Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve real-world analyse van teclistamab voor recidiverend en refractair multipel myeloom in Duitsland (0)
2024-01-21 13:00   ( Nieuws )
Tags:  RRMM teclistamab
Prof. Leo RascheIn de MAJESTIC-1 studie zijn hoge percentages respons en duurzame remissie gezien onder patiënten die het BCMA x CD3 bispecifieke antilichaam teclistamab kregen voor recidiverend en refractair multipel myeloom (RRMM). De uitkomsten van deze behandeling in de klinische praktijk zijn nog niet duidelijk. Een retrospectieve analyse van patiënten van achttien Duitse centra heeft deze uitkomsten geïnventariseerd. Prof. Leo Rasche (Universitätsklinikum Würzburg) en collega’s publiceren de analyse in Leukemia.1

De analyse includeerde 123 patiënten, onder wie 93% triple-class en 60% penta-drug refractaire ziekte hadden, en 37% eerder BCMA-gerichte behandeling hadden gekregen (17% idecabtagene vicleucel; ide-cel). De figuur laat resultaten met teclistamab zien. Met mediaan 5,5 maanden follow-up werd een overall response rate gezien van 59,3% en een mediane progressievrije overleving van 8,7 maanden, met niet-bereikte duur van respons en overall survival. De ORR en mediane PFS waren significant slechter onder patiënten met extramedullaire ziekte (37%/ 2,1 maanden), International Staging System 3 ziekte (37%/ 1,3 maanden), en ide-cel voorbehandelde patiënten (33%; 1,8 maanden). Infectie en graad 3 of hoger cytopenie waren de meest-frequente adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de werkzaamheid en veiligheid van teclistamab voor RRMM in de klinische praktijk vergelijkbaar waren met die in MAJESTIC-1.

1.Riedhammer C, Bassermann F, Besemer B et al. Real-world analysis of teclistamab in 123 RRMM patients from Germany. Leukemia 2024; 024-02154-5

Summary: A retrospective analysis in Germany found that in the real world teclistamab for RRMM had comparable efficacy and safety as in the pivotal MAJESTIC-1 trial.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde fase 2-studie van adjuvant sintilimab na resectie van hoog-risico levercelcarcinoom (0)
2024-01-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  high-risk HCC adjuvant sintilimab
Na leverresectie voor levercelcarcinoom (HCC) met microvasculaire invasie (MVI) is er een hoog risico van recidief. Adjuvante immuuntherapie zou dit risico kunnen verlagen. Een gerandomiseerde fase 2-studie in zes centra in China heeft adjuvant sintilimab (anti-PD-1) na leverresectie voor HCC met MVI geëvalueerd. Prof. Shu-Qun Cheng (Universiteit van Jiaxing) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in Nature Medicine.1

De studie includeerde 198 patiënten, die 1:1 werden gerandomiseerd naar acht drie-weekse cycli adjuvant sintilimab (n=99) of actieve surveillance (n=99). Het primaire eindpunt was recidiefvrije overleving. De mediane follow-up was 23,3 maanden. De figuur laat zien dat de mediane RFS significant langer was in de sintilimabgroep dan in de surveillancegroep (27,7 versus 15,5 maanden; HR 0,534; p=0,002). De patiënten worden nog gevolgd voor het secundaire eindpunt overall survival. In de sintilimabgroep werden graad 3 of 4 treatment-related adverse events gezien in 12,4% van de patiënten.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten laten zien dat sintilimab een effectieve adjuvante therapie is na resectie voor hoog-risico HCC.

1.Wang K, Xiang Y-J, Yu H-M et al. Adjuvant sintilimab in resected high-risk hepatocellullar carcinoma: a randomized, controlled, phase 2 trial. Nature Med 2024-02786-7

Summary: A multicenter randomized phase 2 trial in China found that after liver resection for hepatocellular carcinoma with microvascular invasion, adjuvant sintilimab significantly prolonged recurrence-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van optimale timing van start van adjuvante chemotherapie voor vroeg-stadium TNBC (0)
2024-01-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  early triple-negative breast cancer timing of adjuvant chemotherapy
Dr. Stephan SeitzEr is geen duidelijkheid over de optimale tijd tot start van adjuvante chemotherapie (TTAC; tijd tussen chirurgie en start van de chemotherapie) onder patiënten met triple-negatief mammacarcinoom (TNBC). Een retrospectieve analyse van patiënten in het Tumorzentrum Regensburg (Duitsland) heeft de associatie van TTAC met lange-termijn overleving geïnventariseerd. Dr. Stephan Seitz (UMC Regensburg) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De analyse includeerde 245 patiënten met een TNBC-diagnose tussen begin 2010 en eind 2018, die adjuvante chemotherapie kregen en beschikbare TTAC-gegevens hadden. De mediane TTAC was 29 dagen, en de gemiddelde overall survival was 9,3 jaar. De groep met TTAC 22 tot en met 28 dagen had de langste overleving, met een mediane overall survival 10,2 jaar. TTAC 29 tot en met 35 dagen, 36 tot en met 42 dagen, en langer dan 42 dagen was geassocieerd met significant kortere overleving (mediaan 8,3 respectievelijk 7,8 en 6,9 jaar). De figuur laat de overleving zien van patiënten met TTAC 42 dagen of korter versus langer dan 42 dagen.

De onderzoekers concluderen dat timing van adjuvante chemotherapie van invloed was op de overall survival van TNBC-patiënten.

1.Hatzipanagiotou ME, Pigerl M, Gerken M et al. Clinical impact of delaying initiation of adjuvant chemotherapy in patients with early triple negative breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2024; epub ahead of print

Summary: Retrospective analysis of TNBC patients registered in the Tumor Center Regensburg (Germany) found that the optimal timing of initiation of adjuvant chemotherapy was between 22 and 28 days from surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van uitkomsten van CDK4/6-remmer behandeld HER-laag versus HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (0)
2024-01-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-low versus HER2-negative mBC OS with CDK4 6-inhibitors
Dr. Deniz Can GüvenCDK4/6-remmers zijn geassocieerd met significante verbetering van de uitkomsten van patiënten met HR-positief/HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (mBC). Er zijn nog geen biomarkers bekend die lange-termijn profijt en vroeg recidief kunnen voorspellen. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft uitkomsten met CDK4/6-remmers voor HER2-laag mBC versus HER2-negatief mBC vergeleken. Dr. Deniz Can Güven (Hacettepe Universiteit, Ankara) en dr. Taha Koray Sahin publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

In PubMed, Web of Science, en Scopus tot 8 augustus 2023 identificeerden de onderzoeker negen studies van CDK4/6-remmer voor mBC met gegevens over de HER2-expressie. De studies telden tezamen 2705 patiënten. In meta-analyse was HER2-lage versus HER2-negatieve ziekte geassocieerd met slechtere progressievrije overleving (HR 1,22; p<0,001). In vijf studies die ook overall survival rapporteerden was HER2-lage versus HER2-negatieve ziekte geassocieerd met slechtere OS (HR 1,22; p=0,010). In de drie studies die objective response rate rapporteerden was de respons op CDK4/6-remmers 47,8% in de HER2-lage groep en 58,3% in de HER2-negatieve groep (p=0,460).

De onderzoekers concluderen dat patiënten die CDK4/6-remmers kregen voor HER2-laag mBC slechtere uitkomsten hadden dan patiënten die CDK4/6-remmers kregen voor HER2-negatief mBC.

1.Güven DC, Sahin TK. The association between HER2-low status and survival in patients with metastatic breast cancer treated with cyclin-dependent kinases 4 and 6 inhibitors: a systematic review and meta-analysis. Breast Cancer Res Treat 2024; epub ahead of print

Summary: Systematic review and meta-analysis of published studies found a significantly higher risk of progression or death with CDK4/6 inhibitors for HER2-low metastatic breast cancer when compared to HER2-negative metastatic breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2b-studie van toevoegen van geïndividualiseerde neoantigen therapie aan pembrolizumab na resectie van melanoom (0)
2024-01-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-942 pembrolizumab with or without mRNA-4157
Prof. Jeffrey WeberCheckpointremmers zijn de standaard adjuvante therapie na resectie van stadium IIB tot en met IV melanoom, maar in veel patiënten wordt recidief gezien. De fase 2b-studie KEYNOTE-942 in de Verenigde Staten en Australië heeft toevoegen van mRNA-4157, een nieuwe geïndividualiseerde neoantigen therapie, aan pembrolizumab als adjuvante therapie voor hoog-risico melanoom geëvalueerd. Prof. Jeffrey Weber (Perlmutter Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

KEYNOTE-942 includeerde 157 patiënten na resectie van stadium IIIB tot en met IV melanoom, die 2:1 werden gerandomiseerd naar mRNA-4157 plus pembrolizumab (combinatietherapiegroep; n=107) of alleen pembrolizumab (monotherapiegroep; n=50). mRNA-4157 werd intramusculair toegediend (ten hoogste negen doses) en pembrolizumab intraveneus (ten hoogste 18 doses) in drie-weekse cycli.Het primaire eindpunt was recidiefvrije overleving.

De mediane follow-up was 23 en 24 maanden in de combinatietherapiegroep respectievelijk de monotherapiegroep. De figuur laat zien dat de RFS langer was in de combinatietherapiegroep dan in de monotherapiegroep (na 18 maanden 79% versus 62,2%; HR 0,561; p=0,053). De meeste treatment-related adverse events waren graad 1 of 2; graad 3 of hoger TRAEs werden gezien in 25% van de patiënten in de combinatietherapiegroep en 18% van de patiënten in de monotherapiegroep, zonder mRNA-4157 gerelateerde graad 4 of 5 gebeurtenissen. De frequentie van immuungerelateerde adverse events was 36% in beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat na resectie van graad IIIB of IV melanoom toevoegen van mRNA-4157 aan adjuvant pembrolizumab resulteerde in verlenging van de RFS.

1.Weber JS, Carlino MS, Khattak A et al. Individualised neoantigen therapy mRNA-4157 plus pembrolizumab versus pembrolizumab monotherapy in resected melanoma (KEYNOTE-942): a randomised, phase 2b study. Lancet 2024; epub ahead of print

Summary: The randomized phase 2b KEYNOTE-942 study found that after resection of grade IIIB or IV melanoma addition of mRNA-4157 to adjuvant pembrolizumab was associated with improved recurrence-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen immuungerelateerde bijwerkingen en overleving onder patiënten die ICIs krijgen voor mNSCLC (0)
2024-01-19 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs for mNSCLC irAEs and survival
Sarah CookIn kleine studies is gezien dat het voorkomen van immuungerelateerde bijwerkingen (irAEs) van immuuncheckpointremmers (ICIs) geassocieerd waren met betere overleving onder patiënten met metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC). Een retrospectieve cohort studie in de Canadese provincie Alberta heeft associaties tussen irAEs en de ernst van de irAEs met de overall survival van ICI-behandelde mNSCLC-patiënten geïnventariseerd. Dr. Sarah Cook (University of Calgary) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

In de Alberta Immunotherapy Database identificeerden de onderzoekers patiënten die tussen maart 2014 en december 2021 any line ICIs kregen voor mNSCLC (atezolizumab, nivolumab, of pembrolizumab met of zonder chemotherapie). Na exclusie van patiënten die overleden binnen drie maanden na de start van de ICIs bestond het cohort uit 611 patiënten. De mediane follow-up was 51,9 maanden. In 270 patiënten (44,2%) werd ontwikkeling van klinisch relevante irAEs gezien. De figuur laat zien dat ontwikkeling van irAEs geassocieerd was met betere OS (mediaan 23,7 maanden versus 9,8 maanden in patiënten zonder irAEs; p<0,001) en dat irAEs waarvoor hospitalisatie vereist was niet resulteerden in significant verschillende OS vergeleken met irAEs die geen hospitalisatie vereisten. Na correctie voor bekende prognostische factoren bleef in het gehele cohort ontwikkeling van irAEs geassocieerd met OS (HR 0,53; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die ICIs kregen voor mNSCLC ontwikkeling van klinisch relevante irAEs geassocieerd was met betere OS, ongeacht de ernst van de irAEs.

1.Cook S, Samuel V, Meyers DE et al. Immune-related adverse events and survival among patients with metastatic NSCLC treated with immune checkpoint inhibitors. JAMA Network Open 2024;7:e2352302

Summary: A retrospective cohort study in Alberta (Canada) found that among patients receiving ICIs for mNSCLC, developing a clinically meaningful irAE was associated with improved OS. This association was not compromised by hospitalization for severe toxic effects.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Update van fase 2-studie van sacituzumab govitecan voor metastatisch urotheelcarcinoom na chemotherapie en CPI (0)
2024-01-19 13:00   ( Nieuws )
Tags:  TROPHY-U-01 mUC SG
Dr. Yohann LoriotSacituzumab govitecan (SG) is een op Trop-2 gericht antibody-drug conjugate. De FDA heeft SG versneld goedgekeurd voor de behandeling van lokaal-gevorderd of metastatisch urotheelcarcinoom eerder behandeld met platina-gebaseerde chemotherapie en een checkpointremmer (CPI) op basis van resultaten van cohort 1 van de multinationale fase 2-studie TROPHY-U-01. Dr. Yohann Loriot (Institut Gustave Roussy, Villejuif) en collega’s publiceren een update van resultaten in het cohort in Annals of Oncology.1


Cohort 1 includeerde 113 patiënten die eerder behandeld waren met platina-gebaseerde chemotherapie en CPIs. De patiënten kregen intraveneus SG 10 mg/kg op dagen één en acht van drie-weekse cycli. De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde resultaten was 10,5 maanden. De objective response rate (primair eindpunt) was 28% (95%-bti 20,2-37,6), de mediane progressievrije overleving was 5,4 maanden (3,5-6,9), en de mediane overall survival was 10,9 maanden (8,9-13,8). De toxiciteit was consistent met het bekende profiel van SG. In incidentie van adverse events varieerde tussen patiënten met verschillende UGT1A1-mutatiestatus, maar het percentage patiënten met discontiuering vanwege adverse events was laag.

De onderzoekers concluderen dat met langere follow-up de ORR hoog bleef in patiënten die SG kregen voor zwaar-voorbehandeld lokaal-gevorderd of metastatisch urotheelcarcinoom.

1.Loriot Y, Petrylak DP, Kalebasty AR et al. TROPHY-U-01, a phase II open-label study of sacituzumab govitecan in patients with metastatic urothelial carcinoma progressing after platinum-based chemotherapy and checkpoint inhibitors: updated safety and efficacy outcomes. Ann Oncol 2024.01.002

Summary: Updated results from the multinational phase 2TROPHY-U-01 trial found that with longer follow-up the ORR of heavily pretreated locally advanced or metastatic urothelial carcinoma to sacituzumab govitecan remained high.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van gemcitabine met of zonder paclitaxel voor eerder-behandeld mPDAC (0)
2024-01-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  GEMPAX study metastatic pancreatic ductal adenocarcinoma
Prof. Christelle De La FouchardièreEr is geen duidelijkheid over de optimale tweedelijns behandeling voor patiënten met metastatisch pancreas ductaal adenocarcinoom (mPDAC) na eerdere behandeling met 5-fluorouracil plus oxaliplatine en irinotecan. De multicenter fase 3-studie GEMPAX in Frankrijk heeft gemcitabine plus paclitaxel (arm A) vergeleken met alleen gemcitabine (arm B) voor deze patiënten. Prof. Christelle De La Fouchardière (Centre Leon Bérard, Lyon) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

GEMPAX includeerde 211 patiënten (mediane leeftijd 64 jaar; range 30-86; 62% mannen), die 2:1 werden gerandomiseerd naar arm A of arm B. De objective response rate was 17,1% in arm A versus 4,2% in arm B (p=0,008). De mediane follow-up was 13,4 maanden in arm A en 13,8 maanden in arm B. De figuur laat zien dat toevoegen van paclitaxel aan gemcitabine niet geassocieerd was met significant betere overall survival (primair eindpunt) maar wel met significant betere progressievrije overleving. Discontinuering vanwege adverse events was noodzakelijk voor 16,7% van de patiënten in arm A en 2,9% van de patiënten in arm B. Eén patiënt in arm A overleed aan met de behandeling samenhangende oorzaak, en graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 58,0% van de patiënten in arm A en 27,1% van de patiënten in arm B.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met eerder-behandeld mPDAC toevoegen van paclitaxel aan tweedelijns gemcitabine niet geassocieerd was met betere overall survival, maar wel met betere progressievrije overleving en objective response rate.

1.De La Fouchardière C, Malka D, Cropet C et al. Gemcitabine and paclitaxel versus gemcitabine alone after 5-fluorouracil, oxaliplatin, and irinotecan in metastatic pancreatic adenocarcinoma: a randomized phase III PRODIGE 65-UCGI 36-GEMPAX UNICANCER study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 GEMPAX study in France found that among patients with previouly treated mPDAC, second-line gemcitabine plus paclitaxel compared with gemcitabine alone did not improved overall survival, but did improve objective response rate and progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)