
De studie includeerde 423 patiënten, die 1:1 werden gerandomiseerd. Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving. Na mediaan 9,9 maanden follow-up was het 12-maands EFS-percentage 83,7% in de neoadjuvante groep (99,9%-bti 45,1-72,7) en 57,2% in de adjuvante groep (45,1-72,7). Het verschil in restricted mean survival time was 8,0 maanden (HR voor progressie, recidief of overlijden 0,32; 99,9%-bti 0,15-0,66). In de neoadjuvante groep had 59,0% van de patiënten majeure pathologische respons (MPR), 8,0% partiële respons (PR), 26,4% nonrespons, en 2,4% progressie; in 4,2% werd chirurgie uitgesteld of achterwege gelaten. Onder de patiënten in de neoadjuvante groep die majeure pathologische respons hadden was het 12-maands recidiefvrije-overlevingspercentage 95,1%, vergeleken met 76,1% en 57,0% onder de patiënten met partiële respons respectievelijk nonrespons. Graad 3 of hoger adverse events die samenhingen met de systemische behandeling werden gezien in 29,7% van de patiënten in de neoadjuvante groep en in 14,7% van de patiënten in de adjuvante groep.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel macroscopisch stadium III melanoom, neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab gevolgd door chirurgie en respons-gedreven adjuvante therapie resulteerde in langere EFS dan chirurgie gevolgd door adjuvant nivolumab.
1.Blank CU, Lucas MW, Scolyer RA et al. Neoadjuvant nivolumab and ipilimumab in resectable stage III melanoma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print
Summary: The multinational phase 3 NADINA trial found that among patients with resectable, macroscopic stage III melanoma, neoadjuvant nivolumab plus ipilimumab followed by surgery and response-driven adjuvant therapy resulted in longer event-free survival than surgery followed by adjuvant nivolumab.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)