
Het cohort includeerde 92 patiënten onder wie 36 neoadjuvant ICI-gebaseerde immuuntherapie kregen en 56 upfront chirurgie ondergingen. De meerderheid (61,1%) van de patiënten die neoadjuvante immuuntherapie kregen viel buiten de standaard resectabiliteitscriteria en had een hogere waarschijnlijkheid van kenmerken dit geassocieerd zijn met risico van recidief, zoals AFP ≥ 400 ng/ml, tumordiameter ≥ 5 cm, poortaderinvasie, en multifocaliteit. In de groep patiënten die neoadjuvante immuuntherapie kregen werden vergelijkbare percentages marge-negatieve resectie bereikt. De figuur laat zien dat de recidiefvrije overleving en overall survival niet slechter waren dan in de groep patiënten die upfront chirurgie ondergingen (mediane RFS 44,8 maanden vergeleken met 49,3 maanden; p=0,66; en mediane OS niet bereikt in beide groepen). Er was een niet-significante trend van betere RFS onder de patiënten met pathologische respons op neoadjuvante immuuntherapie.
De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante immuuntherapie het percentage hoog-risico HCC-patiënten die in aanmerking komen voor chirurgische resectie kan verhogen, waarna de klinische uitkomsten niet verschillen van die van patiënten die wel upfront chirurgie kunnen ondergaan.
1.Nakazawa M, Fang M, Vong T et al. Impact of neoadjuvant immunotherapy on recurrence-free survival in patients with high-risk localized HCC. Cancer Res Comm 2024; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at Johns Hopkins Hospital (Baltimore, MD) found that among patients with localized HCC, neoadjuvant immunotherapy may allow high-risk patients, including those who are outside traditional resectability criteria, to achieve comparable clinical outcomes to those who undergo upfront resection.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)