Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale prospectieve studie van uitkomsten van kinderen na in utero blootstelling aan chemotherapie (0)
2024-11-11 16:00   ( Nieuws )
Tags:  in utero chemotherapy exposure physical health and neurocognitive outcomes
Prof. Frédéric AmantPlatina- en taxaan-gebaseerde chemotherapie wordt veel gebruikt voor het behandelen van maligniteiten, ook tijdens de zwangerschap. Een studie van het International Network on Cancer, Infertility, and Pregnancy (INCIP) volgt kinderen die geboren zijn tussen 2000 en 2022. Prof. Frédéric Amant (UZ Leuven) en collega’ publiceren in eClinicalMedicine een interimanalyse van fysieke gezondheid en neurocognitieve uitkomsten van kinderen na in utero blootstelling aan platina- en/of taxaan-chemotherapie.1

De studie includeerde 144 kinderen, van wie 13% prenataal bloot hadden gestaan aan platina, 62% aan taxanen, en 25% aan beide. De mediane duur van follow-up na de geboorte was 3,2 jaar (IQR 3,0-6,4). De kinderen werden onderzocht met een neurocognitieve testbatterij, door ouders beantwoorde vragenlijsten, en fysiek onderzoek. Er waren 101 kinderen die werden onderzocht op leeftijd anderhalf jaar, 96 op leeftijd drie jaar, 63 op leeftijd zes jaar, 32 op leeftijd negen jaar, 18 op leeftijd twaalf jaar, 7 op leeftijd vijftien jaar, en 2 op leeftijd achttien jaar. De neurocognitieve uitkomsten vielen binnen de normale range voor alle leeftijden. Acht kinderen (6%) rapporteerde ototoxiciteit, zeven (5%) chronische medische aandoeningen, drie (2%) congenitale malformaties, en twee (1%) ADHD. Drieëndertig kinderen (23%) hadden neurocognitieve ondersteuning nodig; 64% van deze kinderen waren preterm geboren. Kinderen die prenataal blootgesteld waren aan paclitaxel scoorden lager voor visuospatiaal en verbaal geheugen dan kinderen die blootgesteld waren aan docetaxel.

De onderzoekers concluderen dat de interimanalyse normale neurocognitieve uitkomsten laat zien en geen toename in congenitale misvormingen of medische aandoeningen na prenatale blootstelling van platina en/of taxaan chemotherapie. Het aantal oudere kinderen was echter beperkt, zodat nader onderzoek naar lange-termijn effecten van de blootstelling gewenst is.

1.Van Assche IA, Van Calsteren K, Huis in ’t Veld EA et al. Child outcomes after prenatal exposure to platinum and taxane-based chemotherapy: an unplanned interim analysis of the international network on cancer, infertility, and pregnancy study. eClinMed 2024.102922

Summary: Interim analysis of a multinational prospective study found normal neurocognitive outcomes and no increase in congenital malformations nor medical conditions after prenatal exposure to platinum and/or taxane-based chemotherapy. However, the number of older children in the study was limited.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter vergelijking van eerstelijns behandelingen voor in-transit metastasen van melanoom (0)
2024-11-11 14:30   ( Nieuws )
Tags:  melanoma in-transit metastases first-line options
Dr. Jonathan ZagerIsolated limb infusion and perfusion (ILI/ILP) is de standaard-behandeling voor niet-resectabele in-transit metastasen (ITM) van melanoom, maar de introductie van immuuncheckpointremmers (ICIs) en intralesionaal talimogene laherparepvec (TVEC) heeft nieuwe behandelingen mogelijk gemaakt. Een retrospectieve studie in twaalf centra in Australië, Nederland, en de Verenigde Staten heeft uitkomsten vergeleken van eerstelijns ILI/ILP, ICIs, of TVEC voor niet-resectabele ITM van melanoom. Dr. Jonathan Zager (Moffitt Cancer Center, Tampa FL) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 551 patiënten die tussen begin 1990 en eind 2022 eerstelijns ILI/ILP (n=356), ICIs (n=125), of TVEC (n=70) kregen voor ITM van melanoom. De mediane follow-up was 5,5 jaar. De tumorbelasting was het hoogst in de groep met ILI/ILP en het laagst in de groep met TVEC. De Breslow-dikte was het laagst in de groep met TVEC. TVEC werd het meest gebruikt in stadium IIIB ziekte en ILI/ILP en ICIs het meest in stadium IIIC. Vergeleken met ICIs was met TVEC de waarschijnlijkheid van complete respons hoger (OR 1,96; p=0,029) en de lokale progressievrije overleving langer (HR 0,40; p=0,003), terwijl ILI/ILP geassocieerd was met kortere lokale PFS (1,72; p=0,012), PFS (1,79; p<0,001), afstandsmetastasevrije overleving (1,75; p=0,014), melanoom-specifieke overleving (2,29; p=0,04) en overall survival (1,82; p=0,009).

De onderzoekers concluderen dat TVEC als eerstelijns therapie voor niet-resectabele ITM van melanoom geassocieerd was met de beste uitkomsten.

1.DePalo DK, Dugan MM, Hussain Naqvi SM et al. A comparison of isolated limb infusion/perfusion, immune checkpoint inhibitors, and intralesional therapy as first-line treatment for patients with melanoma in-transit metastases. Cancer 2024.35636

Summary: A multinational retrospective study comparing first-line options for melanoma in-transit metastases found that intralesional talimogene laherparepvec was associated with the best complete response rates and local progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Behandelingen en uitkomsten na progressie in patiënten die durvalumab-consolidatie kregen voor LA-NSCLC (0)
2024-11-11 13:00   ( Nieuws )
Tags:  LA-NSCLC progression following durvalumab consolidation
Dr. Margaret StalkerDe multinationale fase 3-studie PACIFIC vergeleek durvalumab (anti-PD-1) met placebo als onderhoudstherapie voor patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) die geen ziekteprogressie hadden na platina-gebaseerde chemoradiotherapie. In 2017 is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant langer was in de durvalumabgroep dan in de placebogroep. Dr. Margaret Stalker (University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren in Clinical Lung Cancer een analyse van behandelingen en uitkomsten van patiënten met lokaal-gevorderd (LA)-NSCLC die na durvalumab-consolidatietherapie progressie hadden.1

In een US-brede database identificeerden de onderzoekers 751 patiënten die tussen begin 2017 en eind 2023 durvalumab-consolidatie kregen en vervolgens progressie hadden. De mediane leeftijd was 68 jaar (IQR 61-74), 53% waren vrouwen, 91% hadden ECOG performance status 0 of 1; 90% hadden geschiedenis van roken, en 53% hadden niet-squameuze histologie. De meest-gebruikte volgende behandelingen waren alleen chemotherapie (46%), PD-L1 plus chemotherapie (20%), PD-L1 monotherapie (15%), en gerichte therapie (14%). De mediane duur van durvalumab-behandeling was 5,5 maanden (IQR 2,3-10,6); slechts 9% van de patiënten voltooiden een jaar behandeling met durvalumab. Patiënten die chemotherapie-bevattende regimes kregen hadden een kortere tijd-tot-volgende behandeling en kortere mediane overall survival (10,8 maanden; IQR 5,6-18,8 met alleen-chemotherapie en 12,9 maanden; 6,0-24,4 met chemo-immuuntherapie) dan patiënten die PD-L1 monotherapie kregen (23,5 maanden; 8,7-24,2) en patiënten die gerichte therapie kregen (30,1 maanden; 9,5-NR).

De onderzoekers concluderen dat patiënten die systemische therapie krijgen na durvalumab-consolidatietherapie slechte uitkomsten hebben, vooral met chemotherapie-bevattende regimes.

1.Stalker M, Marmarelis M, Langer C et al. Outcomes following treatment for progression in patients treated with durvalumab consolidation in LA-NSCLC. Clin Lung Cancer 2024.11.002

Summary: Analysis of patients with LA-NSCLC who received durvalumab maintenance therapy and had subsequent systemic therapy found that the median duration of durvalumab treatment was 5.5 months; only 9% received a full year of durvalumab. Patients receiving chemotherapy containing regimens had particularly poor outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-studie van neoadjuvante oncolytische immuuntherapie plus nivolumab voor spierinvasief blaascarcinoom (0)
2024-11-10 16:00   ( Nieuws )
Tags:  MIBC cretostimogene grenadenorepvec plus nivolumab
Dr. Roger LiEr is behoefte aan veilige en effectieve neoadjuvante behandelopties voor patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) die cisplatine niet kunnen verdragen. Cretostimogene grenadenorepvec (GC) is een recombinant type-5 oncolytisch adenovirus dat selectief repliceert in blaascarcinoomcellen met veranderingen in de retinoblastoom-route. Een fase 1b-studie van Moffitt Cancer Center (Tampa FL) heeft de neoadjuvante combinatie van intravesicaal GC met systemisch nivolumab voor MIBC geëvalueerd. Dr. Roger Li en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1



De studie includeerde 21 patiënten met cT2-4aN0-M0 MIBC die geen kandidaat waren voor behandeling met cisplatine. Het primaire eindpunt van de studie was veiligheid. De combinatie van GC en nivolumab resulteerde niet in doserings-beperkende toxiciteiten. Werkzaamheid was een secundair eindpunt. Het percentage patiënten met pathologisch complete respons was 42,1% en het één-jaars recidiefvrije overlevingspercentage was 70,4%. Pathologische respons was geassocieerd met baseline vrije E2F-activiteit en tumormutatiebelasting maar nietmet PD-L1 status.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van intravesicaal GC en systemisch nivolumab een veelbelovende neoadjuvante behandeling is voor MIBC in patiënten die niet in aanmerking komen voor cisplatine.

1.Li R, Villa NY, Yu X et al. Oncolytic immunotherapy with nivolumab in muscle-invasive bladder cancer: a phase 1b trial. Nature Med 2024-03324-9

Summary: A phase 1b trial at Moffitt Cancer Center (Tampa, FL) found tolerability and efficacy of the neoadjuvant combination of intravesical cretostimogene grenadorepvec plus systemic nivolumab for MIBC in cisplatin-ineligible patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenterstudie van universeel kiemlijn genetisch testen in patiënten met pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-11-10 14:30   ( Nieuws )
Tags:  PDAC universal germline genetic testing
Dr. Leticia MoreiraEen significant percentage van patiënten met pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC) is drager van kiemlijn pathogene varianten (GPVs). Een studie in drie centra in Spanje heeft universeel testen op GPVs in patiënten met PDAC geëvalueerd. Dr. Leticia Moreira (Hospital Clinc Barcelona) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1




De studie includeerde 179 niet-geselecteerde patiënten met nieuw-gediagnostiseerd PDAC. Met een multigen-panel of whole-exome sequencing bepaalden de onderzoekers het voorkomen van GPVs of waarschijnlijk pathogene varianten in dertien bekende met PDAC samenhangende genen. Deze varianten werden gedetecteerd in veertien patiënten (7,8%): zes in ATM, zes in BRCA2, één in PALB2, en één in TP53. Van deze veertien patiënten voldeden zeven niet aan de Europese criteria voor genetisch testen, en zouden beoordeeld zijn als sporadisch PDAC. Persoonlijke geschiedenis van een maligniteit (OR 3,5; p=0,03), familiegeschiedenis van mammacarcinoom (OR 8,5; p<0,001), en familiegeschiedenis van PDAC (OR 3,7; p=0,044) waren geassocieerd met detectie van GPVs. In patiënten ouder dan 60 jaar zonder familiegeschiedenis van een maligniteit werd geen GPV gedetecteerd.

De onderzoekers concluderen dat in een substantieel percentage van niet-geselecteerde PDAC-patiënten GPVs werden gedetecteerd; de helft van deze patiënten voldeed niet aan de criteria voor genetisch testen.

1.Lach J, Luzko I, Earl J et al. Should we offer universal germline genetic testing to all patients with pancreatic cancer? A multicenter study. Cancers 2024;16:3779

Summary: A study at three centers in Spain found that 7.8% of PDAC patients harbored a germline pathogenic variant, and half of these PDACs would have been classified as sporadic based solely on clinical criteria.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid van volgende behandeling na eerstelijns olaparib-onderhoud voor gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2024-11-10 13:00   ( Nieuws )
Tags:  PAOLA-1 ENGOT-ov25 subsequent therapies after olaparib maintenance
Prof. Isabelle Ray-CoquardDe multinationale fase 3-studie PAOLA-1/ENGOTov25 randomiseerde patiënten met nieuw-gediagnostiseerd gevorderd ovariumcarcinoom na respons op eerstelijns chemoherapie 2:1 naar olaparib plus bevacizumab of placebo plus bevacizumab onderhoudstherapie. In 2019 is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant beter was in de olaparibgroep dan in de placebogroep. Prof. Isabelle Ray-Coquard (Centre Léon Bérard, Lyon) en collega’s publiceren nu in Annals of Oncology een analyse van de werkzaamheid van volgende behandelingen in PAOLA-1 patiënten die olaparib-onderhoud gekregen hadden.1

Onder de 806 patiënten in de analyse waren er 544 (67,5%) die na progressie chemotherapie kregen. De mediane duur van start van first subsequent therapy (FST) tot start van second subsequent therapy (SST) was korter onder patiënten met progressie tijdens de eerstelijns olaparib-onderhoudsfase (mediaan 6,1 maanden) dan onder patiënten met progressie na de eerstelijns olaparib-onderhoudsfase (mediaan 11,4 maanden). In multivariate analyse was progressie na versus tijdens eerstelijns olaparib-onderhoud geassocieerd met tijd tussen FST en SST (HR 0,65; p=0,0011) onafhankelijk van platinavrij interval of klinisch risico. Onder patiënten die na progressie chemotherapie plus een PARP-remmer als FST kregen was de werkzaamheid eveneens afhankelijk van het moment van progressie (tijdens versus nu olaparib-onderhoud).

De onderzoekers concluderen dat de timing van progressie ten opzichte van olaparib-onderhoud van invloed is op de werkzaamheid van volgende behandeling.

1.Harter P, Marth C, Mouret-Reynier M-A et al. Efficacy of subsequent therapies in patients with advanced ovarian cancer who relapse after first-line olaparib maintenance: results of the PAOLA-1/ENGOT-ov25 trial. Ann Oncol 2024.10.828

Summary: Post hoc analysis of the multinational phase 3 PAOLA-1 trial found that among patients with advanced ovarian cancer who progressed during first-line olaparib maintenance, first subsequent chemotherapy with or without PARP inhibitor was less efficacious than among patients who progressed after first-line olaparib maintenance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2b-studie van mirdametinib voor symptomatisch NF1-geassocieerd plexiform neurofibroom (0)
2024-11-09 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ReNeu trial NF1-PNs mirdametinib
Dr. Christopher MoertelPlexiforme neurofibromen (PNs) zijn niet-maligne zenuwschedetumoren die voorkomen in 30% tot 50% van de patiënten met neurofibromatose type 1 (NF1). De multicenter fase 2b-studie ReNeu in de Verenigde Staten evalueerde de MEK1/2-remmer mirdametinib voor symptomatische NF1-PNs in volwassenen en kinderen (leeftijd 2-17 jaar). Dr. Christopher Moertel (University of Minnesota, Minneapolis) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

ReNeu includeerde 58 volwassenen en 56 kinderen met significante morbiditeit van NF1-PNs. De patiënten kregen 24 vier-weekse cycli van mirdametinib 2 mg/m2 (maximaal 4 mg) tweemaal daags op dagen één tot en met eenentwintig. Het primaire eindpunt was objective response rate, gedefinieerd als percentage patiënten met tenminste 20% afname van het target PN-volume. De figuur laat zien dat 41% van de volwassenen en 52% van de kinderen onafhankelijk-bevestigde objectieve respons hadden. De mediane target PN volumetrische respons was -41% in volwassenen en -42% in kinderen. Patiënten in beide cohorten (of hun ouders/verzorgers) rapporteerden significante en klinische relevante verbetering in ernst van de pijn, pijninterferentie, en gezondheids-gerelateerd kwaliteit van leven die vroeg begon en aanhield tijdens de behandeling. De meest-gerapporteerde treatment-related adverse events waren dermatitis, diarree en misselijkheid onder de volwassenen en dermatitis, diarree, en paronyxchia onder de kinderen.

De onderzoekers concluderen dat mirdametinib resulteerde in significante objectieve respons en duurzame verbetering van de klachten van volwassenen en kinderen met NF1-PNs.

1.Moertel CL, Hirbe AC, Shuhaiber HH et al. ReNeu: a pivotal, phase Iib trial of mirdametinib in adults and children with symptomatic neurofibromatosis 1-associated plexiform neurofibroma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2b ReNeu trial in the USA found activity of mirdametinib for symptomaticNF1-associated plexiform neurofibroma in adults and children.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van impact van body mass index en type 2 diabetes op werkzaamheid van ICIs voor melanoom (0)
2024-11-09 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for melanoma BMI and T2D as determinants of response
Dr. Ryan SullivanImmuuncheckpointremmers (ICIs) hebben de overlevingsuitkomsten onder melanoompatiënten verbeterd. Een retrospectieve studie van Massachusetts General Hospital, Harvard Medical School, en Beth Israel Deaconess Medical Center (Boston MA) heeft de impact van body mass index (BMI) en type 2 diabetes mellitus (T2D) op de werkzaamheid van ICIs in patiënten met melanoom geïnventariseerd. Dr. Ryan Sullivan (MGH) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1




De studie includeerde 2078 melanoompatiënten die tussen begin 2014 en eind 2022 ICIs kregen. , onder wie 1412 overgewicht hadden (BMI ≥ 25 kg/m2) en 215 T2D hadden. De figuur laat zien dat na propensity-score matching (666 patiënten met overgewicht vergeleken met 666 patiënten zonder overgewicht) de patiënten met overgewicht langere overall survival hadden dan patiënten zonder overgewicht (mediaan 67,7 versus 36,7 maanden; p<0,001). Patiënten met T2D hadden kortere overall survival dan dan patiënten zonder T2D (mediaan 28,5 versus 67,3 maanden; p<0,001). Patiënten met overgewicht zonder T2D hadden de beste overlevingsuitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die ICIs kregen voor melanoom, overgewicht geassocieerd was met langere overleving, terwijl T2D geassocieerd was met kortere overleving.

1.Jan YJA, Chiang C-H, Osataphan S et al. Body mass index and type 2 diabetes mellitus as metabolic determinants of immune checkpoint inhibitors response in melanoma. J ImmunoTher Cancer 2024-009769

Summary: A multicenter retrospective study found that among patients with melanoma treated with ICIs, patients with overweight had better survival outcomes compared with non-overweight, while patients with type 2 diabetes had worse survival outcomes than patients without type 2 diabetes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)