-04-07 11:51   ( Nieuws )
Tags:  CAP trial PSA screening and 15-year prostate cancer mortality
Prof. Richard MartinDe Cluster Randomized Trial of PSA Testing for Prostate Cancer (CAP) in Engeland en Wales rapporteerde geen effect van PSA-screening onder mannen in de leeftijd van vijftig tot zeventig jaar op prostaatcarcinoom-mortaliteit na mediaan tien jaar follow-up. De langere-termijn effecten van de screening zijn nog onduidelijk. Prof. Richard Martin (University of Bristol, UK) en collega’s publiceren in JAMA resultaten van CAP na vijftien jaar follow-up.1



De studie includeerde 415.357 mannen die patiënten waren van 573 huisartsenpraktijken. Per praktijk werden de mannen tussen 2001 en 2008 gerandomiseerd naar wel (n=195.912) of niet (n=219.445) een eenmalige uitnodiging voor een PSA-test. Na mediaan 15 jaar follow up waren 1199 mannen in de interventiegroep (0,69%; 95%-bti 0,65-0,73) en 1451 mannen in de controlegroep (0,78%; 0,73-0,82) overleden aan prostaatcarcinoom (RR 0,92; p=0,03). All-cause mortaliteit trof 23,2% van de mannen in de interventiegroep en 23,3% van de mannen in de controlegroep (p=0,11).

De onderzoekers concluderen dat onder mannen in de leeftijd van vijftig tot zeventig jaar een eenmalige uitnodiging voor een PSA-screeningstest resulteerde in statistisch significante verlaging van de mortaliteit aan prostaatcarcinoom na vijftien jaar, maar dat de absolute verlaging van de mortaliteit gering was.

1.Martin RM, Turner EL, Young GJ et al. Prostate-specific antigen screening and 15-year prostate cancer mortality. A secondary analysis of the CAP randomized clinical trial. JAMA 2024.4011

Summary: Fifteen-year follow-up of the CAP trial found that compared with no invitation for routine PSA testing, a single invitation for a PSA screening test reduced prostate cancer mortality, but the absolute mortality benefit was small.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

MRI-geleide optimalisering van duur van neoadjuvante chemotherapie voor stadium II of III HER2-positief mammacarcinoom (0)
2024-04-06 15:00   ( Nieuws )
Tags:  phase 2 TRAIN-3 study
Prof. Gabe SonkePatiënten met stadium II of III HER2-positief mammacarcinoom (BC) hebben goede uitkomsten met de combinatie van neoadjuvante chemotherapie en HER2-gerichte middelen. Een hoger aantal cycli neoadjuvante chemotherapie is over het algemeen geassocieerd met hogere percentages patiënten met pathologisch complete respons (pCR), maar vroege complete respons is niet ongebruikelijk. De fase 2-studie TRAIN-3, in 43 centra in Nederland, heeft onderzocht of de duur van de chemotherapie kan worden geïndividualiseerd op basis van MRI-beoordeelde respons. Prof. Gabe Sonke (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren eerste resultaten van de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 235 patiënten met HR-positief HER2-positief BC en 232 patiënten met HR-negatief HER2-positief BC. De patiënten hadden een WHO performance status 0 of 1, en de mediane leeftijd was 51 jaar (IQR 43-59). Ze kregen ten hoogste negen cycli neoadjuvante therapie met paclitaxel, trastuzumab, carboplatine, en pertuzumab. De respons werd iedere drie cycli gemonitord met borst-MRI en lymfeklierbiopsie. De patiënten ondergingen chirurgie zodra radiologisch complete respons was vastgesteld. Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving na drie jaar; follow-up voor dit eindpunt is ongoing. De nu gepubliceerde analyse betreft de radiologische en pathologische responspercentages onder patiënten die chirurgie ondergingen, en toxiciteitsgegevens van alle patiënten die tenminste één cyclus behandeling kregen.

De mediane duur van follow-up was 26,4 maanden (IQR 22,9-32,9) voor de patiënten met HR-negatieve ziekte en 31,6 maanden (25,6-35,7) voor de patiënten met HR-positieve ziekte. Onder de patiënten met HR-negatieve tumoren werd radiologische respons na drie cycli gezien in 36% (95%-bti 30-43), na zes cycli in 60% (53-66), en na negen cycli in 73% (66-78); onder de patiënten met HR-positieve tumoren waren deze percentages 29% (24-36), 51% (44-57), en 59% (53-66). Onder de HR-negatieve patiënten met radiologisch complete respons werd pCR gezien in 87% (95%-bti 81-92); onder de HR-positieve patiënten met radiologisch complete respons werd pCR gezien in 53% (44-61). De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse events waren neutropenie (37% van de patiënten), anemie (16%), en diarree (12%). Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat ongeveer eenderde van de patiënten met stadium II of III HR-negatief HER2-positief BC al na drie cycli neoadjuvante systemische therapie pCR had. Complete respons op borst-MRI zou kunnen bijdragen aan het identificeren van patiënten in wie de duur van neoadjuvante chemotherapie verkort kan worden, hoewel de analyse van het primaire eindpunt dient te worden afgewacht.

1.Van der Voort A, Louis FM, van Ramshorst MS et al. MRI-guided optimisation of neoadjuvant chemotherapy duration in stage II-III HER2-positive breast cancer (TRAIN-3): a multicentre, single-arm, phase 2 study. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Interim analysis of the multicenter phase 2 TRAIN-3 trial in The Netherlands found that a third of patients with stage II or III HR-negative and HER2-positive breast cancer had a complete pathological response after only three cycles of neoadjuvant systemic therapy. Complete response on breast MRI could help identify these patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van MRI-gebaseerde versus PSA-gebaseerde screening op prostaatcarcinoom (0)
2024-04-06 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MRI-based versus PSA-based PCa screening
Prof. Shahrokh ShariatProstaat-MRI wordt in toenemende mate gebruikt in de screening op prostaatcarcinoom (PCa). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de diagnostische waarde van MRI-gebaseerde screening vergeleken met die van PSA-gebaseerde screening. Prof. Shahrokh Shariat (Medische Universiteit Wenen) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

In PubMed/MEDLINE, Embase, Cochrane/Central, Scopus, en Web of Science tot en met mei 2023 identificeerden de onderzoekers twaalf voor het onderwerp relevante gerandomiseerde studies of prospectieve cohortstudies die rapporteerden over de diagnostische waarde van prostaat-MRI in de setting van PCa-screening. De studies telden tezamen 80.114 deelnemers. Vergeleken met standaard PSA-gebaseerde screening resulteerde gebruik van MRI als sequentiële screening (PI-RADS score ≥ 3 cutoff voor biopsie) geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van detectie van klinisch significant PCa (csPSA; gedefinieerd als ISUP graad 2 of hoger) in geval van positief testresultaat (OR 4,15; p≤0,001), lagere waarschijnlijkheid van biopsie (0,28; p≤0,001), en lagere waarschijnlijkheid van detectie van klinisch niet-significant PCa (0,34; p=0,002), zonder significant verschillen in de dectectie van csPCa (1,02; p=0,86). Implementatie van een PI-RADS score 4 drempel voor biopsieselectie was geassocieerd met verdere verlaging van de waarschijnlijkheid van detectie van klinisch niet-significant PCa (OR 0,23; p=0,048) en uitgevoerde biopsie (0,19; p=0,01) zonder verschillen in csPCa-detectie (0,85; p=0,22).

De onderzoekers concluderen dat integratie van MRI in PCa-screening geassocieerd was met vermindering van gebruik van niet-noodzakelijke biopsie en overdiagnose van insignificant PCa met behoud van csPCa-detectie vergeleken met alleen-PSA screening.

1.Fazekas T, Shim SR, Basile G et al. Magnetic resonance imaging in prostate cancer screening. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2024.0734

Summary: Systematic review and meta-analysis of 12 randomized or prospective cohort studies (80,114 men) found that integrating MRI in prostate cancer screening was associated with reduced number of unnecessary biopsies and overdiagnosis of insignificant prostate cancer while maintaining clinically significant prostate cancer detection as compared with PSA-only screening.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prevalentie van functionele beperkingen in Amerikaanse overlevers van maligniteiten (0)
2024-04-06 12:00   ( Nieuws )
Tags:  prevalence of functional disability among US cancer survivors
Dr. Jennifer LigibelHet Behavioral Risk Factor Surveillance System inventariseert door middel van telefonische surveys gezondheids-gerelateerde gegevens van inwoners van de Verenigde Staten. Per jaar worden meer dan 400.000 volwassenen ondervraagd. Een analyse van de resultaten over de jaren 2017 tot en met 2022 heeft prevalentie van functionele beperkingen in overlevers van maligniteiten vergeleken met die van personen zonder geschiedenis van een maligniteit. Dr. Jennifer Ligibel (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde 47.768 volwassen overlevers van maligniteiten en 2.432.754 controlepersonen. De functionele beperkingen die geanalyseerd werden waren mobiliteitsbeperkingen (ernstige problemen met lopen en beklimmen van trappen) en zelfverzorgings beperkingen (problemen met aankleden of wassen). De prevalentie van mobiliteitsbeperkingen (27,9% versus 13,4%) en zelfverzorgings beperkingen (7,4% versus 3,8%) was hoger onder de overlevers dan onder de controlepersonen. In multivariabele analyse hadden de overlevers hogere waarschijnlijkheid van rapporteren van mobiliteits- (OR 1,21; 95%-bti 1,16-1,26) en zelf-verzorgings (1,19; 1,10-1,29) beperkingen dan controlepersonen. De prevalentie van mobiliteits- (34,9% versus 26,3%) en zelfverzorgings- (9,8% versus 6,7%) was hoger onder overlevers die actieve behandeling kregen dan onder overlevers die hun behandeling voltooid hadden. Overlevers uit raciale of etnische minderheidsgroepen, met hogere body mass index, lage fysieke activiteit, laag opleidingsniveau, laag inkomen, en maligniteiten/behandeling gerelateerde pijn hadden hogere prevalentie van de beperkingen.

De onderzoekers concluderen dat meer dan een kwart van de Amerikaanse overlevers van maligniteiten mobiliteitsbeperkingen rapporteert, en bijna 10% zelfverzorgings beperkingen.

1.Cao C, Yang L, Schmitz KH, Ligibel JA. Prevalence and cancer-specific patterns of functional disability among US cancer survivors, 2017-2022. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Analysis of results of the Behavioral Risk Factor Surveillance System (2017-2022) found that over a quarter of US cancer survivors reported mobility disability, and nearly 10% reported self-care disability.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Noninferioriteitsstudie van achterwege laten van axillaire dissectie in mammacarcinoom met schildwachtkliermetastasen (0)
2024-04-05 15:00   ( Nieuws )
Tags:  SENOMAC trial breast cancer with sentinel-node metastases omitting axillary dissection
Dr. Jana de BonifaceEr is geen duidelijkheid over de noodzaak van axillary lymph node dissection (ALND) in patiënten met klinisch kliernegatief mammacarcinoom en schildwachtklier (SLN)-metastasen. De multinationale fase 3-noninferioriteitsstudie SENOMAC heeft de veiligheid van achterwege laten van ALND in deze patiënten geëvalueerd. Dr. Jana de Boniface (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren resultaten voor het eindpunt recidiefvrije overleving (RFS) in de studie in The New England Journal of Medicine.1



SENOMAC, uitgevoerd in vijf landen, includeerde patiënten met klinisch kliernegatief T1 tot en met T3 mammacarcinoom met één of twee SLN-macrometastasen (meer dan 2 mm in grootste diameter). De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar ALND (n=1205) of alleen SLN-biopsie (SLNB; n=1335). Radiotherapie inclusief nodal target volumes werd gegevens aan 88,4% van de ALND-patiënten en 89,9% van de SLNB-patiënten. De mediane duur van follow-up was 46,8 maanden. Recidief of overlijden werd gezien in 191 patiënten in de twee groepen tezamen. De figuur laat zien dat het vijf-jaars RFS-percentage 89,7% (95%-bti 87,5-91,9) was in de SLNB-groep en 88,7% (86,3-91,1) in de ALND-groep.

De onderzoekers concluderen dat alleen SLNB resulteerde in niet-slechtere RFS vergeleken met ALND onder patiënten met klinisch kliernegatief mammacarcinoom met SLN-macrometastasen, van wie de meerderheid nodale radiotherapie kregen (quick take video summary).

1.De Boniface J, Filtenborg Tvedskov T, Rydén L et al. Omitting axillary dissection in breast cancer with sentinel-node metastases. N Engl J Med 2024;390:1163-1175

Summary: The multinational noninferiority phase 3 SENOMAC trial found that omission of complete axillary lymph node dissection was noninferior to more extensive surgery in patients with clinically node-negative breast cancer who had sentinel-node macrometastases, most of whom received nodal radiation therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van tweedelijns FOLFIRI plus durvalumab met of zonder tremelimumab voor gevorderd G/GEJ-adenocarcinoom (0)
2024-04-05 13:30   ( Nieuws )
Tags:  DURIGAST trial aG GEJ adenocarcinoma FOLFIRI plus durvalumab with or without tremelimumab
Prof. David TougeronDe werkzaamheid van tweedelijns chemotherapie voor gevorderd adenocarcinoom van maag of slokdarm-maagovergang (G/GEJ-adenocarcinoom) is beperkt. De gerandomiseerde niet-comparatieve fase 2-studie PRODIGE 59-FFCD 1707-DURIGAST in 37 centra in Frankrijk heeft de combinatie van tweedelijns FOLFIRI plus durvalumab (anti-PD-L1) met of zonder tremelimumab (anti-CTLA-4) voor gevorderd G/GEJ-adenocarcinoom geëvalueerd. Prof. David Tougeron (Centre Hospitalier Universitaire de Poitiers) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 96 patiënten (28 vrouwen) met gevorderd G/GEJ-adenocarcinoom en progressie na eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie. De mediane leeftijd was 59,7 jaar, 53,3% van de patiënten hadden GEJ-tumoren. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar FOLFIRI plus durvalumab (FD-groep; n=48) of FOLFIRI plus durvalumab plus tremelimumab (FDT-groep; n=48). Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving na vier maanden. De vier-maands PFS-percentages waren 44,7% in de FD-groep en 55,6% in de FDT-groep, waarmee niet voldaan werd aan de vooraf-gespecificeerde criteria voor werkzaamheid. De objective response rates waren 34,7% met FD en 37,7% met FDT; de mediane progressievrije overleving was 3,8 en 5,4 maanden; en de mediane overall survival was 13,2 maanden en 9,5 maanden. Ziektecontrole na een jaar werd gezien in 14,9% en 24,4%. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 47,8% van de patiënten in beide armen.

De onderzoekers concluderen dat combinatie van FOLFIRI met immuuncheckpointremmers als tweedelijns behandeling voor gevorderd G/GEJ-adenocarcinoom een acceptabel veiligheidsprofiel had maar slechts in een subgroep van patiënten antitumoractiviteit had (visual abstract).

1.Tougeron D, Dahan L, Evesque L et al. FOLFIRI plus durvalumab with or without tremelimumab in second-line treatment of advanced gastric or gastroesophageal junction adenocarcinoma. The PRODRIGE 59-FFCD 1707-DURIGAST randomized clinical trial. JAMA Oncol 2024.0207

Summary: The multicenter phase 2 DURIGAST trial in France found that the combination of FOLFIRI with immune checkpoint inhibitors as second-line treatment for advanced G/GEJ adenocarcinoma had acceptable safety but had antitumor activity only in a subgroup of patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van cisplatine plus gemcitabine en IMRT voor lokaal-gevorderd vulva squameus celcarcinoom (0)
2024-04-05 12:00   ( Nieuws )
Tags:  GOG Study 279 LA VSCC cisplatine plus gemcitabine and IMRT
Dr. Neil HorowitzEr is geen duidelijkheid over de optimale behandeling van lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van de vulva in patiënten die niet in aanmerking komen voor chirurgie. De multicenter fase-2 NRG Oncology/GOG Study 279 in de Verenigde Staten heeft de combinatie van cisplatine en gemcitabine met intensiteit-gemoduleerde radiotherapie (IMRT) voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Neil Horowitz (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 57 patiënten, van wie 52 evalueerbaar waren. De mediane leeftijd was 58 jaar (range 25-58). Veertig patiënten (77%) hadden stadium II of III ziekte. De patiënten kregen 64 Gy IMRT naar de vulva en 50-64 Gy naar de liezen en lage pelvis, in combinatie met cisplatine 40 mg/m2 en gemcitabine 50 g/m2 eens per week tijdens de radiotherapie. Het mediane aantal chemotherapiecycli was 6 (range 1-8). Het primaire eindpunt was complete pathologische respons (CPR). CPR werd gezien in 38 patiënten (73%; 90%-bti 61-83). Het 12-maands progressievrije-overlevingspercentage was 74% (90%-bti 62,2-82,7) en het 24-maands overall survival percentage was 70% (57-79). De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse events waren hematologische toxiciteit en stralingsdermatitis. Er was één graad 5 gebeurtenis die waarschijnlijk niet samenhing met de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat wekelijks cisplatine en gemcitabine in combinatie met IMRT activiteit had voor lokaal-gevorderd vulvacarcinoom in patiënten die niet in aanmerking kwamen voor chirurgie.

1.Horowitz NS, Deng W, Peterson I et al. Phase II trial of cisplatin, gemcitabine, and intensity-modulated radiation therapy for locally advanced vulvar squamous cell carcinoma: NRG Oncology/GOG Study 279. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found activity of cisplatin plus gemcitabine in combination with IMRT for patients with locally advanced vulvar cancer not amenable to surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)