
De studie includeerde 70 patiënten met cT2-T3N0M0 MIBC, die NAC ondergingen met versneld methotrexaat, vinblastine, doxorubicine, en cisplatine (AMVAC). Voor de start van NAC werden tumormonsters getest op mutaties in ATM, ERCC2, FANCC, en RB1. De 25 patiënten met tenminste één mutatie en cT0 na NAC begonnen aan AS. Met mediaan 40 maanden follow-up was het twee-jaars percentage voor metastasevrije overleving (MFS) 72,9% onder alle patiënten waarmee het primaire eindpunt van de studie niet bereikt werd. Het twee-jaars MFS-percentage was 76,0% in de AS-groep en 71,1% in de overige patiënten. In de AS-groep waren 12 patiënten (48%) metastasevrij met een intacte blaas.
De onderzoekers concluderen dat patiënten met MIBC die neoadjuvant AMVAC kregen gevolgd door een risico-gebaseerde benadering van lokale consolidatie een twee-jaars MFS-percentage van 72,9% hadden. Hoewel het primaire eindpunt niet bereikt werd, hadden 17% van alle patiënten en 48% van de AS-groep geen metastatische ziekte zonder cystectomie te ondergaan.
1.Geynisman DM, Abbosh PH, Ross E et al. Phase II trial of risk-enabled therapy after neoadjuvant chemotherapy for muscle-invasive bladder cancer. J Clin Oncol 2024-01214
Summary: The phase 2 RETAIN 1 trial at Fox Chase Cancer Center (Philadelphia, PA) found that among patients with cT2T3N0M0 muscle-invasive bladder cancer a combination of biomarker selection and clinical staging could identify patients for cystectomy-sparing active surveillance.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)