
Prof. Ignace Vergote
De studie includeerde 502 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerde naar TV monotherapie (2,0 mg/kg iedere drie weken) of chemotherapie naar keus van de behandelaar uit topotecan, vinorelbine, gemcitabine, irinotecan, of pemetrexed. Het primaire eindpunt was overall survival. De ▩ mediane OS was significant langer in de TV-groep dan in de chemotherapiegroep (11,5 maanden versus 9,5 maanden; HR 0,70; p=0,004). De mediane progressievrije overleving was 4,2 maanden met TV en 2,9 maanden met chemotherapie (HR 0,67; p<0,001). Bevestigde objectieve respons kwam voor in 17,8% van de patiënten in de TV-groep en 5,2% van de patiënten in de chemotherapiegroep (OR 4,0; p<0,001). Tenminste één adverse event tijdens de behandelperiode werd gerapporteerd voor 98,4% van de patiënten in de TV-groep en 99,2% van de patiënten in de chemotherapiegroep; graad 3 of hoger AEs werden gerapporteerd voor 52,0% respectievelijk 62,3%. Discontinuering van TX wegens bijwerkingen vond plaats in 14,8% van de patiënten.
De onderzoekers concluderen dat tweede- of derdelijns TV onder patiënten met recidiverend of metastatisch cervixcarcinoom significant meer werkzaamheid had dan chemotherapie.
1.Vergote I, González-Martín A, Fujiwara K et al. Tisotumab vedotin as second- or third-line therapy for recurrent cervical cancer. N Engl J Med 2024;391:44-55
Summary: The multinational phase 3 innovaTV 301 trial found that among patients with recurrent or metastatic cervical cancer, second- or third-line tisotumab vedotin had significant greater efficacy as compared with investigator’s choice of chemotherapy.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)