Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 1b-studie van sotarasib plus panitumumab voor chemorefractair colorectaalcarcinoom met KRAS-G12C mutatie (0)
2024-01-05 13:00   ( Nieuws )
Tags:  CodeBreaK 101 substudy
Prof. David HongDe huidige derde- en laterelijns opties voor RAS-mutant metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) hebben slechts beperkte werkzaamheid. Een fase 1b-substudie van het CodeBreaK 101-protocol in de Verenigde Staten en Japan heeft de combinatie van sotorasib (KRAS-G12C remmer) en panitumumab (EGFR-remmer) voor chemotherapie-refractair KRAS-G12C gemuteerd mCRC geëvalueerd. Prof. David Hong (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 48 patiënten die sotorasib 960 mg eenmaal daags plus panitumumab 6 mg/kg iedere twee weken kregen voor eerder-behandeld KRAS-G12C gemuteerd mCRC. Primaire eindpunten waren veiligheid en tolerabiliteit. Any grade treatment-related adverse events werden gezien in 94% van de patiënten, en graad 3 of hoger TRAEs in 27%. Bevestigde objectieve respons (secundair eindpunt) werd gezien in 30% van de patiënten (95%-bti 16,6-46,5). De mediane progressievrije overleving was 5,7 maanden (95%-bti 4,2-7,7) en de mediane overall survival was 15,2 maanden (12,5- NE).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met chemotherapie-refractair KRAS-G12C gemuteerd mCRC de combinatie van sotorasib en panitumumab acceptabel veilig was en veelbelovende werkzaamheid had.

1.Kuboki Y, Fakih M, Strickler J et al. Sotorasib with panitumumab in chemotherapy-refractory KRAS G12C-mutated colorectal cancer: a phase 1b trial. Nature Med 2024-023-02717-6

Summary: A phase 1b substudy of the CodeBreaK 101 protocol found that among patients with chemotherapy-refractory metastatic KRAS G12C mutated colorectal cancer, the combination of sotorasib and panitumumab had acceptable safety and promising activity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

ctDNA-analyse voor vroege detectie van moleculaire residuele ziekte en risicostratificatie van kinderen met AML (0)
2024-01-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  pediatric AML ctDNA for early detection of MRD and risk stratification
Individuele minimaal residuele ziekte (MRD)-monitoring op basis van analyse van circulerend tumor DNA (ctDNA) maakt in principe vroege detectie van relapse mogelijk, maar de bruikbaarheid van deze benadering in pediatrisch AML is niet duidelijk. Een prospectieve studie in het ziekenhuis van de Chinese Academy of Medical Sciences & Peking Union Medical College in Tianjin heeft deze bruikbaarheid onderzocht. Prof. Xiofan Zhu en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde kinderen met AML, die tijdens de behandeling sequentieel beenmerg (BM)- en gematchte plasma-monsters afstonden. In 195 monsters van 50 patiënten was de concordantie van met next-generation sequencing bepaalde leukemie-specifieke mutaties tussen ctDNA en BM-DNA 92,8%. Patiënten met niet-detecteerbaar ctDNA in het laatste monster hadden betere PFS (p<0,001) en OS (p<0,001) dan patiënten met detecteerbaar ctDNA. Patiënten met ctDNA-klaring na drie cycli behandeling hadden similar PFS vergeleken met patiënten met persistent negatief ctDNA (p=0,728). Patiënten met nog detecteerbaar ctDNA maar met een >3 log verlaging van het ctDNA gehalte hadden een PFS die niet significant slechter was dan die van patiënten met ctDNA-klaring (p=0,564).

De onderzoekers concluderen dat onder pediatrische patiënten met AML, analyse van ctDNA een veelbelovende optie was om respons op de behandeling te monitoren. Patiënten met persistente ctDNA-negativiteit, maar mogelijk ook patiënten met voldoende ctDNA-klaring hebben wellicht minder-agressieve behandeling nodig om verbeterde overleving te bereiken.

1.Liu L, Zong S, Zhang A et al. Early detection of molecular residual disease and risk stratification for children with acute myeloid leukemia via circulating tumor DNA. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: A prospective study in Tianjin (China) found that ctDNA-based MRD monitoring was a promising option for the assessment of pediatric AML patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van eerstelijns camrelizumab plus apatinib en nab-paclitaxel voor gevorderd longadenocarcinoom (0)
2024-01-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CAPAP-Lung trial advanced lung adenocarcinoma
Prof. Lin WuPlatina-gebaseerde doublet chemotherapie plus immuuntherapie is de standaard eerstelijns behandeling voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom zonder actionabele driver mutaties. Er is nog geen duidelijkheid over de optimale combinatie van middelen. De multicenter fase 2-studie CAPAP-Lung in China evalueerde eerstelijns camrelizumab plus apatinib en nab-paclitaxel voor longadenocarcinoom zonder EGFR- of ALK-veranderingen. Prof. Lin Wu (Centraal Zuidelijke Universiteit, Changsha) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 64 volwassen patiënten die niet in aanmerking kwamen voor curatieve chirurgie of radiotherapie. De patiënten kregen vier tot zes drie-weekse cycli van intraveneus camrelizumab 200 mg op dag één, oraal apatinib 250 mg op de eerste vijf dagen van elke week, en intraveneus nab-paclitaxel 135 mg/m2 op dagen één en acht. Patiënten met ziektecontrole kregen vervolgens onderhoudsbehandeling met camrelizumab en apatinib. Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving.

De figuur laat zien dat de mediane PFS 14,3 maanden was (95%-bti 9,8-NR) met twaalf-maands PFS-percentage 52,2%. De mediane overall survival werde niet bereikt, met een twaalf-maands OS-percentage 88,2%. Deze figuur laat de respons zien. Er was slechts één patiënt met progressieve ziekte; bevestigde objectieve respons werd gezien in 64,1% (95%-bti 51,1-75,7). De veiligheid was manageable, en de gemiddelde kwaliteit van leven verslechterde niet tot en met cyclus veertien.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd longadenocarcinoom zonder EGFR- of ALK-veranderingen, de combinatie van camrelizumab, apatinib, en nab-paclitaxel klinisch relevante antitumorwerkzaamheid had met manageable veiligheid.

1.Pu X, Lin G, Xiao M et al. Camrelizumab combined with apatinib and nanoparticle albumin-bound paclitaxel in lung adenocarcinoma (CAPAP-Lung): a single-arm phase II study. eClinMed 2024.102403

Summary: The multicenter phase 2 CAPAP-Lung trial in China found that among patients with previously untreated advanced lung adenocarcinoma, the combination of camrelizumab, apatinib, and nab-paclitaxel showed clinically meaningful antitumor activity and manageable safety.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van profylactische craniële bestraling in patiënten met kleincellig longcarcinoom (0)
2024-01-04 12:53   ( Nieuws )
Tags:  SCLC PCI
Dr. Sunit DasPatiënten met kleincellig longcarcinoom (SCLC) hebben een hoog risico van het ontwikkelen van hersenmetastasen (BMs). Voor deze patiënten wordt profylactische craniële bestraling (PCI) aanbevolen om de incidentie van BMs te verlagen en de overleving te bevorderen. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft het effect van PCI voor SCLC op overall survival geïnventariseerd. Dr. Sunit Das (University of Toronto) en collega’s publiceren de analyse in eClinicalMedicine.1




In de literatuur tot en met 12 november 2023 identificeerden de onderzoekers 109 studies die uitkomsten met of zonder PCI voor SCLC rapporteerden. In meta-analyse was PCI geassocieerd met langere OS onder alle patiënten met SCLC (HR 0,59; p<0.001; 56.770 patiënten), patiënten met beperkt-stadium ziekte (HR 0,60; p<0,001;78 studies met 27.137 patiënten), en patiënten met extensief-stadium ziekte (HR 0,59; p<0.001; 28 studies met 26.467 patiënten). In een analyse onder studies van patiënten die MRI hadden gebruikt om aanwezigheid van BMs voorafgaand aan PCI uit te sluiten was PCI niet geassocieerd met OS (HR 0.74; p=0,08; 9 studies met 1384 patiënten).

De onderzoekers concluderen dat onder SCLC-patiënten PCI geassocieerd was met overlevingsprofijt, maar niet in studies die radiografisch afwezigheid van BMs bevestigden, hetgeen suggereert dat het overlevingsprofijt met PCI eerder therapeutisch dan profylactisch was.

1.Gaebe K, Erickson AW, Li AY et al. Re-examining prophylactic cranial irradiation in small cell lung cancer: a systematic review and meta-analysis. eClinMed 2024.102396

Summary: Systematic review and meta-analysis of published studies found that among SCLC-patients prophylactic cranial irradiation (PCI) was associated with a survival benefit. This effect was not seen in studies that radiographically confirmed absence of brain metastases before PCI, suggesting that the survival benefit conferred by PCI might be therapeutic rather than prophylactic.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter cohortstudie van microwave ablatie versus leverresectie voor primair intrahepatisch cholangiocarcinoom (0)
2024-01-03 16:00   ( Nieuws )
Tags:  iCCA MWA versus LR
Prof. Ping LiangMeerdere richtlijnen bevelen ablatie aan als eerstelijns behandeling voor levercelcarcinoom. Er is geen duidelijkheid over de werkzaamheid van ablatie voor primair intrahepatisch cholangiocarcinoom (iCCA). Een real-world retrospectieve cohortstudie in tien centra in China heeft prognose van iCCA binnen Milan criteria na microwave ablatie (MWA) vergeleken met prognose na leverresectie (LR). Prof. Ping Liang (Vijfde Medisch Centrum van het Chinese Volksbevrijdingsleger, Beijing) publiceren de studie in eClinicalMedicine.1



Tussen januari 2009 en juli 2022 werden in de tien centra 10.441 patiënten met primair iCCA tumoren binnen Milan criteria behandeld met MWA of LR. Na propensity score matching werden 203 MWA-patiënten vergeleken met 588 LR-patiënten. De mediane follow-up was 4,7 jaar. De MWA-groep had vergelijkbare overall survival als de LR-groep (na vijf jaar 40,4% versus 44,8%; p=0,761). Er was een verbetering in vijf-jaars ziektevrije overleving onder MWA-patiënten in de periode 2009-2017 versus 2017-2022 van 17,1% naar 37,3% (vergelijkbaar met de vijf-jaars DFS van 40,8% na LR ; p=0,129). Het percentage van ablatieve marges 5 mm of groter nam over deze twee perioden toe van 25% naar 61%, terwijl in beide perioden de chirurgische marges 62% en 77% waren. Onder patiënten met ablatieve respectievelijk chirurgische marges groter dan 5 mm was de vijf-jaars DFS niet significant verschillend (p=0,41).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met iCCA binnen Milan criteria MWA kan worden beschouwd als geschikt alternatief voor LR mits een adequate marge verkregen kan worden.

1.Pang C, Li J, Dou J et al. Microwave ablation versus liver resection for primary intrahepatic cholangiocarcinoma within Milan criteria: a long-term multicenter cohort study. eClinMed 2024;102336

Summary: A retrospective cohort study at ten centers in China found that among patients with primary intrahepatic cholangiocarcinoma within Milan criteria, microwave ablation was a viable alternative for liver resection when an adequate margin can be obtained.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde fase 2-studie van toevoegen van toripalimab aan chemotherapie voor lokaal-gevorderd G/GEJ-carcinoom (0)
2024-01-03 14:30   ( Nieuws )
Tags:  NEOSUMMIT-01 trial gastric or gastro-esophageal junction cancer toripalimab
Prof. Feng WangPerioperatieve chemotherapie is de standaard-behandeling voor resectabel lokaal-gevorderd (LA) maag of slokdarm-maagovergang (G/GEJ)-carcinoom. De gerandomiseerde fase 2-studie NEOSUMMIT-01 van Sun Yat-sen Universiteit (Guangzhou, China) heeft toevoeging van de PD-1 remmer toripalimab aan perioperatieve chemotherapie voor LA G/GEJ-carcinoom geëvalueerd. Prof. Feng Wang en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 108 patiënten met cT3-4aN+M0 G/GEJ-carcinoom, die 1:1 werden gerandomiseerd naar drie preoperatieve en vijf postoperatieve drie-weekse cycli van SOX/XELOX (controlegroep; n=54) of hetzelfde regime plus toripalimab gevolgd door zes maanden toripalimab monotherapie (toripalimabgroep; n=54). Het primaire eindpunt van de studie was percentage patiënten met pathologisch complete respons of bijna-complete respons (tumor regression grade 0/1).

De figuur laat zien dat dit percentage significant hoger was in de toripalimabgroep dan in de controlegroep (44,4% versus 20,4%; p=0,009) waarmee aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid voldaan werd. Ook het percentage patiënten met pCR (ypT0N0) was hoger in de toripalimabgroep dan in de controlegroep (22,2% versus 7,4%; p=0,030). Chirurgische morbiditeit (11,8% versus 13,5%), mortaliteit (1,9% versus 0%) en behandelings-gerelateerde graad 3 of 4 adverse events (35,2% versus 29,6%) waren vergelijkbaar tussen de twee groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met LA G-GEJ-carcinoom toevoeging van toripalimab aan perioperatieve chemotherapie resulteerde in significante toename van het percentage patiënten met TRG 0 of 1, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Yuan S-Q, Nie R-C, Jin Y et al. Perioperative toripalimab and chemotherapy in locally advanced gastric or gastro-esophageal junction cancer: a randomized phase 2 trial. Nature Med 2024-02721-w

Summary: The randomized phase 2 NEOSUMMIT-01 trial at Sun Yat-sen University (Guangzhou, China) found that among patients with locally advanced G/GEJ-cancer, addition of toripalimab to perioperative chemotherapy was associated with significant increase of the proportion of patients achieving tumor regression rate 0 or 1, with a manageable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van concomitante antihypertensieve medicatie op uitkomsten met enzalutamide of abirateron voor mCRPC (0)
2024-01-03 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ENZ or ABI for mCRPC impact of concomitant antihypertensive medication
Dr. Ondřej FialaDe introductie van nieuwe hormoonbehandelingen met enzalutamide (ENZ) of abirateronacetaat (ABI) heeft geresulteerd in aanzienlijke verbetering van de uitkomsten van patiënten met metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC). De meerderheid van de mCRPC-patiënten zijn ouderen die vaak chronische comorbiditeiten hebben en concomitante middelen gebruiken. Een retrospectieve studie van de Universiteit van Pilsen (Tsjechië) heeft de impact van concomitante antihypertensieve medicatie op uitkomsten met ENZ of ABI voor mCRPC geïnventariseerd. Dr. Ondřej Fiala en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie includeerde 300 mCRPC-patiënten die tussen begin 2007 en eind 2022 in het ziekenhuis van de universiteit ENZ of ABI kregen. Comcomitant gebruik van overige antihypertensiva medicatie was niet geassocieerd met uitkomsten, maar concomitant gebruik van ACE-remmers (n=89) was geassocieerd met betere radiografisch progressievrije overleving en overall survival, zoals de figuur laat zien. De mediane rPFS en OS waren 15,5 respectievelijk 32,3 maanden onder gebruikers van ACE-remmers en 10,7 respectivelijk 24,0 maanden onder niet-gebruikers van ACE-remmers (p=0,0053 respectievelijk p=0,0238). In multivariate analyse was gebruik van ACE-remmers onafhankelijk geassocieerd met betere rPFS (HR 0,704; p=0,0364) en OS (HR 0,592; p=0,0185).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die ENZ of ABI kregen voor mCRPC, concomitant gebruik van ACE-remmers geassocieerd was met betere rPFS en OS.

1.Fiala O, Hošek P, Korunková H et al. Concomitant antihypertensive medication and outcome of patients with metastatic castration-resistant prostate cancer receiving enzalutamide or abiraterone acetate. Cancer Medicine 2024;4.6853

Summary: A retrospective study at the University of Pilzen (Czech Republic) found that among patients receiving enzalutamide or abiraterone acetate for metastatic castration-resistant prostate cancer, concomitant use of ACE inhibitors, but not other antihypertensive medication, was associated with longer PFS and OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Incidentie van immuun-gerelateerde bijwerkingen van ICIs voor niet-kleincellig longcarcinoom in oudere patiënten (0)
2024-01-02 16:00   ( Nieuws )
Tags:  NSCLC in older adults irAEs with ICIs
Dr. Yiran RongImmuuncheckpointremmers (ICIs) kunnen oncologische uitkomsten verbeteren maar zijn ook geassocieerd met bijwerkingen, waaronder immune-related adverse events (irAEs). Een analyse van de SEER-Medicare database over de periode 1999 tot en met 2019 heeft incidentie van en risicofactoren voor irAEs van ICIs voor niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) in oudere patiënten, gedefinieerd als tenminste 65 jaar oud op het moment van diagnose. Dr. Yiran Rong (University of Mississippi) en collega’s publiceren de analyse in Cancer Medicine.1

De analyse includeerde 8175 oudere patiënten die nivolumab, pembrolizumab, of atezolizumab kregen voor NSCLC. irAEs na start van de ICI werden gezien in 46,8% van de patiënten. De meest-gerapporteerde irAEs waren pneumonitis (16,5%), hypothyreoïdie (10,5%), aritmie (11,2%), en acute nierschade (AKI; 5,8%). De mediane tijd tot eerste irAE was 82 dagen (IQR 29-182). De figuur toont de risicofactoren voor het ontwikkelen van irAEs.

De onderzoekers concluderen dat irAEs worden gezien in bijna de helft van oudere patiënten die ICIs krijgen voor NSCLC.

1.Rong Y, Bentley JP, Bhattacharya K et al. Incidence and risk factors of immune-related adverse events induced by immune checkpoint inhibitors among older adults with non-small cell lung cancer. Cancer Med 2024;4.6879

Summary: Analysis of SEER-Medicare data (1999-2019) showed that irAEs are present in almost half of older adults (65 years and over) who receive ICIs for NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)