Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Finland-brede patiënt-controlestudie van risico van hersentumoren in kinderen na blootstelling aan CT-straling (0)
2024-12-30 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CT radiation risk of childhood brain tumors
Jad AbuhamedEr is geen duidelijkheid over het risico van hersentumoren in kinderen na blootstelling aan straling van computed tomography (CT). Een Finland-brede patiënt-controlestudie heeft dit risico geïnventariseerd. PhD-student Jad Abuhamed (Universiteit van Tampere) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

Na exclusie van deelnemers met cancer predisposition syndromes en/of een geschiedenis van een maligniteit identificeerden de onderzoekers in het Finnish Cancer Registry 1067 hersentumoren in kinderen in de leeftijd tot vijftien jaar, gediagnostiseerd tussen begin 1990 en eind 2016 (58% gliomen). Deze patiënten werden 1:3 gematcht voor leeftijd en geslacht met kinderen zonder hersentumoren (n=3200). Negen cases (1%) en tien controls (0,4%) hadden tenminste één hoofd/hals CT-scan ondergaan, met een gemiddelde cumulatieve hersendosering van 22 mGy. Deelnemers die één of meer hoofd/hals CT-scans hadden ondergaan hadden een hoger risico van hersentumoren dan niet-blootgestelde deelnemers (OR 2,84; 95%-bti 1,12 tot 7,19), met een excess OR per 100 mGy hersendosering van 5,50 (0,31 tot 10,95) voor alle hersentumoren and 1,06 (-6,55 tot 9,30) voor gliomen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten wijzen op een positieve associatie tussen hoofd/hals CT-imaging en het risico van hersentumoren in kinderen (visual abstract).

1.Abuhamed J, Nikkilä A, Raitanen K et al. Risk of childhood brain tumors after exposure to CT radiation: a nationwide population-based case-control study in Finland. Int J Cancer 2024.35328

Summary: A nationwide case-control study in Finland found evidence of an increased risk of brain tumors in children exposed to computed tomography imaging.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van metastasepatroon op overleving na chirurgie voor pancreascarcinoom (0)
2024-12-30 14:30   ( Nieuws )
Tags:  pancreatectomy for cancer impact of metastatic pattern
Prof. Charles ScogginsDe incidentie van pancreascarcinoom (PaC) neemt toe, en tot 55% van de patiënten hebben op het moment van diagnose metastatische ziekte. Veel patiënten ontwikkelen ook metastatische ziekte na chirurgische resectie. Een retrospectieve studie van University of Louisville School of Medicine (Louisville KY) heeft de impact van metastasepatroon op uitkomsten na chirurgie voor PaC geïnventariseerd. Prof. Charles Scoggins en collega’s publiceren de studie in het Journal of Surgical Oncology.1


De studie includeerde 330 patiënten die tussen begin 2012 en eind 2023 in Louisville behandeld werden. Onder deze patiënten hadden 192 (58,2%) bij diagnose locoregionale ziekte en ondergingen curatieve-intentie chirurgie voordat ze metastasen ontwikkelden. De overige 138 patiënten (41,8%) hadden bij diagnose al metastatische ziekte. De mediane overall survival na de diagnose metastatische ziekte voor alle patiënten tezamen was 6 maanden. Onder patiënten die curatieve-intentie chirurgie ondergingen was de overall survival significant slechter voor patiënten met peritoneale metastase dan patiënten met andere metastaselokaties (mediaan 5,4 versus 9,2 maanden; p=0,0005).

De onderzoekers concluderen dat de ontwikkeling van peritoneale metastase na chirurgie voor PaC geassocieerd is met slechtere overleving dan ontwikkeling van ander type metastase.

1.Gunder MA, DeBeer T, Siegel JA et al. Impact of metastatic pattern on survival following pancreatectomy for cancer. J Surg Oncol 2024.28058

Summary: A retrospective study at University of Louisville (KY) found that after surgery for pancreatic cancer, development of peritoneal metastases was associated with worse OS compared to other sites of metastatic disease.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Voorspellen van risico van mammacarcinoom: verschillen in polygene risicoscore-distributie tussen bevolkingsgroepen van Europese afkomst (0)
2024-12-30 13:00   ( Nieuws )
Dr. Kyriaki MichailidouDe 313-variant polygene risicoscore (PRS313) is een tool voor het voorspellen van het risico van mammacarcinoom (BC). Tot op heden zijn verschillen in de PRS313-distributie tussen verschillende bevolkingsgroepen van Europese afkomst die van belang kunnen zijn voor een correcte voorspelling van het risico van BC niet geëvalueerd. Een analyse van 94.702 vrouwen zonder BC uit 21 landen in het Breast Cancer Association Consortium (BCAC) en 223.316 vrouwen zonder BC in de UK Biobank heeft verschillen in de PRS313-distributie tussen verschillende populaties van Europese afkomst geïnventariseerd. Dr. Kyriaki Michailidou (University of Cambridge, UK) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research.1

De figuur laat zien dat er verschillen zijn in gemiddelde PRS313 tussen Europese landen, met hoge waarden in vrouwen in Griekenland en Italië en lage waarden in Ierland. Gebruik van de algemene Europese PRS313-distributie voor het definiëren van risicocategorieën leidt tot overschatting en onderschatting van het risico van sommige vrouwen in deze landen. De onderzoekers concluderen dat de PRS-distributie verschilt tussen bevolkingsgroepen van Europese afkomst. Gebruik van bevolkingsgroep-specifieke PRS-distributies kan resulteren in meer betrouwbare schattingen van het BC-risico.

1.Yiangou K, Mavaddat N, Dennis J et al. Polygenic score distribution differences across European ancestry populations: implications for breast cancer risk prediction. Breast Cancer Res 2024;26:189

Summary: Analysis of the 313-variant polygenic risk score for breast cancer risk prediction found marked differences in mean PRS313 across European countries.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische relevantie van interim PET/CT in eerstelijns behandeling voor folliculair lymfoom (0)
2024-12-29 16:00   ( Nieuws )
Tags:  FL PET CT
Dr. Adam JonaFolliculair lymfoom (FL) is een heterogene ziekte, en het vroegtijdig identificeren van hoog-risico patiënten is van belang voor optimaal management. Een retrospectieve studie van de Universiteit van Debrecen (Hongarije) heeft de prognostische relevantie van interim PET/CT onder patiënten die eerstelijns behandeling voor FL ondergingen geïnventariseerd. Dr. Adam Jona en collega’s publiceren de studie in Cancers.1




De studie includeerde 103 patiënten die na drie of vier cycli eerstelijns behandeling interim PET/CT ondergingen. Dertig patiënten (29,1%) werden beoordeeld als interim PET/CT-positief. De figuur laat zien dat de interim PET/CT-positieve groep een significant slechtere progressievrije overleving had dan de interim PET/CT-negatieve groep (mediaan 17 maanden versus NR; p<0,0001). Patiënten met Deauville scores 1 tot en met 3 hadden betere PFS dan patiënten met hogere Deauville scores (NR versus 18 maanden).

De onderzoekers concluderen datinterim PET/CT tijdens eerstelijns behandeling een bruikbare prognostische tool is voor het identificeren van hoog-risico patiënten.

1.Kiss E, Simon Z, Illes A, Jona A. Prognostic significance of interim PET/CT in the first-line treatment of follicular lymphoma patients, a single-center expericence. Cancers 2025; 17:73

Summary: A retrospective study at the University of Debrecen (Hungary) found that among patients undergoing first-line treatment for follicular lymphoma, interim PET/CT is a useful prognostic tool for identifying high-risk patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van perioperatieve benzodiazepine-blootstelling op risico van nieuw persistent gebruik onder patiënten met maligniteiten (0)
2024-12-29 14:30   ( Nieuws )
Tags:  benzodiazepine
Prof. Timothy PawlikBenzodiazepinen behoren tot de meest misbruikte medicaties. Veel patiënten hebben hun eerste blootstelling tijdens een chirurgische episode. Onderzoekers van The Ohio State University (Columbus) hebben factoren geïnventariseerd die geassocieerd zijn met new persistent benzodiazepine use (NPBU) onder patiënten die chirurgie ondergaan voor een maligniteit. Prof. Timothy Pawlik en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1

In de IBM-MarketScan database identificeerden de onderzoekers 34.637 patiënten die tussen begin 2013 en eind 2021 chirurgie ondergingen voor een maligniteit, vooral coloncarcinoom (31,3%), prostaatcarcinoom (26,0%), en mammacarcinoom (15,8%). Perioperatief benzodiazepine werd gebruikt voor 8,8% van de patiënten en 7,7% van de patiënten ontwikkelde NPBU in de eerste 180 dagen na de chirurgie. In multivariate analyse waren perioperatieve benzodiazepine-blootstelling (versus geen blootstelling OR 2,00; 95%-bti 1,68-2,38) en perioperatieve dosering van meer dan 32 lorazepam milligramequivalenten (versus minder dan 10 LME (2,42; 2,01-2,92) onafhankelijk geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van NPBU. Mannelijke patiënten hadden lagere waarschijnlijkheid van NPBU dan vrouwelijke patiënten (OR 0,80; 95%-bti 0,68-0,94).

De onderzoekers concluderen dat ruwweg één op dertien commercieel verzekerde patiënten na chirurgie voor een maligniteit NPBU onwikkelde.

1.Rashid Z, Woldesenbet S, Khalil M et al. Perioperative benzodiazepine exposure impacts risk of new persistent benzodiazepine use among patients with cancer. Ann Surg Oncol 2024-16788-3

Summary: Analysis of the IBM-MarketScan database found that approximately 1 in 13 commercially insured patients developed new persistent benzodiazepine use following surgery for cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve klinisch-pathologische studie van secretoir mammacarcinoom (0)
2024-12-29 12:33   ( Nieuws )
Tags:  secretory breast carcinoma
Secretoir mammacarcinoom (SBC) is een zeldzame maligniteit (ongeveer 0,015% van de mammacarcinomen). Een retrospectieve studie van de Medische Universiteit van Tianjin (China) heeft klinische en pathologische kenmerken van SBC geïnventariseerd. Prof. Hong Liu en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 80 SBC-patiënten en ter vergelijking 310 patiënten met triple-negatief invasief ductaal carcinoom (TN-IDC). De SBC-groep werd verder onderverdeeld in patiënten met triple-negatieve ziekte (TN-SBC; n=35) en niet-triple negatieve ziekte (non-TN-SBCs; n=45). De patiënten in de TN-SBC groep hadden betere prognose dan de patiënten in de non-TN-SBC groep en de patiënten in de TN-IDC groep. Factoren die significant geassocieerd waren met ziektevrije overleving onder de SBC-patiënten waren N-stadium (N1 versus N0: HR 11,76; p=0,067; N2-3 versus N0: HR 30,409; p=0,01), hoge LNR (HR 23,894; p=0,021), en histologische graad (HR 28,634; p=0,005). Patiënten in de groep met hoge LNR hadden langere ziektevrije overleving.

De onderzoekers concluderen dat onder SBC patiënten gevorderd N-stadium, hoge LNR, en gevorderde histologische graad geassocieerd zijn met slechtere DFS. TN-SBC is een unieke entiteit met relatief gunstige prognose.

1.Qi M, Gao S, Zhang Z et al. Secretory breast carcinoma: a multicenter clinicopathologic study of 80 cases with emphasis on prognostic analysis and chemotherapy benefit. Breast Cancer Res Treat 2024-07583-5

Summary: A retrospective study at Tianjin Medical University (China) found that among patients with secretory breast carcinoma (SBC), advanced N stage, high LNR, and advanced histological grade are adverse determinants of disease-free survival, whereas triple-negative SBC is a unique entity with low malignant potential.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Wereldwijde belasting door mammacarcinoom in mannen: analyse van de Global Burden of Disease Study (0)
2024-12-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  global burden of male breast cancer
Er is weinig epidemiologische informatie beschikbaar over mammacarcinoom in mannen (MaBC). Onderzoekers van de Medische Universiteit van Chongqing (China) hebben gegevens over incidentie en prevalentie van MaBC en samenhangende mortaliteit en disability-adjusted life-years (DALYs) in 204 landen geïnventariseerd in de 2021 Global Burden of Diseases, Injuries, and Risk Factors Study. Dr. Fan Li en collega’s publiceren een systematische analyse van de gegevens in eClinicalMedicine.1

In 2021 waren er wereldwijd 38.827 (95%-UI 24.650-47.846) nieuwe gevallen van MaBC, 320.459 (220.533-384.317) prevalente gevallen, 13.274 (9074-16.240) overlijdens, en 380.917 (252.922-476-417) DALYs. De figuur toont de regionale verdeling van incidentie (A), prevalentie (B), mortaliteit (C), en DALYs (D), met de hoogste ziektelast in oostelijk Afrika ten zuiden van de Sahara. Tussen begin 1990 en eind 2021 waren en significante toenames in de leeftijds-gestandaardiseerde incidentie en mortaliteit van MaBC, maar de projecties voor de volgende 30 jaar wijzen op afnames. Inwoners van landen in het hoog-midden kwintiel van de Socio-demographic Index (SDI) hadden het hoogste levenslange risico van ontwikkelen van MaBC, terwijl inwoners van landen in het laagste SDI-quintiel het hoogste levenslange risico van overlijden aan MaBC hadden. Voedingsgewoonten en alcoholgebruik waren wereldwijd belangrijke risicofactoren voor MaBC-overlijden en DALYs.

De onderzoekers concluderen dat de wereldwijde belasting door MaBC tussen begin 1990 en eind 2021 significant is toegenomen, met aanzienlijke geografische dispariteiten.

1.Li Y, Huang Y, Huang H et al. Global, regional, and national burden of male breast cancer in 204 countries and territories: a systematic analysis from the global burden of disease study, 1990-2021

Summary: Systematic analysis of Global Burden of Disease Study data found that the global burden of male breast cancer significantly increased from 1990 to 2021, with notable geographic disparities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenterstudie van risico van depressie onder overlevers van mammacarcinoom (0)
2024-12-28 14:30   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer survivors depression risk
Dr. Dong Wook ShinDepressie kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van overlevers van mammacarcinoom. Een multicenter retrospectieve studie in Zuid-Korea heeft het risico van depressie in deze overlevers geïnventariseerd. Dr. Dong Wook Shin (Sungkyunkwan Universiteit, Seoel) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research.1

De studie, gebaseerd op gegevens in de database van de Korean National Health Insurance Service, includeerde 59.340 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2016 chirurgie ondergingen voor mammacarcinoom, en geen geschiedenis van depressie hadden. De patiënten werden 1:2 voor leeftijd gematcht met personen zonder een maligniteit in de algemene bevolking (n=99.834). De gemiddelde leeftijd was 51,5 ± 9,2 jaar. De overlevers hadden een significant 39% hoger risico van de depressie dan de controlepersonen (sHR 1,39; 95%-bti 1,36-1,42). Tijdens het eerste jaar na de diagnose hadden de overlevers een sterk verhoogd risico (sHR 3,23; 95%-bti 3,08-3,37), dat sterker verhoogd was onder de overlevers jonger dan 51 jaar (4,51; 4,19-4,85) dan onder overlevers ouder dan 50 jaar (2,56; 2,42-2,71). Een jaar na de chirurgie was het risico van depressie in de jongere overlevers afgenomen, terwijl het onder oudere overlevers constant bleef. De figuur laat de invloed van verschillende behandelingen op het risico van depressie zien.

De onderzoekers concluderen dat de studie een significante associatie tussen mammacarcinoom en depressie heeft laten zien.

1.Choi HL, Jeong SM, Jeon KH et al. Depression risk among breast cancer survivors: a nationwide cohort study in South Korea. Breast Cancer Res 2024-01948-w

Summary: A multicenter retrospective study in South Korea found a significant association between breast cancer and depression, with a particularly increased risk in younger survivors within the first year post-diagnosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)